Het idee van het Bonaireaanse Bestuurscollege om prijzen en salarissen uit te drukken in drie verschillende valuta, namelijk in guldens, euro’s en dollars, gaat niet door. Niet alleen omdat er nogal wat oppositie kwam vanuit het bedrijfsleven en de Kamer van Koophandel, maar vooral omdat de Bank van de Nederlandse Antillen (BNA) het Bestuurscollege op de vingers tikte.
Deze maatregel kan niet dwingend aan de handelaren, dienstverleners en werkgevers opgelegd worden. Meer nog omdat de BNA zegt dat in de Regeling Muntstelsel Nederlandse Antillen 1989 wordt bepaald dat slechts de Antilliaanse guldens een wettig betaalmiddel is.
De BNA meent daarom dat het Bestuurscollege ten onrechte heeft gedacht zich te kunnen beroepen op de Prijzenverordening van 1991. De overheid kan dus sowieso geen enkele handelaar opleggen prijzen in andere valuta aan te geven. Tenslotte merkt de BNA op dat het gewenste prijzenbeleid van de Bonaireaanse overheid moeilijk uitvoerbaar is omdat de koers van de euro ten aanzien van de gulden en de dollar dagelijks varieert. Daardoor moet de koers elke dag worden gewijzigd en dat is niet effectief.
Deze maatregel kan niet dwingend aan de handelaren, dienstverleners en werkgevers opgelegd worden. Meer nog omdat de BNA zegt dat in de Regeling Muntstelsel Nederlandse Antillen 1989 wordt bepaald dat slechts de Antilliaanse guldens een wettig betaalmiddel is.
De BNA meent daarom dat het Bestuurscollege ten onrechte heeft gedacht zich te kunnen beroepen op de Prijzenverordening van 1991. De overheid kan dus sowieso geen enkele handelaar opleggen prijzen in andere valuta aan te geven. Tenslotte merkt de BNA op dat het gewenste prijzenbeleid van de Bonaireaanse overheid moeilijk uitvoerbaar is omdat de koers van de euro ten aanzien van de gulden en de dollar dagelijks varieert. Daardoor moet de koers elke dag worden gewijzigd en dat is niet effectief.