bron: NAAM
Het kan geen toeval zijn dat de voorvechters voor Caribische integratie uit onafhankelijke Caribische landen afkomstig zijn. Het was ook geen toeval dat de Museum Association of the Caribbean (MAC) haar twintigste bijeenkomst van 12-14 november vierde in St. Kitts, een land met 40.000 inwoners dat al vijfentwintig jaar onafhankelijk is.
De erfenis van deze voormalige Britse kolonie is zeer zichtbaar in het landschap: de vele restanten van de suikerrietindustrie en plantages, het kolossale Fort op de Brimstone Hill, dat uitkijkt op St. Eustatius en Saba, het gedenkteken bij Bloody River waar honderden indianen het leven lieten door heftige verzet tegen Franse en Britse troepen. Maar ook in het levende erfgoed, bij de Moko-Jumbies (West Afrikaanse traditie, de maskerades, clowns, onderdeel van de traditionele decemberfeesten.
‘Toerisme en erfgoed zijn aan elkaar verbonden, net als toerisme en landbouw, beiden van eminent belang voor onze economische ontwikkeling’ benadrukte de eerste Minister Dr. Denzil Douglas van St. Kitts & Nevis bij de opening van de MAC conferentie. Hij noemde daarbij met name de Nederlandse, Franse en de Engels sprekende Cariben, die rijk zijn aan historische artefacten en plaatsen, allen van groot economisch belang zijn. “Helaas is nog veel van ons erfgoed in handen van buitenlandse belangen”, aldus de Kittiaanse premier.
MAC’s voorzitter Ieteke ‘Inchi’ Witteveen, van Nationaal Archeologisch Antropologisch Memory Management (NAAM) uit Curaçao, gaf eerder in haar welkomstwoord aan dat zij uit een land komt dat nog niet onafhankelijk is en in een proces van fragmentatie verkeert. “Om dat te overstijgen is samenwerking en integratie in het Caribische gebied een voorwaarde voor behoud van ons gedeelde erfgoed. Behalve wetgeving moeten er protocollen, komen om te voorkomen dat buitenlandse onderzoekers er met brokken van ons geheugen van door gaan.”
In de paneldiscussie van de conferentie over het thema ‘Recovering the Heritage of the Caribbean’, geleid door Larry Armonie van Brimstone Hill Fortress National Park Society, werd aangegeven waar hiaten in het geheugen en de archieven zijn, zoals die van de suikerrietplantages, en hoe belangrijk het is om aan te sluiten bij initiatieven voor een ‘Shared Memory of the Caribbean’.
Aan de discussie deden behalve de MAC leden, afkomstig uit alle Caribische taalgebieden studenten van Nevis en St. Kitts mee. Voor de Nederlandse Antillen nam ook Elsje Bosch van St. Maarten Heritage Foundation deel.
Er werden schrijnende voorbeelden genoemd van bedreigde sites, zoals de aankomstplaats en slavenmarkt van Nevis en het culturele landschap Pittons van St. Lucia. Via resoluties wordt een beroep gedaan op de internationale gemeenschap om te komen tot een inventarisatie van al het verspreiden Caribische erfgoed. De lokale overheden en regionale organisaties zoals CARICOM worden opgeroepen actiever te werken aan wettelijke maatregelen voor bescherming en illegale uitvoer van erfgoed.
Bij de ledenvergadering werd het nieuwe Meerjarenplan geaccordeerd. Daarin wordt o.a. prioriteit gegeven aan het vervolg op het UNESCO-MAC Slave Route Project (1999-2001), in de vorm van educatieve boekjes. De archeoloog Reg Murphy van Antigua maakte daarvoor een MAC-format. Voor Curaçao werkt de antropologe Liza Francisco bij NAAM aan dit project. Andere projecten zijn een museumgids, trainingen en het uitlenen van de reizende expositie Chained Bodies, Free Minds’. Sonja Arias van Centro Leon Jimenes, Dominicaanse Republiek werd gekozen als nieuwe voorzitter. Ze volgt NAAM’s Ieteke Witteveen op die zich niet herkiesbaar stelde.
De organisatoren, Brimstone Hill Fortress National Park Society en St. Christopher Heritage Society zorgden ook voor culturele presentaties in aanwezigheid van de Gouverneur General en verschillende ambassadeurs. Op Nevis waren bezoeken aan twee musea en heritage sites waaronder de door verkoop bedreigde slavenmarkt aan de haven van dit prachtige, groene tweeling land.
