bron Antilliaans Dagblad
WILLEMSTAD - De Raad van Advies (RvA) vindt het niet wenselijk om het initiatief wetsontwerp, om het beleid van strafvermindering af te schaffen en de minimumstraffen voor gewapende overvallen te verhogen, door te voeren. Beide maatregelen zouden de criminaliteit niet terugdringen.
Dit advies gaf de RvA in een brief van 8 juli aan de Gouverneur. In de initiatiefwet van 22 september 2006 werd onder meer voorgesteld het matigingsbeleid af te schaffen. Met matigingsbeleid wordt bedoeld dat op minimumstraffen van vijftien jaar, de rechter de mogelijkheid heeft de straf te verminderen als blijkt dat bepaalde omstandigheden dit noodzakelijk maken. Het gaat dan om bijvoorbeeld de wijze waarop het delict is gepleegd, de persoonlijkheid van de dader, de leeftijd, het ontwikkelingsniveau en de omstandigheden waarin het delict is gepleegd. Als toepassing van het mategingsbeleid - zoals voorgesteld - bij wet verboden wordt, dan ‘kan dit in de praktijk tot zeer onredelijke situaties leiden’, zo licht de RvA toe. Ook voor wat betreft het voorstel om de minimumstraffen te verhogen of uit te breiden, stelt de RvA dat dit niet bijdraagt aan het terugdringen van de criminaliteit. Hiervoor noemt de raad verschillende redenen. Als eerste wordt gesteld dat het verhogen van de minimumstraffen niet past binnen het Antilliaans strafsysteem, dat berust op een groot vertrouwen in het beoordelingsvermogen van de onafhankelijke rechter en het Openbaar Ministerie (OM). Al in 1999 adviseerde de raad op een verzoek van dezelfde strekking dat ‘wil men resultaten bereiken met het drastisch terugdringen van de criminaliteit, het heel belangrijk is dat het beleid uitgaat van een integrale aanpak, waarbij preventie, zelfredzaamheid, repressie en resocialisatie in onderlinge samenhang worden ingezet’. En daarmee komt de raad op de tweede reden van haar negatief advies: ,,Het verzwaren van de straffen kan niet worden gezien als toverformule voor het terugdringen van de criminaliteit.” Het afschrikeffect is er niet ‘indien de pakkans gering is en de mogelijkheid van een effectieve strafexecutie er vaak feitelijk niet is vanwege onvoldoende cellen capaciteit’. Er zou onderzoek moeten worden gedaan naar de aanleiding en aard van zwaar crimineel gedrag om effectieve maatregelen te kunnen treffen die leiden tot afname van de criminaliteit en toename van het veiligheidsgevoel van de burger. Al in 2000 heeft het OM erop gewezen dat het verhogen van straffen niet leidt tot afname van de onrustgevoelens onder de bevolking. De commissie die in 2003 dezelfde mogelijkheden onderzocht voor aanpassing van het Wetboek van Strafrecht, komt tot eenzelfde conclusie. In 2006 komt de regering bovendien met het ‘Plan Veiligheid Nederlandse Antillen (PVNA)’ dat veiligheidsverbetering voor ogen heeft voor alle eilanden. De belangrijkste doelen van het PVNA zijn het tergudringen van de geweldscriminaliteit en het vergroten van het gevoel van veiligheid. ,,Was in het verleden criminaliteitsbeleid vooral gericht op een repressieve aanpak, thans gaat het PVNA uit van een integrale aanpak ter bereiking van de gestelde doelen”, zo meldt de toelichting van de RvA.
WILLEMSTAD - De Raad van Advies (RvA) vindt het niet wenselijk om het initiatief wetsontwerp, om het beleid van strafvermindering af te schaffen en de minimumstraffen voor gewapende overvallen te verhogen, door te voeren. Beide maatregelen zouden de criminaliteit niet terugdringen.
Dit advies gaf de RvA in een brief van 8 juli aan de Gouverneur. In de initiatiefwet van 22 september 2006 werd onder meer voorgesteld het matigingsbeleid af te schaffen. Met matigingsbeleid wordt bedoeld dat op minimumstraffen van vijftien jaar, de rechter de mogelijkheid heeft de straf te verminderen als blijkt dat bepaalde omstandigheden dit noodzakelijk maken. Het gaat dan om bijvoorbeeld de wijze waarop het delict is gepleegd, de persoonlijkheid van de dader, de leeftijd, het ontwikkelingsniveau en de omstandigheden waarin het delict is gepleegd. Als toepassing van het mategingsbeleid - zoals voorgesteld - bij wet verboden wordt, dan ‘kan dit in de praktijk tot zeer onredelijke situaties leiden’, zo licht de RvA toe. Ook voor wat betreft het voorstel om de minimumstraffen te verhogen of uit te breiden, stelt de RvA dat dit niet bijdraagt aan het terugdringen van de criminaliteit. Hiervoor noemt de raad verschillende redenen. Als eerste wordt gesteld dat het verhogen van de minimumstraffen niet past binnen het Antilliaans strafsysteem, dat berust op een groot vertrouwen in het beoordelingsvermogen van de onafhankelijke rechter en het Openbaar Ministerie (OM). Al in 1999 adviseerde de raad op een verzoek van dezelfde strekking dat ‘wil men resultaten bereiken met het drastisch terugdringen van de criminaliteit, het heel belangrijk is dat het beleid uitgaat van een integrale aanpak, waarbij preventie, zelfredzaamheid, repressie en resocialisatie in onderlinge samenhang worden ingezet’. En daarmee komt de raad op de tweede reden van haar negatief advies: ,,Het verzwaren van de straffen kan niet worden gezien als toverformule voor het terugdringen van de criminaliteit.” Het afschrikeffect is er niet ‘indien de pakkans gering is en de mogelijkheid van een effectieve strafexecutie er vaak feitelijk niet is vanwege onvoldoende cellen capaciteit’. Er zou onderzoek moeten worden gedaan naar de aanleiding en aard van zwaar crimineel gedrag om effectieve maatregelen te kunnen treffen die leiden tot afname van de criminaliteit en toename van het veiligheidsgevoel van de burger. Al in 2000 heeft het OM erop gewezen dat het verhogen van straffen niet leidt tot afname van de onrustgevoelens onder de bevolking. De commissie die in 2003 dezelfde mogelijkheden onderzocht voor aanpassing van het Wetboek van Strafrecht, komt tot eenzelfde conclusie. In 2006 komt de regering bovendien met het ‘Plan Veiligheid Nederlandse Antillen (PVNA)’ dat veiligheidsverbetering voor ogen heeft voor alle eilanden. De belangrijkste doelen van het PVNA zijn het tergudringen van de geweldscriminaliteit en het vergroten van het gevoel van veiligheid. ,,Was in het verleden criminaliteitsbeleid vooral gericht op een repressieve aanpak, thans gaat het PVNA uit van een integrale aanpak ter bereiking van de gestelde doelen”, zo meldt de toelichting van de RvA.