Vandaag, donderdag 22 september gaat de film Me & Mr Jones in premiere op het Nederlands Film Festival in Utrecht. Maar Curaçao en Aruba mogen 'm niet zien. Nou is dat wel vaker zo, maar van deze film zou je verwachten dat-ie juist wel te zien is in onze bioscopen. Hij speelt immers af op onze eilanden: Me & Mr Jones is het verhaal over de verdwijning van Natalee Holloway in 2005 op Aruba.
Me & Mr Jones is al spraakmakend nog voor iemand de film gezien heeft. Het productieproces duurde ruim zes jaar, met daarbij flink wat tegenwerking voor de makers. De Arubanen zaten - zo is gebleken - niet te wachten op het oprakelen van het verdwijningsverhaal.
Vanwege die gevoeligheid is de film zoveel mogelijk onopvallend en uit de buurt van de inwoners opgenomen. Stiekum dus. Veel Arubanen zijn bang dat deze film negatieve publiciteit geeft en uiteindelijk het aantal toeristen van het eiland weghoudt.
Dat Arubanen dit hoofdstuk af willen sluiten is zonder meer waar, dat de perceptie leeft dat toeristen wegblijven door negatieve publiciteit is ook waar. Maar of toeristen wegblijven doordat er nu een film in de bioscoop draait? Dat is niet aannemelijk. Toeristen wonen tenslotte niet in Aruba of Curaçao.
Er is uiteraard wel een kans dat het draaien van deze film een te groot afbreukrisico is voor de bioscoopexploitant op zo’n klein eiland als Aruba. En als ik de rescensies mag geloven is de film weliswaar heel spannend, maar inderdaad niet echt goed. Vraag is natuurlijk of een bioscoopexploitant dat voor mij moet bepalen, maar een bioscoop moet uiteindelijk ook commerciele inschattingen maken. Dat is hun vak!
De eilandbewoners liggen vandaag niet wakker dat ze ‘m niet kunnen zien. Arubanen kunnen zich erg druk maken over iets dat nu gebeurt en het morgen weer rustig vergeten. De film zal zichzelf vermoedelijk eerst moeten bewijzen om de Arubaanse nieuwsgierigheid te wekken.
Pas dan kunnen we de film ook in onze filmtheaters zien.
Anousha Nzume in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (6'37")
Me & Mr Jones is al spraakmakend nog voor iemand de film gezien heeft. Het productieproces duurde ruim zes jaar, met daarbij flink wat tegenwerking voor de makers. De Arubanen zaten - zo is gebleken - niet te wachten op het oprakelen van het verdwijningsverhaal.
Vanwege die gevoeligheid is de film zoveel mogelijk onopvallend en uit de buurt van de inwoners opgenomen. Stiekum dus. Veel Arubanen zijn bang dat deze film negatieve publiciteit geeft en uiteindelijk het aantal toeristen van het eiland weghoudt.
Dat Arubanen dit hoofdstuk af willen sluiten is zonder meer waar, dat de perceptie leeft dat toeristen wegblijven door negatieve publiciteit is ook waar. Maar of toeristen wegblijven doordat er nu een film in de bioscoop draait? Dat is niet aannemelijk. Toeristen wonen tenslotte niet in Aruba of Curaçao.
Er is uiteraard wel een kans dat het draaien van deze film een te groot afbreukrisico is voor de bioscoopexploitant op zo’n klein eiland als Aruba. En als ik de rescensies mag geloven is de film weliswaar heel spannend, maar inderdaad niet echt goed. Vraag is natuurlijk of een bioscoopexploitant dat voor mij moet bepalen, maar een bioscoop moet uiteindelijk ook commerciele inschattingen maken. Dat is hun vak!
De eilandbewoners liggen vandaag niet wakker dat ze ‘m niet kunnen zien. Arubanen kunnen zich erg druk maken over iets dat nu gebeurt en het morgen weer rustig vergeten. De film zal zichzelf vermoedelijk eerst moeten bewijzen om de Arubaanse nieuwsgierigheid te wekken.
Pas dan kunnen we de film ook in onze filmtheaters zien.
Anousha Nzume in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (6'37")