Tweede Kamer, 102e vergadering, Donderdag 26 juni 2008
Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 11 juni 2008 over Voortgang Staatkundig proces Nederlandse Antillen.
De voorzitter:
Ik heet de staatssecretaris opnieuw van harte welkom in ons midden. Ook heet ik de mensen die het debat volgen in de loge van harte welkom. Dit zijn de heer Comenencia, de heer Warnink en de heer Serphos.
De heer Brinkman (PVV):
Voorzitter. Het kerstregime geldt en dat begrijp ik, maar ik wil één zin uitspreken voordat ik mijn moties indien. Ik dank de staatssecretaris voor de woorden die zij heeft uitgesproken, namelijk dat zij mijn punt met betrekking tot corruptie begrijpt. Ik ben het niet met haar eens over het gevolg daarvan, want daarin blijft het een en ander haperen. Om haar daar een beetje op vast te pinnen, dien ik de volgende moties in.
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat ook de regering heeft aangegeven dat de corruptie op de Nederlandse Antillen en Aruba een groot probleem is; overwegende dat Nederland kennelijk wel bereid is 2,2 mld. te betalen als schuldsanering in een dergelijk corrupt land, waarbij Nederlands belastinggeld in een corrupte bodemloze put verdwijnt; voorts overwegende dat de regering heeft aangegeven gevolg te willen geven aan constateringen van vormen van corruptie;
verzoekt de regering een stappenplan te presenteren, waarin helder en concreet wordt vermeld welke vormen van corruptie de regering wil aanpakken en welke concrete opeenvolgende stappen worden genomen bij constatering van dergelijke vormen van corruptie, waarbij als laatste stap het stopzetten van de betaling van de schuldsanering de sanctie moet zijn en tevens zorg te dragen dat alle strafbare corrupte handelingen worden vervolgd en de veroordeelden nimmer meer een functie verkrijgen in het openbaar bestuurlijk leven,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 57 (31200-IV).
De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat Nederland voornemens is in december 2008 te beginnen met de eerste tranche van 300 mln. te betalen aan de Nederlandse Antillen inzake de besproken schuldensanering; constaterende echter dat op dat moment nog niet bekend is of de eilanden Curaçao en Sint Maarten, nu behorende tot het land Nederlandse Antillen, aan alle voorwaarden voldoen teneinde de status van land te kunnen verkrijgen;
verzoekt de regering, geen enkele eurocent schuldensanering aan de Nederlandse Antillen te betalen en indien zij dit toch wenst te doen, deze schuldensanering enkel te starten op het moment dat de eilanden Curaçao en Sint Maarten aan alle voorwaarden voldoen, uiterlijk 2010, teneinde de status van land te kunnen verkrijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 58 (31200-IV).
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat het laatste halfjaar een drietal leden van de korpsleiding van het politiekorps Sint Maarten voor corruptie is aangehouden; overwegende dat het OM op Sint Maarten moeite heeft, de werkdruk het hoofd te bieden; voorts overwegende dat binnengekomen informatie vanuit het politiekorps Sint Maarten een zeer verontrustend beeld geeft over de integriteit van het politiekorps Sint Maarten en dat het rapport "Nu of nooit" van het regiokorps Rotterdam dit beeld bevestigt;
spreekt de zorg uit over de integriteit en effectiviteit van het politiekorps van Sint Maarten en over de werkdruk van het OM van Sint Maarten en verzoekt de regering, met inschakeling van de Rijksrecherche en met wetenschap van voornoemd rapport "Nu of nooit" een plan van aanpak op te starten, waarbij de integriteit en effectiviteit van het politiekorps van Sint Maarten en de werkdruk van het OM van Sint Maarten substantieel op een aanvaardbaar niveau worden verbeterd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 59 (31200 IV).
De heer Van Raak (SP):
Voorzitter. Waar investeringen nodig zijn, moeten ook inkomsten zijn. Bovendien moeten de lasten eerlijk worden verdeeld. Financiële zelfstandigheid betekent ook financiële verantwoordelijkheid. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer, gehoord de beraadslaging, van mening dat de uitgaven en inkomsten van de eilanden van de Nederlandse Antillen in evenwicht moeten zijn; constaterende dat de bedrijven in de speciale economische zones op de Nederlandse Antillen nauwelijks belasting betalen;
verzoekt de regering, verhoging van de belastingtarieven in de speciale economische zones onderwerp te maken van de onderhandelingen over nieuwe staatkundige verhoudingen, en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 60 (31200 IV).