Het kan geen toeval zijn dat de voorvechters voor Caribische integratie uit onafhankelijke Caribische landen afkomstig zijn. Het was ook geen toeval dat de Museum Association of the Caribbean (MAC) haar twintigste bijeenkomst van 12-14 november vierde in St. Kitts, een land met 40.000 inwoners dat al vijfentwintig jaar onafhankelijk is.
De erfenis van deze voormalige Britse kolonie is zeer zichtbaar in het landschap: de vele restanten van de suikerrietindustrie en plantages, het kolossale Fort op de Brimstone Hill, dat uitkijkt op St. Eustatius en Saba, het gedenkteken bij Bloody River waar honderden indianen het leven lieten door heftige verzet tegen Franse en Britse troepen. Maar ook in het levende erfgoed, bij de Moko-Jumbies (West Afrikaanse traditie, de maskerades, clowns, onderdeel van de traditionele decemberfeesten.
‘Toerisme en erfgoed zijn aan elkaar verbonden, net als toerisme en landbouw, beiden van eminent belang voor onze economische ontwikkeling’ benadrukte de eerste Minister Dr. Denzil Douglas van St. Kitts & Nevis bij de opening van de MAC conferentie. Hij noemde daarbij met name de Nederlandse, Franse en de Engels sprekende Cariben, die rijk zijn aan historische artefacten en plaatsen, allen van groot economisch belang zijn. “Helaas is nog veel van ons erfgoed in handen van buitenlandse belangen”, aldus de Kittiaanse premier.
MAC’s voorzitter Ieteke ‘Inchi’ Witteveen, van Nationaal Archeologisch Antropologisch Memory Management (NAAM) uit Curaçao, gaf eerder in haar welkomstwoord aan dat zij uit een land komt dat nog niet onafhankelijk is en in een proces van fragmentatie verkeert. “Om dat te overstijgen is samenwerking en integratie in het Caribische gebied een voorwaarde voor behoud van ons gedeelde erfgoed. Behalve wetgeving moeten er protocollen, komen om te voorkomen dat buitenlandse onderzoekers er met brokken van ons geheugen van door gaan.”
In de paneldiscussie van de conferentie over het thema ‘Recovering the Heritage of the Caribbean’, geleid door Larry Armonie van Brimstone Hill Fortress National Park Society, werd aangegeven waar hiaten in het geheugen en de archieven zijn, zoals die van de suikerrietplantages, en hoe belangrijk het is om aan te sluiten bij initiatieven voor een ‘Shared Memory of the Caribbean’.
Aan de discussie deden behalve de MAC leden, afkomstig uit alle Caribische taalgebieden studenten van Nevis en St. Kitts mee. Voor de Nederlandse Antillen nam ook Elsje Bosch van St. Maarten Heritage Foundation deel.
Er werden schrijnende voorbeelden genoemd van bedreigde sites, zoals de aankomstplaats en slavenmarkt van Nevis en het culturele landschap Pittons van St. Lucia. Via resoluties wordt een beroep gedaan op de internationale gemeenschap om te komen tot een inventarisatie van al het verspreiden Caribische erfgoed. De lokale overheden en regionale organisaties zoals CARICOM worden opgeroepen actiever te werken aan wettelijke maatregelen voor bescherming en illegale uitvoer van erfgoed.
Bij de ledenvergadering werd het nieuwe Meerjarenplan geaccordeerd. Daarin wordt o.a. prioriteit gegeven aan het vervolg op het UNESCO-MAC Slave Route Project (1999-2001), in de vorm van educatieve boekjes. De archeoloog Reg Murphy van Antigua maakte daarvoor een MAC-format. Voor Curaçao werkt de antropologe Liza Francisco bij NAAM aan dit project. Andere projecten zijn een museumgids, trainingen en het uitlenen van de reizende expositie Chained Bodies, Free Minds’. Sonja Arias van Centro Leon Jimenes, Dominicaanse Republiek werd gekozen als nieuwe voorzitter. Ze volgt NAAM’s Ieteke Witteveen op die zich niet herkiesbaar stelde.
De organisatoren, Brimstone Hill Fortress National Park Society en St. Christopher Heritage Society zorgden ook voor culturele presentaties in aanwezigheid van de Gouverneur General en verschillende ambassadeurs. Op Nevis waren bezoeken aan twee musea en heritage sites waaronder de door verkoop bedreigde slavenmarkt aan de haven van dit prachtige, groene tweeling land.