bron: de Volkskrant
Misschien gaf het snoeiharde oordeel van een Nederlandse onderzoeksclub, eerder dit jaar, over de politiekorpsen op de Nederlandse Antillen het laatste duwtje.
De Antilliaanse politie zou ‘beneden niveau’ functioneren en ‘in belangrijke mate leiderschap, management en sturing’ ontberen. Zo groot was de woede op de Antillen over dit rapport – ongenuanceerde vuilspuiterij, was de reactie – dat Nederland het in een la heeft gestopt.
Of misschien was het proces van staatkundige vernieuwing sowieso te zwaar beladen, met onderling wantrouwen en onbegrip.
Hoe het ook zij, de ontmanteling van de Nederlandse Antillen is in zwaar weer terecht gekomen. Een conflict over een reorganisatie van de Antilliaanse politie loopt zo hoog op dat een tijdige herinrichting van het Koninkrijk in gevaar is.
Als CDA-staatssecretaris Ank Bijleveld, vanuit Nederland politiek verantwoordelijk, deze week de Antillen bezoekt, wacht haar een reeks spannende gesprekken. Het wordt de dood of de gladiolen.
De politieruzie is symbool geworden voor alles wat niet lekker loopt in het proces. Want eigenlijk gaat het conflict maar een beetje over de vraag hoe zelfstandig de eilandelijke politie straks mag zijn. Erachter schuilen diepgewortelde frustraties en sterk uiteenlopende verwachtingen.
De Antillen benaderen veel vanuit het vermoeden dat Nederland ze ziet als een weerspannige puber, en dat de autonomie die Curaçao en Sint-Maarten in het vooruitzicht is gesteld een wassen neus is.
Nederland ondertussen beziet de zaak vanuit de maakbaarheidsgedachte: wij komen iets goeds brengen – fatsoenlijk bestuur, corruptiebestrijding, professionaliteit, in het belang van de bevolking. We nemen miljarden mee – en wie betaalt mag bepalen. Dan vinden we het nogal irritant dat jullie meteen ‘kolonialisme’ gaan brullen.
De nieuwe politiestructuur vloeit voort uit de herinrichting van het Koninkrijk. De inzet is dat het Koninkrijk groeit van drie landen nu (Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba) naar vier: Aruba blijft, het land Nederlandse Antillen wordt omgevormd in de nieuwe landen Curaçao en Sint- Maarten. De resterende eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba gaan rechtstreeks onder Nederland vallen als een soort gemeente. Daarmee zijn de kleinere eilanden af van de dominantie van Curaçao. En Curaçao krijgt de felbegeerde status van autonoom-land-mét-behoud-van-koningin-Beatrix.
Er liggen nog horden op de weg. Zoals de Nederlandse eis van ‘goed bestuur’ en prudent beheer van de overheidsgelden, in ruil voor 2,2 miljard euro aan schuldsanering. De rechtsstaat moet naar behoren functioneren – derhalve ook de politie.
Nu werkt de Antilliaanse politie nog voor alle vijf de eilanden. De twee nieuwe landen Curaçao (137 duizend inwoners) en Sint-Maarten (39 duizend inwoners) willen straks allebei een eigen, compleet politiekorps met alle toeters en bellen. Je wordt immers een autonoom land, nietwaar?
Nederland vindt dat een tikje overdreven – en duur bovendien. Daarom wil Nederland dat er, naast simpele korpsen op Curaçao, Sint-Maarten en de Bes-eilanden, een vierde, soort overkoepelend korps komt. Dat moet de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit coördineren. Kwesties als drugszaken, witteboordencriminaliteit en grote milieuovertredingen behandelen. En zaken als automatisering en inkoop van wapens en auto’s centraal regelen. Dat is efficiënt, vindt Nederland.
De eilanden – Curaçao voorop – voelen daar evenwel niks voor. Zij zien een verkapte poging tot rekolonisatie van de politie. Zo’n vierde korps gaat ongeveer alles doen, behalve het verkeer regelen en simpele inbrekers vangen, wordt gezegd. Zo wordt de nieuw verworven autonomie per kerende post afgepakt.