De heer Remkes (VVD):
Voorzitter. Mede namens de collega's Leerdam en Van Bochove dien ik de volgende motie in.
De Kamer, gehoord de beraadslaging, kennis genomen hebbende van de concept algemene maatregel van rijksbestuur inzake het financieel toezicht; eveneens kennis genomen hebbende van het daarin opgenomen stelsel van "signalerend" en "adviserend" toezicht door het College financieel toezicht inzake Curaçao en Sint Maarten; overwegende dat de daarin opgenomen mogelijkheden van het geven van een bestuurlijke aanwijzing en als "ultimum remedium" het stop zetten van de schuldsanering meer dienen te zijn dan theoretische mogelijkheden;
verzoekt de koninkrijksregering, in onderhavige algemene maatregel van rijksbestuur c.q. de toelichting daarop tot uitdrukking te brengen dat ook daadwerkelijk van deze mogelijkheden gebruik gemaakt zal worden indien niet aan de vastgestelde criteria wordt voldaan;
verzoekt de regering, de Kamer tijdig op de hoogte te stellen van de door het college uitgebrachte adviezen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Remkes, Leerdam en Van Bochove. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 61 (31200 IV).
Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:
Voorzitter. De aanneming van de motie-Brinkman over het stappenplan ontraad ik. Nederland gaat hier niet over; het is de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Antillen. Ik herhaal nogmaals dat corruptie benoemd moet worden. Het moet worden aangepakt en er moet beleid op worden gevoerd. Ik heb begrepen dat mijn lijn wordt ondersteund. Als mij iets ter ore komt, zal ik er altijd voor zorgen dat dat wordt doorgegeven aan het OM. Een stappenplan is niet nodig en dat heb ik ook in het AO aangegeven.
De tweede motie-Brinkman gaat over de schuldsanering. Er komt alleen een schuldsanering als aan de voorwaarden is voldaan. Ik ontraad de aanneming van de motie, want er wordt op die manier geen recht gedaan aan de afspraken in het slotakkoord. Zoals de Kamer weet, zal Nederland zich als een betrouwbare partner opstellen in dit proces.
De derde motie-Brinkman gaat over de politie op St. Maarten. Het is geen geheim dat ik de zorgen over de politie op St. Maarten deel. Er zijn specifieke afspraken gemaakt in het slotakkoord om tot een goede versterking van de politie te komen. Dat betekent dat er een goed en efficiënt werkend politiekorps moet komen. In de motie wordt een plan van aanpak genoemd, waarmee de integriteit en de effectiviteit tot een aanvaardbaar niveau wordt verbeterd. De aanneming van deze motie ontraad ik.
Wij toetsen op de afgesproken voorwaarden en helpen St. Maarten om dat te bereiken. Afgelopen dinsdag hebben wij op Curaçao nog gesproken over geldelijke steun. De helft van het geld gaat naar St. Maarten. Men kan het besteden aan de versterking van het politiekorps en de vreemdelingenketen. Daarvoor is echter geen nieuw plan van aanpak nodig. In het kader van het staatkundig proces hebben wij een aantal zaken afgesproken en de Kamer mag mij van mij aannemen dat mijn toetsing effectief werkt.
De motie-Van Raak gaat over de verhoging van de belastingtarieven in economische zones, die onderwerp van de onderhandelingen voor nieuwe staatkundige verhoudingen zou moeten worden. Ik heb tijdens het AO al gezegd dat wij sowieso moeten kijken naar de fiscale wetgeving. De staatssecretaris van Financiën is daarmee bezig. Hij zal ook kijken hoe wij in de toekomst zullen omgaan met de belastingcapaciteit in die zones. De verhoging van de belasting onderdeel laten uitmaken van de onderhandelingen, is geen afgesproken voorwaarde. Dat heb ik al uitgelegd in het AO. Inkomsten en uitgaven in evenwicht is wel een voorwaarde en daar houdt het college toezicht op. Ik zal het college nogmaals onder de aandacht brengen hoe de Kamer daarover denkt en wat de gevolgde lijn is. Ik verwijs naar het College financieel toezicht en houd mij aan de gemaakte afspraken. De aanneming van deze motie ontraad ik.
