bron nieuwsbrief Nicis Institute
"Het belang van het 'instituut' gezin wordt de laatste jaren steeds beter erkend. Dat zie je op verschillende terreinen en niet in de laatste plaats bij de dienst waar ik hoofd van ben, Bureau Vrouwenzaken. Het is niet voor niets dat we momenteel de transformatie ondergaan van Bureau Vrouwenzaken naar Bureau Familiezaken".
Aan het woord is Jeanette Juliet-Pablo, hoofd van Bureau Vrouwenzaken op het eiland Curaçao en lid van de SKCN werkgroep op Curaçao. "De focus komt heel anders te liggen. We stappen bijvoorbeeld af van het idee dat een tienermoeder per definitie een probleem is voor onze samenleving. Dat hangt namelijk maar net af van de sociale situatie waarin die tienermoeder zich bevindt. Is er een vader aanwezig die zijn verantwoordelijkheid neemt? En hoe zit het met de rest van de familie, biedt die ondersteuning? Als we daar een goed gevoel bij hebben dan is er balans en dan kan een tienermoeder prima functioneren. Zoals dat in het verleden ook altijd al was."
"Het betekent wel dat we ons werkterrein moeten verbreden want de sociale omgeving wordt belangrijker. Dat vraagt om meer inzet en ook meer expertise bij onze collega’s. Voldoende capaciteit en goed opgeleide hulpverleners zijn essentieel. Ook kennis van onze wijken is ontzettend belangrijk." Juliet-Pablo geeft aan dat zij ook voorzitter van Unidat di Bario, een overkoepelend orgaan van wijkverenigingen, is. "Wijken zijn van oudsher een sociale structuur voor onze samenleving geweest, maar dat brokkelt langzaam af. Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen. Het is van belang dat we ze ook écht kennen, en onderbouwen met feiten. Meer onderzoek zou helpen om daar beter zicht op te krijgen. Uiteindelijk helpt ons dat ook om de hulpverlening voor problematische gezinnen beter in te richten."
"Ik ervaar dus dat er veel belang gehecht wordt aan ons werk, zowel hier als in Nederland. Helaas betekent dat niet altijd dat er voldoende middelen beschikbaar zijn voor ons werk." Juliet-Pablo geeft aan dat het dan niet alleen over geld gaat. "We moeten hard werken aan een goede afstemming tussen de verschillende hulpverlenende instanties. En een echte visie voor de langere termijn ontbreekt. Dat heeft ook te maken met de financiering van ons werk. Vaak zijn dit programma’s die kort lopen en die bovendien hun oorsprong kennen buiten de overheid. Dan kun je dus in korte tijd iets zinvols opbouwen, zonder dat je weet of je het duurzaam kunt maken. Ik ben wel eens jaloers op de economische sector. Daar zijn vaak voldoende middelen om een ontwikkeling lang vol te houden. In de sociale sector zouden we dat meer moeten doen."
"Het Sociaal Kennisnetwerk Curaçao Nederland (SKCN) is voor mij een interessant project”, aldus Juliet Pablo. "Ik ben benieuwd hoe we de samenwerking met Nederland duurzamer kunnen maken dan die nu is. In het verleden heb ik vaak te maken gehad met Nederlandse instanties en dat is heel inspirerend. Maar de lange termijn, het écht leren werken met elkaar, dat kwam er vaak niet van. Ik denk dat het SKCN daarin een voortrekkersrol kan vervullen, zowel in de uitvoering als bij het initiëren van relevant onderzoek. Gemakkelijk zal het niet worden. Ik vraag me bijvoorbeeld af of de karakteristieken van Curaçaose risicojongeren hier en in Nederland wel één op één te vergelijken zijn. Maar daar kom je pas achter door kennis met elkaar te delen. Hopelijk gaan we dat veel doen de komende tijd."
"Het belang van het 'instituut' gezin wordt de laatste jaren steeds beter erkend. Dat zie je op verschillende terreinen en niet in de laatste plaats bij de dienst waar ik hoofd van ben, Bureau Vrouwenzaken. Het is niet voor niets dat we momenteel de transformatie ondergaan van Bureau Vrouwenzaken naar Bureau Familiezaken".
Aan het woord is Jeanette Juliet-Pablo, hoofd van Bureau Vrouwenzaken op het eiland Curaçao en lid van de SKCN werkgroep op Curaçao. "De focus komt heel anders te liggen. We stappen bijvoorbeeld af van het idee dat een tienermoeder per definitie een probleem is voor onze samenleving. Dat hangt namelijk maar net af van de sociale situatie waarin die tienermoeder zich bevindt. Is er een vader aanwezig die zijn verantwoordelijkheid neemt? En hoe zit het met de rest van de familie, biedt die ondersteuning? Als we daar een goed gevoel bij hebben dan is er balans en dan kan een tienermoeder prima functioneren. Zoals dat in het verleden ook altijd al was."
"Het betekent wel dat we ons werkterrein moeten verbreden want de sociale omgeving wordt belangrijker. Dat vraagt om meer inzet en ook meer expertise bij onze collega’s. Voldoende capaciteit en goed opgeleide hulpverleners zijn essentieel. Ook kennis van onze wijken is ontzettend belangrijk." Juliet-Pablo geeft aan dat zij ook voorzitter van Unidat di Bario, een overkoepelend orgaan van wijkverenigingen, is. "Wijken zijn van oudsher een sociale structuur voor onze samenleving geweest, maar dat brokkelt langzaam af. Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen. Het is van belang dat we ze ook écht kennen, en onderbouwen met feiten. Meer onderzoek zou helpen om daar beter zicht op te krijgen. Uiteindelijk helpt ons dat ook om de hulpverlening voor problematische gezinnen beter in te richten."
"Ik ervaar dus dat er veel belang gehecht wordt aan ons werk, zowel hier als in Nederland. Helaas betekent dat niet altijd dat er voldoende middelen beschikbaar zijn voor ons werk." Juliet-Pablo geeft aan dat het dan niet alleen over geld gaat. "We moeten hard werken aan een goede afstemming tussen de verschillende hulpverlenende instanties. En een echte visie voor de langere termijn ontbreekt. Dat heeft ook te maken met de financiering van ons werk. Vaak zijn dit programma’s die kort lopen en die bovendien hun oorsprong kennen buiten de overheid. Dan kun je dus in korte tijd iets zinvols opbouwen, zonder dat je weet of je het duurzaam kunt maken. Ik ben wel eens jaloers op de economische sector. Daar zijn vaak voldoende middelen om een ontwikkeling lang vol te houden. In de sociale sector zouden we dat meer moeten doen."
"Het Sociaal Kennisnetwerk Curaçao Nederland (SKCN) is voor mij een interessant project”, aldus Juliet Pablo. "Ik ben benieuwd hoe we de samenwerking met Nederland duurzamer kunnen maken dan die nu is. In het verleden heb ik vaak te maken gehad met Nederlandse instanties en dat is heel inspirerend. Maar de lange termijn, het écht leren werken met elkaar, dat kwam er vaak niet van. Ik denk dat het SKCN daarin een voortrekkersrol kan vervullen, zowel in de uitvoering als bij het initiëren van relevant onderzoek. Gemakkelijk zal het niet worden. Ik vraag me bijvoorbeeld af of de karakteristieken van Curaçaose risicojongeren hier en in Nederland wel één op één te vergelijken zijn. Maar daar kom je pas achter door kennis met elkaar te delen. Hopelijk gaan we dat veel doen de komende tijd."