De verdenking dat Nederland de controle wil overnemen wordt gevoed door eerder genoemd rapport, dat gehakt maakt van de toestand bij het Antilliaanse politiekorps. Dat document heeft een bijzondere geschiedenis – het was nooit de bedoeling dat het openbaar zou worden. Maar het lekte uit.
Voor dat rapport lichtte een team van de politie Rotterdam-Rijnmond de Antilliaanse collega’s door. Teamleider Hans Vissers – de plaatsvervangend korpschef Rotterdam-Rijnmond – moest voorstellen doen voor de nieuwe politieorganisatie. Maar Vissers schrok zich te pletter van wat hij aantrof en schreef dat onverbloemd op in een verslag dat hij Nu of nooit noemde. Samengevat: de politie op de Antillen faalt op alle fronten.
Kennis en opleidingsniveau rammelen, het management is van likmevestje, voor integriteit is weinig aandacht en het is er all chiefs, no indians: het wemelt er van de leidinggevenden. Vissers spoort aan tot ‘een omvangrijke reorganisatie waarbij de verantwoordelijkheid in handen wordt gelegd van Nederlandse politiemensen’.
De reactie van de lokale vakbonden was bondig: ‘Nu niet en nooit niet.’
Vrijwel alle hoogmogenden die je spreekt op Curaçao of Sint-Maarten kunnen niet uit over het rapport en vermoeden een complot. Vooral de toonzetting wordt geattaqueerd en de conclusie dat de ganse boel onder Nederlandse curatele moet worden geplaatst. ‘Onnodig denigrerend.’ ‘Stigmatiserend.’ ‘Totale arrogantie.’ Er wordt gewezen op feitelijke onjuistheden en op toestanden die juist konden ontstaan doordat Nederland vroeger heeft gefaald
Ook Nederlandse ambtenaren zijn geschrokken van het rapport. Niet omdat het grotelijks bezijden de waarheid zou zijn, want veel observaties zijn geen enorme verrassing (al wordt er in Den Haag ook op gewezen dat er grote vooruitgang is geboekt bij het oplossen van gewelddadige overvallen door nieuwe overvalteams).
De ambtenarenschrik zit ’m erin dat de recht-voor-zijn-raap-toon een precair onderhandelingsproces zodanig heeft verstoord dat normaal praten heel moeilijk is geworden.
Mede daarom hebben Vissers’ bevindingen nooit een formele status gekregen en heeft staatssecretaris Bijleveld nimmer de conclusies tot de hare gemaakt. Maar de geest is uit de fles.
Aan de vooravond van Bijlevelds bezoek trad de ene na de andere Antilliaanse bestuurder in de openbaarheid om te verduidelijken dat zo’n vierde korps er nimmer zal komen.
Bijleveld houdt evenwel voet bij stuk. Er is geen Haagse ambtenaar die gelooft dat de rechtsstaat gediend is bij de Curaçaose en Sint-Maartense wensen. De Tweede Kamer, die een steeds kritischer houding jegens de Antillen aanneemt, zit Bijleveld achter de broek om niet toe geven – als ze dat al zou overwegen.
Zo is een patstelling ontstaan die de hoopvolle vooruitgang op andere terreinen – financieel beheer, goed bestuur – overschaduwt. Er was een feestdag gepland op 15 december, omdat dan alle nieuwe wetgeving af zou zijn. Maar zolang de politiekwestie duurt, moet die feestdag uitgesteld worden.
Zoveel uitstel kan het proces niet velen. In 2011 treedt een nieuw Nederlands bewindspersoon aan die het hoofdpijndossier Antillen krijgt. En op de Antillen wil de regering nogal eens vallen. Een kleine verschuiving in de politieke verhoudingen aan gene zijde van de Atlantische Oceaan kan betekenen dat er een streep gaat door alle afspraken.
