bron UNA
Achterstallig personeelsbeleid laatste jaren ingehaald
Om misverstanden te voorkomen heeft rector magnificus prof Jeanne de Bruijn de vakbonden ABVO en Sitek zowel in gesprekken als op schrift uitvoerig ingelicht over het personeel- en beloningsbeleid bij de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA). Dwars door het corps medewerkers van de universiteit heen is er schoon schip gehouden voor wat betreft salariëring en rechtspositie. Daar profiteren zeker 60 UNA medewerkers van.
Het verloop van het overleg begin deze maand tussen de vakbonden en de leiding van de UNA viel bij beide partijen in goede aarde. Conform de afspraak deed de rector vervolgens de bonden op schrift uit de doeken hoe in diverse trajecten werk is gemaakt van achterstalligheid op diverse aspecten van het personeelsbeleid. De aangetrokken HRM (human resources manager) zette tussen 2003 en 2007 recht wat er mankeerde aan eisen voor aanstelling en bevordering op functies door alle gelederen heen, van laag tot hoog. De laatste die daarvoor in aanmerking kwamen waren de staffunctionarissen. Er is met terugwerkende kracht, soms van heel wat jaren, rechtgezet wat scheef was gegroeid. Met de nieuwe rechtspositie was er bij de UNA medewerkers geen sprake meer van achterstallige salarisrechten.
Voorts vond er een uitgebreide ronde plaats van functiebeschrijving en -waardering. Daar rolde uiteindelijk uit voort dat er voor het UNA personeel een CAO zou komen. Uit onderhandelingen kwam een CAO tekst voort voor de periode 2008-2010, maar daarbij werd afgesproken om overleg voor een nieuwe salarisstructuur te verschuiven naar de volgende ronde van CAO onderhandelingen die halverwege 2009 van start gaat.
In het verlengde van het voorgaande is ook gekeken wat er gedaan kan worden voor diegenen die op hun eindrang zitten en die ondanks een positieve beoordeling geen periodiek meer kunnen krijgen. Hoewel dit bij de landsambtenaren ongebruikelijk is, is voor die groep bij de UNA een voorziening getroffen in de vorm van een eenmalige uitkering per jaar.
Op die manier heeft de leiding van de UNA de vakbonden aangegeven hoe alle medewerkers van de universiteit, ongeacht hun functie, gelijk zijn behandeld. Van de totaal 95 UNA medewerkers – verspreid over alle afdelingen en faculteiten en zowel wetenschappelijk als niet wetenschappelijk personeel – genieten zeker 60 dankzij deze exercities van jaren de nodige aanpassingen nu van een betere rechtspositie. In sommige gevallen ging dat proces van rechtzetting vele jaren terug; in één geval zelfs helemaal tot 1987. Mochten er toch nog hier of daar nog onduidelijkheden bestaan, dan is de rector magnificus bereid om hierover met vertegenwoordigers van de twee vakbonden rond de tafel te zitten. In dat geval nodigt zij Sitek en ABVO uit voor vervolgoverleg.
Achterstallig personeelsbeleid laatste jaren ingehaald
Om misverstanden te voorkomen heeft rector magnificus prof Jeanne de Bruijn de vakbonden ABVO en Sitek zowel in gesprekken als op schrift uitvoerig ingelicht over het personeel- en beloningsbeleid bij de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA). Dwars door het corps medewerkers van de universiteit heen is er schoon schip gehouden voor wat betreft salariëring en rechtspositie. Daar profiteren zeker 60 UNA medewerkers van.
Het verloop van het overleg begin deze maand tussen de vakbonden en de leiding van de UNA viel bij beide partijen in goede aarde. Conform de afspraak deed de rector vervolgens de bonden op schrift uit de doeken hoe in diverse trajecten werk is gemaakt van achterstalligheid op diverse aspecten van het personeelsbeleid. De aangetrokken HRM (human resources manager) zette tussen 2003 en 2007 recht wat er mankeerde aan eisen voor aanstelling en bevordering op functies door alle gelederen heen, van laag tot hoog. De laatste die daarvoor in aanmerking kwamen waren de staffunctionarissen. Er is met terugwerkende kracht, soms van heel wat jaren, rechtgezet wat scheef was gegroeid. Met de nieuwe rechtspositie was er bij de UNA medewerkers geen sprake meer van achterstallige salarisrechten.
Voorts vond er een uitgebreide ronde plaats van functiebeschrijving en -waardering. Daar rolde uiteindelijk uit voort dat er voor het UNA personeel een CAO zou komen. Uit onderhandelingen kwam een CAO tekst voort voor de periode 2008-2010, maar daarbij werd afgesproken om overleg voor een nieuwe salarisstructuur te verschuiven naar de volgende ronde van CAO onderhandelingen die halverwege 2009 van start gaat.
In het verlengde van het voorgaande is ook gekeken wat er gedaan kan worden voor diegenen die op hun eindrang zitten en die ondanks een positieve beoordeling geen periodiek meer kunnen krijgen. Hoewel dit bij de landsambtenaren ongebruikelijk is, is voor die groep bij de UNA een voorziening getroffen in de vorm van een eenmalige uitkering per jaar.
Op die manier heeft de leiding van de UNA de vakbonden aangegeven hoe alle medewerkers van de universiteit, ongeacht hun functie, gelijk zijn behandeld. Van de totaal 95 UNA medewerkers – verspreid over alle afdelingen en faculteiten en zowel wetenschappelijk als niet wetenschappelijk personeel – genieten zeker 60 dankzij deze exercities van jaren de nodige aanpassingen nu van een betere rechtspositie. In sommige gevallen ging dat proces van rechtzetting vele jaren terug; in één geval zelfs helemaal tot 1987. Mochten er toch nog hier of daar nog onduidelijkheden bestaan, dan is de rector magnificus bereid om hierover met vertegenwoordigers van de twee vakbonden rond de tafel te zitten. In dat geval nodigt zij Sitek en ABVO uit voor vervolgoverleg.