De motie-Remkes c.s. gaat over twee zaken. Ik ben van mening dat ik in het AO al heb toegezegd dat ik de regering op de hoogte zal stellen van de uitgebrachte adviezen, zodra daarover informatie is.
Dat onderdeel lijkt mij prima. Ik zie de motie eigenlijk zoals die is opgeschreven, dus als een ondersteuning van mijn inzet. U weet dat ik heel kritisch op dit punt ben en dat ik mij houd aan de afspraken uit het slotakkoord. De AMvB ligt nu bij de eilandsraden. Het lijkt mij overbodig om in een AMvB vast te leggen dat van de bevoegdheid ook gebruik wordt gemaakt. Ik zal daar zeker gebruik van maken als dat nodig is. Als voorbeeld haal ik hetvolgende aan. Afgelopen week, toen ik op de Antillen was, kwam mij ter ore dat het bestuurscollege wellicht niet zou voldoen aan de in het SEI afgesproken voorwaarden aan de Isla. Ik heb het bestuurscollege toen meteen op het matje geroepen. In de rechtsprocedure bleek dat de afgesproken handhaving in het vierde kwartaal zou overgaan. Ik heb gezegd dat men zich moest realiseren dat als men dat niet doet -- wij monitoren wat daarin staat -- er ook geen geld komt. Dat geldt in dit geval ook. Ik gebruik mijn bevoegdheden, dus om erin te zetten dat van de bevoegdheid ook gebruik wordt gemaakt, lijkt mij overbodig. U kunt mij eraan houden dat ik dat zal doen. Zoals ik in het algemeen overleg heb uitgelegd naar aanleiding van de opmerkingen van de Kamer over de AMvB, zal ik na ommekomst van het advies van de Raad van State wel nagaan hoe wij met deze motie moeten omgaan. Ik houd daarbij rekening met wat u naar voren brengt. Ik denk dat ik het zo moet opvatten; uw andere punten uit het ao heb ik ook nog liggen; dit was niet het enige. Op zichzelf lijkt mij de motie overbodig, want ik doe wat is afgesproken. Dat weet men, maar na ommekomst van het advies van de Raad van State zal ik nagaan wat wij ermee moeten doen. Ik kwalificeer de motie dus als op zichzelf overbodig.
De voorzitter:
Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoorden. Wij stemmen volgende week dinsdag over de moties.
Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 11 juni 2008 over Voortgang Staatkundig proces Nederlandse Antillen.
De voorzitter:
Ik heet de staatssecretaris opnieuw van harte welkom in ons midden. Ook heet ik de mensen die het debat volgen in de loge van harte welkom. Dit zijn de heer Comenencia, de heer Warnink en de heer Serphos.
De heer Brinkman (PVV):
Voorzitter. Het kerstregime geldt en dat begrijp ik, maar ik wil één zin uitspreken voordat ik mijn moties indien. Ik dank de staatssecretaris voor de woorden die zij heeft uitgesproken, namelijk dat zij mijn punt met betrekking tot corruptie begrijpt. Ik ben het niet met haar eens over het gevolg daarvan, want daarin blijft het een en ander haperen. Om haar daar een beetje op vast te pinnen, dien ik de volgende moties in.
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat ook de regering heeft aangegeven dat de corruptie op de Nederlandse Antillen en Aruba een groot probleem is; overwegende dat Nederland kennelijk wel bereid is 2,2 mld. te betalen als schuldsanering in een dergelijk corrupt land, waarbij Nederlands belastinggeld in een corrupte bodemloze put verdwijnt; voorts overwegende dat de regering heeft aangegeven gevolg te willen geven aan constateringen van vormen van corruptie;
verzoekt de regering een stappenplan te presenteren, waarin helder en concreet wordt vermeld welke vormen van corruptie de regering wil aanpakken en welke concrete opeenvolgende stappen worden genomen bij constatering van dergelijke vormen van corruptie, waarbij als laatste stap het stopzetten van de betaling van de schuldsanering de sanctie moet zijn en tevens zorg te dragen dat alle strafbare corrupte handelingen worden vervolgd en de veroordeelden nimmer meer een functie verkrijgen in het openbaar bestuurlijk leven,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 57 (31200-IV).