Misschien gaf het snoeiharde oordeel van een Nederlandse onderzoeksclub, eerder dit jaar, over de politiekorpsen op de Nederlandse Antillen het laatste duwtje.
De Antilliaanse politie zou ‘beneden niveau’ functioneren en ‘in belangrijke mate leiderschap, management en sturing’ ontberen. Zo groot was de woede op de Antillen over dit rapport – ongenuanceerde vuilspuiterij, was de reactie – dat Nederland het in een la heeft gestopt.
Of misschien was het proces van staatkundige vernieuwing sowieso te zwaar beladen, met onderling wantrouwen en onbegrip.
Hoe het ook zij, de ontmanteling van de Nederlandse Antillen is in zwaar weer terecht gekomen. Een conflict over een reorganisatie van de Antilliaanse politie loopt zo hoog op dat een tijdige herinrichting van het Koninkrijk in gevaar is.
Als CDA-staatssecretaris Ank Bijleveld, vanuit Nederland politiek verantwoordelijk, deze week de Antillen bezoekt, wacht haar een reeks spannende gesprekken. Het wordt de dood of de gladiolen.
De politieruzie is symbool geworden voor alles wat niet lekker loopt in het proces. Want eigenlijk gaat het conflict maar een beetje over de vraag hoe zelfstandig de eilandelijke politie straks mag zijn. Erachter schuilen diepgewortelde frustraties en sterk uiteenlopende verwachtingen.
De Antillen benaderen veel vanuit het vermoeden dat Nederland ze ziet als een weerspannige puber, en dat de autonomie die Curaçao en Sint-Maarten in het vooruitzicht is gesteld een wassen neus is.
Nederland ondertussen beziet de zaak vanuit de maakbaarheidsgedachte: wij komen iets goeds brengen – fatsoenlijk bestuur, corruptiebestrijding, professionaliteit, in het belang van de bevolking. We nemen miljarden mee – en wie betaalt mag bepalen. Dan vinden we het nogal irritant dat jullie meteen ‘kolonialisme’ gaan brullen.
De nieuwe politiestructuur vloeit voort uit de herinrichting van het Koninkrijk. De inzet is dat het Koninkrijk groeit van drie landen nu (Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba) naar vier: Aruba blijft, het land Nederlandse Antillen wordt omgevormd in de nieuwe landen Curaçao en Sint- Maarten. De resterende eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba gaan rechtstreeks onder Nederland vallen als een soort gemeente. Daarmee zijn de kleinere eilanden af van de dominantie van Curaçao. En Curaçao krijgt de felbegeerde status van autonoom-land-mét-behoud-van-koningin-Beatrix.
Er liggen nog horden op de weg. Zoals de Nederlandse eis van ‘goed bestuur’ en prudent beheer van de overheidsgelden, in ruil voor 2,2 miljard euro aan schuldsanering. De rechtsstaat moet naar behoren functioneren – derhalve ook de politie.
Nu werkt de Antilliaanse politie nog voor alle vijf de eilanden. De twee nieuwe landen Curaçao (137 duizend inwoners) en Sint-Maarten (39 duizend inwoners) willen straks allebei een eigen, compleet politiekorps met alle toeters en bellen. Je wordt immers een autonoom land, nietwaar?
Nederland vindt dat een tikje overdreven – en duur bovendien. Daarom wil Nederland dat er, naast simpele korpsen op Curaçao, Sint-Maarten en de Bes-eilanden, een vierde, soort overkoepelend korps komt. Dat moet de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit coördineren. Kwesties als drugszaken, witteboordencriminaliteit en grote milieuovertredingen behandelen. En zaken als automatisering en inkoop van wapens en auto’s centraal regelen. Dat is efficiënt, vindt Nederland.
De eilanden – Curaçao voorop – voelen daar evenwel niks voor. Zij zien een verkapte poging tot rekolonisatie van de politie. Zo’n vierde korps gaat ongeveer alles doen, behalve het verkeer regelen en simpele inbrekers vangen, wordt gezegd. Zo wordt de nieuw verworven autonomie per kerende post afgepakt.
