bron Het Juridisch Dagblad
Hof laat werknemers toe tot aanvullend bewijs 70 uur per week huishoudelijk werk
Arbeidsrecht, Antillenzaak. Twee werknemers te Sint Maarten stellen dat zij gedurende hun dienstverband stelselmatig hebben overgewerkt. Ingevolge artikel 8 lid 1 van de Arbeidsregeling 2000 (hierna te noemen: de Arbeidsregeling) mocht de arbeidsduur van [werknemer], berekend over een periode van vier weken, niet meer dan 40 uur per week bedragen.
Ten aanzien van huishoudelijk personeel geldt een maximum van 55 uur. Het Hof stelt vast dat zij 15 uur per week is overgewerkt. A hell of a job, amper tijd voor een dutje...
'4.5 Ten aanzien van huishoudelijk personeel is in artikel 25 lid 1 van de Arbeidsregeling onder meer bepaald dat de arbeidsduur per week ten hoogste 55 uren bedraagt, de werknemer in iedere periode van 7 dagen zijn wekelijkse rustdag geniet, de arbeidstijd in beginsel tussen 6.00 en 22.00 uur ligt, tenzij de dienstbetrekking uitsluitend of hoofdzakelijk ziet op de verzorging van de natuurlijke persoon of één of meer van diens huisgenoten en deze verzorging uitsluitend of hoofdzakelijk dient plaats te vinden buiten die tijdstippen, en de werknemer gedurende feestdagen is vrijgesteld van dienst met behoud van loon.
Gesteld noch gebleken is dat vorengenoemde uitzonderingssituatie ten aanzien van de arbeidstijd zich voordeed. [werkgever] heeft erkend, dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist, dat [werkneemster] alle dagen kookte en schoonmaakte.
Dat valt immers te lezen in de verklaring die hij op 4 februari 2006 ten overstaan van de politie heeft afgelegd en waarnaar hij, bij wege van verweer, heeft verwezen. Hij heeft daarbij ook verklaard dat zijn familie om uiterlijk 21.30 uur klaar was met het avondeten, waarna het de taak van [werkneemster] was om af te wassen en de keuken op te ruimen. Daaruit leidt het Hof af dat het ook moet zijn voorgekomen dat [werkneemster] pas na 22.00 uur klaar was met werken.
Het Hof bepaalt het aantal dagen dat zij (tenminste) tot 23.00 uur heeft gewerkt, schattenderwijs op 3 per week. Ten aanzien van de werkzaamheden van [werkneemster] heeft [werkgever] – kort gezegd – verklaard dat [werkneemster] na het opstaan begon met het koken van de lunch – welke voor 12.00 uur werd opgehaald om in de winkel te nuttigen –, een dutje deed wanneer de kinderen uit school kwamen, vervolgens het huis moest opruimen en schoonmaken en (één maal per week) de was moest doen en strijken, om vervolgens het avondeten te koken en daarna af te wassen en de keuken op te ruimen.
Daaruit leidt het Hof af dat [werkneemster] in de visie van [werkgever] tenminste 10 uur per dag werkte (voor zover [werkgever] zich op het standpunt wil stellen dat [werkneemster] minder dan 10 uur per dag bezig was, heeft hij dat onvoldoende gemotiveerd gedaan), hetgeen neerkomt op 70 uur per week; 15 uur meer dan wettelijk toegestaan.
Die overwerkuren dienen, evenals de uren na 22.00 uur, beloond te worden met een toeslag van 50% van het loon, terwijl de arbeid verricht op rust- en feestdagen dient te worden beloond met een toeslag van 100% van het loon.
Beiden mogen nog bewijs leveren dat zij nog meer overwerk hebben verricht, zoals zij stellen. Wat betreft het geschil over een ingevulde kwitantie wordt ook pas beslist nadat werknemer gelegenheid is gegeven het bewijs aan te vullen.'
Hof laat werknemers toe tot aanvullend bewijs 70 uur per week huishoudelijk werk
Arbeidsrecht, Antillenzaak. Twee werknemers te Sint Maarten stellen dat zij gedurende hun dienstverband stelselmatig hebben overgewerkt. Ingevolge artikel 8 lid 1 van de Arbeidsregeling 2000 (hierna te noemen: de Arbeidsregeling) mocht de arbeidsduur van [werknemer], berekend over een periode van vier weken, niet meer dan 40 uur per week bedragen.
Ten aanzien van huishoudelijk personeel geldt een maximum van 55 uur. Het Hof stelt vast dat zij 15 uur per week is overgewerkt. A hell of a job, amper tijd voor een dutje...
'4.5 Ten aanzien van huishoudelijk personeel is in artikel 25 lid 1 van de Arbeidsregeling onder meer bepaald dat de arbeidsduur per week ten hoogste 55 uren bedraagt, de werknemer in iedere periode van 7 dagen zijn wekelijkse rustdag geniet, de arbeidstijd in beginsel tussen 6.00 en 22.00 uur ligt, tenzij de dienstbetrekking uitsluitend of hoofdzakelijk ziet op de verzorging van de natuurlijke persoon of één of meer van diens huisgenoten en deze verzorging uitsluitend of hoofdzakelijk dient plaats te vinden buiten die tijdstippen, en de werknemer gedurende feestdagen is vrijgesteld van dienst met behoud van loon.
Gesteld noch gebleken is dat vorengenoemde uitzonderingssituatie ten aanzien van de arbeidstijd zich voordeed. [werkgever] heeft erkend, dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist, dat [werkneemster] alle dagen kookte en schoonmaakte.
Dat valt immers te lezen in de verklaring die hij op 4 februari 2006 ten overstaan van de politie heeft afgelegd en waarnaar hij, bij wege van verweer, heeft verwezen. Hij heeft daarbij ook verklaard dat zijn familie om uiterlijk 21.30 uur klaar was met het avondeten, waarna het de taak van [werkneemster] was om af te wassen en de keuken op te ruimen. Daaruit leidt het Hof af dat het ook moet zijn voorgekomen dat [werkneemster] pas na 22.00 uur klaar was met werken.
Het Hof bepaalt het aantal dagen dat zij (tenminste) tot 23.00 uur heeft gewerkt, schattenderwijs op 3 per week. Ten aanzien van de werkzaamheden van [werkneemster] heeft [werkgever] – kort gezegd – verklaard dat [werkneemster] na het opstaan begon met het koken van de lunch – welke voor 12.00 uur werd opgehaald om in de winkel te nuttigen –, een dutje deed wanneer de kinderen uit school kwamen, vervolgens het huis moest opruimen en schoonmaken en (één maal per week) de was moest doen en strijken, om vervolgens het avondeten te koken en daarna af te wassen en de keuken op te ruimen.
Daaruit leidt het Hof af dat [werkneemster] in de visie van [werkgever] tenminste 10 uur per dag werkte (voor zover [werkgever] zich op het standpunt wil stellen dat [werkneemster] minder dan 10 uur per dag bezig was, heeft hij dat onvoldoende gemotiveerd gedaan), hetgeen neerkomt op 70 uur per week; 15 uur meer dan wettelijk toegestaan.
Die overwerkuren dienen, evenals de uren na 22.00 uur, beloond te worden met een toeslag van 50% van het loon, terwijl de arbeid verricht op rust- en feestdagen dient te worden beloond met een toeslag van 100% van het loon.
Beiden mogen nog bewijs leveren dat zij nog meer overwerk hebben verricht, zoals zij stellen. Wat betreft het geschil over een ingevulde kwitantie wordt ook pas beslist nadat werknemer gelegenheid is gegeven het bewijs aan te vullen.'