De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat Nederland voornemens is in december 2008 te beginnen met de eerste tranche van 300 mln. te betalen aan de Nederlandse Antillen inzake de besproken schuldensanering; constaterende echter dat op dat moment nog niet bekend is of de eilanden Curaçao en Sint Maarten, nu behorende tot het land Nederlandse Antillen, aan alle voorwaarden voldoen teneinde de status van land te kunnen verkrijgen;
verzoekt de regering, geen enkele eurocent schuldensanering aan de Nederlandse Antillen te betalen en indien zij dit toch wenst te doen, deze schuldensanering enkel te starten op het moment dat de eilanden Curaçao en Sint Maarten aan alle voorwaarden voldoen, uiterlijk 2010, teneinde de status van land te kunnen verkrijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 58 (31200-IV).
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat het laatste halfjaar een drietal leden van de korpsleiding van het politiekorps Sint Maarten voor corruptie is aangehouden; overwegende dat het OM op Sint Maarten moeite heeft, de werkdruk het hoofd te bieden; voorts overwegende dat binnengekomen informatie vanuit het politiekorps Sint Maarten een zeer verontrustend beeld geeft over de integriteit van het politiekorps Sint Maarten en dat het rapport "Nu of nooit" van het regiokorps Rotterdam dit beeld bevestigt;
spreekt de zorg uit over de integriteit en effectiviteit van het politiekorps van Sint Maarten en over de werkdruk van het OM van Sint Maarten en verzoekt de regering, met inschakeling van de Rijksrecherche en met wetenschap van voornoemd rapport "Nu of nooit" een plan van aanpak op te starten, waarbij de integriteit en effectiviteit van het politiekorps van Sint Maarten en de werkdruk van het OM van Sint Maarten substantieel op een aanvaardbaar niveau worden verbeterd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 59 (31200 IV).
De heer Van Raak (SP):
Voorzitter. Waar investeringen nodig zijn, moeten ook inkomsten zijn. Bovendien moeten de lasten eerlijk worden verdeeld. Financiële zelfstandigheid betekent ook financiële verantwoordelijkheid. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer, gehoord de beraadslaging, van mening dat de uitgaven en inkomsten van de eilanden van de Nederlandse Antillen in evenwicht moeten zijn; constaterende dat de bedrijven in de speciale economische zones op de Nederlandse Antillen nauwelijks belasting betalen;
verzoekt de regering, verhoging van de belastingtarieven in de speciale economische zones onderwerp te maken van de onderhandelingen over nieuwe staatkundige verhoudingen, en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 60 (31200 IV).
De heer Remkes (VVD):
Voorzitter. Mede namens de collega's Leerdam en Van Bochove dien ik de volgende motie in.
De Kamer, gehoord de beraadslaging, kennis genomen hebbende van de concept algemene maatregel van rijksbestuur inzake het financieel toezicht; eveneens kennis genomen hebbende van het daarin opgenomen stelsel van "signalerend" en "adviserend" toezicht door het College financieel toezicht inzake Curaçao en Sint Maarten; overwegende dat de daarin opgenomen mogelijkheden van het geven van een bestuurlijke aanwijzing en als "ultimum remedium" het stop zetten van de schuldsanering meer dienen te zijn dan theoretische mogelijkheden;
verzoekt de koninkrijksregering, in onderhavige algemene maatregel van rijksbestuur c.q. de toelichting daarop tot uitdrukking te brengen dat ook daadwerkelijk van deze mogelijkheden gebruik gemaakt zal worden indien niet aan de vastgestelde criteria wordt voldaan;
verzoekt de regering, de Kamer tijdig op de hoogte te stellen van de door het college uitgebrachte adviezen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Remkes, Leerdam en Van Bochove. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 61 (31200 IV).
Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:
Voorzitter. De aanneming van de motie-Brinkman over het stappenplan ontraad ik. Nederland gaat hier niet over; het is de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Antillen. Ik herhaal nogmaals dat corruptie benoemd moet worden. Het moet worden aangepakt en er moet beleid op worden gevoerd. Ik heb begrepen dat mijn lijn wordt ondersteund. Als mij iets ter ore komt, zal ik er altijd voor zorgen dat dat wordt doorgegeven aan het OM. Een stappenplan is niet nodig en dat heb ik ook in het AO aangegeven.
De tweede motie-Brinkman gaat over de schuldsanering. Er komt alleen een schuldsanering als aan de voorwaarden is voldaan. Ik ontraad de aanneming van de motie, want er wordt op die manier geen recht gedaan aan de afspraken in het slotakkoord. Zoals de Kamer weet, zal Nederland zich als een betrouwbare partner opstellen in dit proces.