De verdenking dat Nederland de controle wil overnemen wordt gevoed door eerder genoemd rapport, dat gehakt maakt van de toestand bij het Antilliaanse politiekorps. Dat document heeft een bijzondere geschiedenis – het was nooit de bedoeling dat het openbaar zou worden. Maar het lekte uit.
Voor dat rapport lichtte een team van de politie Rotterdam-Rijnmond de Antilliaanse collega’s door. Teamleider Hans Vissers – de plaatsvervangend korpschef Rotterdam-Rijnmond – moest voorstellen doen voor de nieuwe politieorganisatie. Maar Vissers schrok zich te pletter van wat hij aantrof en schreef dat onverbloemd op in een verslag dat hij Nu of nooit noemde. Samengevat: de politie op de Antillen faalt op alle fronten.
Kennis en opleidingsniveau rammelen, het management is van likmevestje, voor integriteit is weinig aandacht en het is er all chiefs, no indians: het wemelt er van de leidinggevenden. Vissers spoort aan tot ‘een omvangrijke reorganisatie waarbij de verantwoordelijkheid in handen wordt gelegd van Nederlandse politiemensen’.
De reactie van de lokale vakbonden was bondig: ‘Nu niet en nooit niet.’
Vrijwel alle hoogmogenden die je spreekt op Curaçao of Sint-Maarten kunnen niet uit over het rapport en vermoeden een complot. Vooral de toonzetting wordt geattaqueerd en de conclusie dat de ganse boel onder Nederlandse curatele moet worden geplaatst. ‘Onnodig denigrerend.’ ‘Stigmatiserend.’ ‘Totale arrogantie.’ Er wordt gewezen op feitelijke onjuistheden en op toestanden die juist konden ontstaan doordat Nederland vroeger heeft gefaald
Ook Nederlandse ambtenaren zijn geschrokken van het rapport. Niet omdat het grotelijks bezijden de waarheid zou zijn, want veel observaties zijn geen enorme verrassing (al wordt er in Den Haag ook op gewezen dat er grote vooruitgang is geboekt bij het oplossen van gewelddadige overvallen door nieuwe overvalteams).
De ambtenarenschrik zit ’m erin dat de recht-voor-zijn-raap-toon een precair onderhandelingsproces zodanig heeft verstoord dat normaal praten heel moeilijk is geworden.
Mede daarom hebben Vissers’ bevindingen nooit een formele status gekregen en heeft staatssecretaris Bijleveld nimmer de conclusies tot de hare gemaakt. Maar de geest is uit de fles.
Aan de vooravond van Bijlevelds bezoek trad de ene na de andere Antilliaanse bestuurder in de openbaarheid om te verduidelijken dat zo’n vierde korps er nimmer zal komen.
Bijleveld houdt evenwel voet bij stuk. Er is geen Haagse ambtenaar die gelooft dat de rechtsstaat gediend is bij de Curaçaose en Sint-Maartense wensen. De Tweede Kamer, die een steeds kritischer houding jegens de Antillen aanneemt, zit Bijleveld achter de broek om niet toe geven – als ze dat al zou overwegen.
Zo is een patstelling ontstaan die de hoopvolle vooruitgang op andere terreinen – financieel beheer, goed bestuur – overschaduwt. Er was een feestdag gepland op 15 december, omdat dan alle nieuwe wetgeving af zou zijn. Maar zolang de politiekwestie duurt, moet die feestdag uitgesteld worden.
Zoveel uitstel kan het proces niet velen. In 2011 treedt een nieuw Nederlands bewindspersoon aan die het hoofdpijndossier Antillen krijgt. En op de Antillen wil de regering nogal eens vallen. Een kleine verschuiving in de politieke verhoudingen aan gene zijde van de Atlantische Oceaan kan betekenen dat er een streep gaat door alle afspraken.