De Regering van de Nederlandse Antillen heeft bij monde van de Minister President bekend gemaakt dat op 29 augustus 2008 de verhoging van het minimumloon met 15% wordt afgekondigd. Hiermee wordt Curaçao definitief onder curatele geplaatst. Immers de verhoging van het minimumloon is alleen voor Curaçao van toepassing. Voor de overige eilanden gaat de verhoging op een later naar hun goeddunken en te bepalen tijdstip in.
Het is hoogst opvallend dat de Regering en de Staten gemeend hebben om het verzoek en beleid van het Eilandgebied Curaçao om het minimumloon met hooguit 5% te verhogen volledig hebben genegeerd terwijl wel rekening is gehouden met verzoeken van de overige eilanden. Ergo op St.Maarten is er een belastingverlichting van 5% verstrekt ter compensatie van het verhogen van het minimumloon vorig jaar.
Hoe is het mogelijk dat midden in het staatkundige herstructureringproces waarbij vergroten van de autonomie van de eilanden centraal staat de Regering en de Staten van oordeel zijn dat op het gebied van loonbeleid ingegrepen moet worden op Curaçao.
Dit is niet alleen volledig gebrek aan respect voor het Bestuurscollege van Curaçao maar dient zelf beschouwd te worden als een motie van wantrouwen.
Waar blijven de oppositie partijen van Curaçao die hoog van de daken roepen dat niet getornd mag worden aan de autonomie van het Eiland? Uiterst merkwaardig dat zij kennelijk akkoord gaan dat de andere eilanden besluiten wat goed en niet goed is voor Curaçao.
Voor de burgers van Curaçao is deze politieke vertoning een dieptepunt en uitermate triest.
De VBC herhaalt haar standpunt dat verhogen van het minimumloon gepaard moet gaan met flankerende maatregelen. Dit uitgangspunt is ook erkend door de Staten getuige de unaniem aangenomen motie waarin de Regering wordt opgeroepen om binnen drie maanden met maatregelen te komen om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de Regering kiest voor het eenzijdig verhogen van het minimumloon in plaats van invoering van een evenwichtig en gebalanceerd pakket van maatregelen.
Voor alle duidelijkheid maakt de VBC wederom het pakket van flankerende maatregelen bekend waaraan in haar optiek prioriteit gegeven moet worden:
1) Verlaging belastingen zowel IB als WB ( Op SXM heeft dit in 2007 plaatsgevonden). Voor compensatie “middenklasse” is dit hard nodig.
2) Algehele afschaffing cumulatie OB , invoering eindheffing
3) Versimpelen belastingstelsel ondermeer door afschaffing invoerrechten en deze in de OB te incorporeren.
4) Flexibilisering arbeidsmarkt en wetgeving ondermeer afschaffing ontslagwet, carenzdagen en winkelsluitingswet, herinvoeren leeftijdgrens cessantia en versoepeling LTU/LAV bepalingen.
5) Afschaffen prijzenverordening en deze vervangen voor wet economische mededinging.
6) Vermindering bureaucratie via sanering en professionalisering van het overheidsapparaat.
De VBC kan niet genoeg benadrukken dat de extra inkomsten welke de overheid ontvangt vanwege de stijging van de prijzen van goederen en diensten aangewend moet worden om deze flankerende maatregelen te financieren. Het kan niet zo zijn dat deze middelen gebruikt worden om begrotingstekorten te dichten. Deze additionele inkomsten moeten teruggegeven worden aan de burgers anders wordt een situatie gecreëerd waarin de overheid voorstander zou zijn van verhogen van de inflatie. Dit zou pervers zijn.
Het is hoogst opvallend dat de Regering en de Staten gemeend hebben om het verzoek en beleid van het Eilandgebied Curaçao om het minimumloon met hooguit 5% te verhogen volledig hebben genegeerd terwijl wel rekening is gehouden met verzoeken van de overige eilanden. Ergo op St.Maarten is er een belastingverlichting van 5% verstrekt ter compensatie van het verhogen van het minimumloon vorig jaar.
Hoe is het mogelijk dat midden in het staatkundige herstructureringproces waarbij vergroten van de autonomie van de eilanden centraal staat de Regering en de Staten van oordeel zijn dat op het gebied van loonbeleid ingegrepen moet worden op Curaçao.
Dit is niet alleen volledig gebrek aan respect voor het Bestuurscollege van Curaçao maar dient zelf beschouwd te worden als een motie van wantrouwen.
Waar blijven de oppositie partijen van Curaçao die hoog van de daken roepen dat niet getornd mag worden aan de autonomie van het Eiland? Uiterst merkwaardig dat zij kennelijk akkoord gaan dat de andere eilanden besluiten wat goed en niet goed is voor Curaçao.
Voor de burgers van Curaçao is deze politieke vertoning een dieptepunt en uitermate triest.
De VBC herhaalt haar standpunt dat verhogen van het minimumloon gepaard moet gaan met flankerende maatregelen. Dit uitgangspunt is ook erkend door de Staten getuige de unaniem aangenomen motie waarin de Regering wordt opgeroepen om binnen drie maanden met maatregelen te komen om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de Regering kiest voor het eenzijdig verhogen van het minimumloon in plaats van invoering van een evenwichtig en gebalanceerd pakket van maatregelen.
Voor alle duidelijkheid maakt de VBC wederom het pakket van flankerende maatregelen bekend waaraan in haar optiek prioriteit gegeven moet worden:
1) Verlaging belastingen zowel IB als WB ( Op SXM heeft dit in 2007 plaatsgevonden). Voor compensatie “middenklasse” is dit hard nodig.
2) Algehele afschaffing cumulatie OB , invoering eindheffing
3) Versimpelen belastingstelsel ondermeer door afschaffing invoerrechten en deze in de OB te incorporeren.
4) Flexibilisering arbeidsmarkt en wetgeving ondermeer afschaffing ontslagwet, carenzdagen en winkelsluitingswet, herinvoeren leeftijdgrens cessantia en versoepeling LTU/LAV bepalingen.
5) Afschaffen prijzenverordening en deze vervangen voor wet economische mededinging.
6) Vermindering bureaucratie via sanering en professionalisering van het overheidsapparaat.
De VBC kan niet genoeg benadrukken dat de extra inkomsten welke de overheid ontvangt vanwege de stijging van de prijzen van goederen en diensten aangewend moet worden om deze flankerende maatregelen te financieren. Het kan niet zo zijn dat deze middelen gebruikt worden om begrotingstekorten te dichten. Deze additionele inkomsten moeten teruggegeven worden aan de burgers anders wordt een situatie gecreëerd waarin de overheid voorstander zou zijn van verhogen van de inflatie. Dit zou pervers zijn.