bron: PBinfo
WILLEMSTAD — Onderwijs-minister Omayra Leeflang (PAR) heeft 155.000 gulden beschikbaar gesteld voor het opzetten van lokale bedrijven die jaarlijks 5000 computers moeten produceren tegen een verkoopprijs onder de 500 gulden.
Het initiatief komt van het instituut Splikami, dat hiervoor jonge ondernemers gaat opleiden en begeleiden. Het is de bedoeling om uit recycling en reparatie van defecte computers nieuwe exemplaren te assembleren en aan te bieden tegen een verkoopprijs ‘vergelijkbaar aan dat van een bescheiden televisietoestel’, aldus de minister.
Leeflang wijst erop dat volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ongeveer een derde van de huishoudens over een computer beschikt en 21 procent een internetaansluiting heeft. Om internationaal mee te tellen moet volgens Leeflang tegenwoordig 90 procent over een computer beschikken. Dit wordt zelfs meegerekend in het bepalen van de mate waarin een samenleving gealfabetiseerd is. Het project heeft de officiële naam Abilidat máksimo saká for di mi Identidat, (maximale vaardigheid uit eigen identiteit), en de werktitel Kòmpiuter pagabel pa kada kas (betaalbare computer voor elk huishouden).
De subsidie is eenmalig en betreft de trainings-, start- en operationele kosten. Daarna moet het project zichzelf kunnen bedruipen. Directie Sociale Ontwikkeling is belast met de begeleiding.
WILLEMSTAD — Onderwijs-minister Omayra Leeflang (PAR) heeft 155.000 gulden beschikbaar gesteld voor het opzetten van lokale bedrijven die jaarlijks 5000 computers moeten produceren tegen een verkoopprijs onder de 500 gulden.
Het initiatief komt van het instituut Splikami, dat hiervoor jonge ondernemers gaat opleiden en begeleiden. Het is de bedoeling om uit recycling en reparatie van defecte computers nieuwe exemplaren te assembleren en aan te bieden tegen een verkoopprijs ‘vergelijkbaar aan dat van een bescheiden televisietoestel’, aldus de minister.
Leeflang wijst erop dat volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ongeveer een derde van de huishoudens over een computer beschikt en 21 procent een internetaansluiting heeft. Om internationaal mee te tellen moet volgens Leeflang tegenwoordig 90 procent over een computer beschikken. Dit wordt zelfs meegerekend in het bepalen van de mate waarin een samenleving gealfabetiseerd is. Het project heeft de officiële naam Abilidat máksimo saká for di mi Identidat, (maximale vaardigheid uit eigen identiteit), en de werktitel Kòmpiuter pagabel pa kada kas (betaalbare computer voor elk huishouden).
De subsidie is eenmalig en betreft de trainings-, start- en operationele kosten. Daarna moet het project zichzelf kunnen bedruipen. Directie Sociale Ontwikkeling is belast met de begeleiding.