De derde motie-Brinkman gaat over de politie op St. Maarten. Het is geen geheim dat ik de zorgen over de politie op St. Maarten deel. Er zijn specifieke afspraken gemaakt in het slotakkoord om tot een goede versterking van de politie te komen. Dat betekent dat er een goed en efficiënt werkend politiekorps moet komen. In de motie wordt een plan van aanpak genoemd, waarmee de integriteit en de effectiviteit tot een aanvaardbaar niveau wordt verbeterd. De aanneming van deze motie ontraad ik.
Wij toetsen op de afgesproken voorwaarden en helpen St. Maarten om dat te bereiken. Afgelopen dinsdag hebben wij op Curaçao nog gesproken over geldelijke steun. De helft van het geld gaat naar St. Maarten. Men kan het besteden aan de versterking van het politiekorps en de vreemdelingenketen. Daarvoor is echter geen nieuw plan van aanpak nodig. In het kader van het staatkundig proces hebben wij een aantal zaken afgesproken en de Kamer mag mij van mij aannemen dat mijn toetsing effectief werkt.
De motie-Van Raak gaat over de verhoging van de belastingtarieven in economische zones, die onderwerp van de onderhandelingen voor nieuwe staatkundige verhoudingen zou moeten worden. Ik heb tijdens het AO al gezegd dat wij sowieso moeten kijken naar de fiscale wetgeving. De staatssecretaris van Financiën is daarmee bezig. Hij zal ook kijken hoe wij in de toekomst zullen omgaan met de belastingcapaciteit in die zones. De verhoging van de belasting onderdeel laten uitmaken van de onderhandelingen, is geen afgesproken voorwaarde. Dat heb ik al uitgelegd in het AO. Inkomsten en uitgaven in evenwicht is wel een voorwaarde en daar houdt het college toezicht op. Ik zal het college nogmaals onder de aandacht brengen hoe de Kamer daarover denkt en wat de gevolgde lijn is. Ik verwijs naar het College financieel toezicht en houd mij aan de gemaakte afspraken. De aanneming van deze motie ontraad ik.
De motie-Remkes c.s. gaat over twee zaken. Ik ben van mening dat ik in het AO al heb toegezegd dat ik de regering op de hoogte zal stellen van de uitgebrachte adviezen, zodra daarover informatie is.
Dat onderdeel lijkt mij prima. Ik zie de motie eigenlijk zoals die is opgeschreven, dus als een ondersteuning van mijn inzet. U weet dat ik heel kritisch op dit punt ben en dat ik mij houd aan de afspraken uit het slotakkoord. De AMvB ligt nu bij de eilandsraden. Het lijkt mij overbodig om in een AMvB vast te leggen dat van de bevoegdheid ook gebruik wordt gemaakt. Ik zal daar zeker gebruik van maken als dat nodig is. Als voorbeeld haal ik hetvolgende aan. Afgelopen week, toen ik op de Antillen was, kwam mij ter ore dat het bestuurscollege wellicht niet zou voldoen aan de in het SEI afgesproken voorwaarden aan de Isla. Ik heb het bestuurscollege toen meteen op het matje geroepen. In de rechtsprocedure bleek dat de afgesproken handhaving in het vierde kwartaal zou overgaan. Ik heb gezegd dat men zich moest realiseren dat als men dat niet doet -- wij monitoren wat daarin staat -- er ook geen geld komt. Dat geldt in dit geval ook. Ik gebruik mijn bevoegdheden, dus om erin te zetten dat van de bevoegdheid ook gebruik wordt gemaakt, lijkt mij overbodig. U kunt mij eraan houden dat ik dat zal doen. Zoals ik in het algemeen overleg heb uitgelegd naar aanleiding van de opmerkingen van de Kamer over de AMvB, zal ik na ommekomst van het advies van de Raad van State wel nagaan hoe wij met deze motie moeten omgaan. Ik houd daarbij rekening met wat u naar voren brengt. Ik denk dat ik het zo moet opvatten; uw andere punten uit het ao heb ik ook nog liggen; dit was niet het enige. Op zichzelf lijkt mij de motie overbodig, want ik doe wat is afgesproken. Dat weet men, maar na ommekomst van het advies van de Raad van State zal ik nagaan wat wij ermee moeten doen. Ik kwalificeer de motie dus als op zichzelf overbodig.
De voorzitter:
Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoorden. Wij stemmen volgende week dinsdag over de moties.