bron Europese Unie
De Commissie heeft vandaag een groenboek uitgebracht over de toekomstige betrekkingen met de landen en gebieden overzee. Zij wil daarmee een brede discussie over de relatie tussen de EU en de LGO op gang brengen. In aansluiting op de openbare raadpleging zal de Commissie een voorstel doen voor een nieuw partnerschap dat beter rekening houdt met de bijzondere kenmerken en de huidige economische situatie van de 21 eilandgebieden.
Volgens Europees commissaris voor ontwikkeling en humanitaire hulp Louis Michel:"De landen en gebieden overzee zijn voor Europa van grote waarde. We moeten erkennen dat betrekkingen die uitgaan van het klassieke ontwikkelingssamenwerkingsmodel gezien de globalisering niet meer van deze tijd zijn. De relatie tussen de EU en de landen en gebieden overzee moet daarom hoognodig worden gemoderniseerd, zodat we beter kunnen inspelen op de nieuwe realiteit, de globalisering en de liberalisering van de internationale handel.
"Door hun bijzondere betrekkingen met Denemarken, Frankrijk, Nederland n het Verenigd Koninkrijk zijn de landen en gebieden overzee nauw verbonden met de EU. Om historische redenen zijn de huidige betrekkingen sterk geïnspireerd op de relatie met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. Dat doet echter geen recht aan de specifieke sociale, economische en ecologische uitdagingen waar de landen en gebieden overzee nu voor staan.
Het groenboek moet een brede discussie op gang brengen over de vraag of de huidige regeling moet worden vervangen door een innovatief partnerschap met de landen en gebieden overzee. Een toekomstig partnerschap moet worden afgestemd op hun specifieke status, behoeften, problemen en potentieel. Tegelijkertijd moeten de nauwe banden, de wederzijdse belangen en de solidariteit tussen de landen en gebieden overzee en de EU worden erkend. Zo'n partnerschap moet geheel of gedeeltelijk in de plaats komen van de huidige regeling wanneer het LGO-besluit op 31 december 2013 verstrijkt.
De Commissie organiseert van 1 juli tot en met 17 oktober van dit jaar een online raadpleging over dit onderwerp.
In bijlage II bij het EG-Verdrag worden alle 21 betrokken landen en gebieden opgesomd: Groenland, Nieuw-Caledonië en onderhorigheden, Frans-Polynesië, Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden, Wallis en Futuna, Mayotte, Saint-Pierre en Miquelon, Aruba, Nederlandse Antillen (Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius, Sint Maarten), Anguilla, Caymaneilanden, Falklandeilanden, South Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden, Montserrat, Pitcairneilanden, Sint-Helena met onderhorigheden, Brits Antarctica, Brits gebied in de Indische Oceaan, Turks- en Caicoseilanden, Britse Maagdeneilanden en Bermuda. Overeenkomstig de wensen van de regering van Bermuda is de associatieregeling echter nooit toegepast op Bermuda.
De Commissie heeft vandaag een groenboek uitgebracht over de toekomstige betrekkingen met de landen en gebieden overzee. Zij wil daarmee een brede discussie over de relatie tussen de EU en de LGO op gang brengen. In aansluiting op de openbare raadpleging zal de Commissie een voorstel doen voor een nieuw partnerschap dat beter rekening houdt met de bijzondere kenmerken en de huidige economische situatie van de 21 eilandgebieden.
Volgens Europees commissaris voor ontwikkeling en humanitaire hulp Louis Michel:"De landen en gebieden overzee zijn voor Europa van grote waarde. We moeten erkennen dat betrekkingen die uitgaan van het klassieke ontwikkelingssamenwerkingsmodel gezien de globalisering niet meer van deze tijd zijn. De relatie tussen de EU en de landen en gebieden overzee moet daarom hoognodig worden gemoderniseerd, zodat we beter kunnen inspelen op de nieuwe realiteit, de globalisering en de liberalisering van de internationale handel.
"Door hun bijzondere betrekkingen met Denemarken, Frankrijk, Nederland n het Verenigd Koninkrijk zijn de landen en gebieden overzee nauw verbonden met de EU. Om historische redenen zijn de huidige betrekkingen sterk geïnspireerd op de relatie met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. Dat doet echter geen recht aan de specifieke sociale, economische en ecologische uitdagingen waar de landen en gebieden overzee nu voor staan.
Het groenboek moet een brede discussie op gang brengen over de vraag of de huidige regeling moet worden vervangen door een innovatief partnerschap met de landen en gebieden overzee. Een toekomstig partnerschap moet worden afgestemd op hun specifieke status, behoeften, problemen en potentieel. Tegelijkertijd moeten de nauwe banden, de wederzijdse belangen en de solidariteit tussen de landen en gebieden overzee en de EU worden erkend. Zo'n partnerschap moet geheel of gedeeltelijk in de plaats komen van de huidige regeling wanneer het LGO-besluit op 31 december 2013 verstrijkt.
De Commissie organiseert van 1 juli tot en met 17 oktober van dit jaar een online raadpleging over dit onderwerp.
In bijlage II bij het EG-Verdrag worden alle 21 betrokken landen en gebieden opgesomd: Groenland, Nieuw-Caledonië en onderhorigheden, Frans-Polynesië, Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden, Wallis en Futuna, Mayotte, Saint-Pierre en Miquelon, Aruba, Nederlandse Antillen (Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius, Sint Maarten), Anguilla, Caymaneilanden, Falklandeilanden, South Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden, Montserrat, Pitcairneilanden, Sint-Helena met onderhorigheden, Brits Antarctica, Brits gebied in de Indische Oceaan, Turks- en Caicoseilanden, Britse Maagdeneilanden en Bermuda. Overeenkomstig de wensen van de regering van Bermuda is de associatieregeling echter nooit toegepast op Bermuda.