Tot op de heden leek alles goed te gaan met de ontwikkeling van het ruimtetoerisme vanaf Curacao. Maar tegenslag dreigt voor de Space Exploration Corporation van de Nederlandse ondernemer Michiel Mol. Vanaf luchthaven Hato op Curacao zouden volgend jaar toeristen de ruimte in gaan in een raketvliegtuigje. De nieuwe bewindvoerders van Curacao echter, moeten toestemming geven, en daar zit nu een obstakel.
Het hele project ligt nog steeds op schema. Nu dan op bestuurlijk nivo. Het wetgevingstraject dat nodig is om überhaubt de ruimte in te mogen is deze week afgekomen en gaat nu de politieke molen in. Eén van de coalitiepartijen, PAIS, ziet het project niet zitten en zegt dat het slecht voor het milieu is, geluidsoverlast veroorzaakt en wat al niet meer. Het obstakel is dus niets meer of minder dan de discussies die nu publiekelijk gevoerd gaan worden.
Is Curaçao daarmee tegen het project? Nee, het eiland is absoluut voorstander van Spaceport; zien daarin een uitgelezen mogelijkheid om het eiland op de kaart te zetten. Maar, Curaçao heeft slechte ervaringen met grote projecten en opereert daarin vaak onzeker. Het is ook maar de vraag of het land genoeg lokale kennis en expertise heeft om in dit traject de juiste en tijdige beslissingen te nemen. Daar komt bovenop dat de financiële kant van dit soort megaprojecten goed dichtgetimmerd moet worden. Curaçao kan zich gezien haar eigen budgettaire problemen geen misstap veroorloven.
Wat nieuw is in de discussie is dat er een aantal geduchte concurenten zijn verschenen op de airspace-markt. Het Spacecentre in Houston bijvoorbeeld staat leeg en heeft al een ruimte-infrastructuur. Zij zijn aan het lobbyen om dit project uiteindelijk naar Texas te kunnen brengen. En hun kansen zijn groot, want Amerika moet voor Curaçao toestemming geven om rakettechnologie te exporteren. Voor Houston is dat niet nodig. Curaçao heeft dus concurrentie en is daarmee ook nog eens een underdog.
Bovendien, de initiatiefnemers van dit project, Ben Droste en Harry van Hulten hebben hun hart in Curaçao liggen. Maar de investeerders, die het nu langzaam maar zeker voor het zeggen gaan krijgen in dit project malen daar absoluut niet om. Hun sentiment ligt bij het geld.
Curacaoënaars willen dit project graag hier hebben, want Curaçao heeft dit project nodig. Het is dus te hopen dat de politiek de volwassenheid op kan brengen om in het belang van het eiland nu verder te handelen. We weten maar al te goed dat dit soort projecten ook en soms vooral gebruikt wordt om er zelf beter van te worden. En dan is het gauw gedaan in de space-oorlog met de VS.
NTR-presentator Fouad Sidali in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (2'39")
Het hele project ligt nog steeds op schema. Nu dan op bestuurlijk nivo. Het wetgevingstraject dat nodig is om überhaubt de ruimte in te mogen is deze week afgekomen en gaat nu de politieke molen in. Eén van de coalitiepartijen, PAIS, ziet het project niet zitten en zegt dat het slecht voor het milieu is, geluidsoverlast veroorzaakt en wat al niet meer. Het obstakel is dus niets meer of minder dan de discussies die nu publiekelijk gevoerd gaan worden.
Is Curaçao daarmee tegen het project? Nee, het eiland is absoluut voorstander van Spaceport; zien daarin een uitgelezen mogelijkheid om het eiland op de kaart te zetten. Maar, Curaçao heeft slechte ervaringen met grote projecten en opereert daarin vaak onzeker. Het is ook maar de vraag of het land genoeg lokale kennis en expertise heeft om in dit traject de juiste en tijdige beslissingen te nemen. Daar komt bovenop dat de financiële kant van dit soort megaprojecten goed dichtgetimmerd moet worden. Curaçao kan zich gezien haar eigen budgettaire problemen geen misstap veroorloven.
Wat nieuw is in de discussie is dat er een aantal geduchte concurenten zijn verschenen op de airspace-markt. Het Spacecentre in Houston bijvoorbeeld staat leeg en heeft al een ruimte-infrastructuur. Zij zijn aan het lobbyen om dit project uiteindelijk naar Texas te kunnen brengen. En hun kansen zijn groot, want Amerika moet voor Curaçao toestemming geven om rakettechnologie te exporteren. Voor Houston is dat niet nodig. Curaçao heeft dus concurrentie en is daarmee ook nog eens een underdog.
Bovendien, de initiatiefnemers van dit project, Ben Droste en Harry van Hulten hebben hun hart in Curaçao liggen. Maar de investeerders, die het nu langzaam maar zeker voor het zeggen gaan krijgen in dit project malen daar absoluut niet om. Hun sentiment ligt bij het geld.
Curacaoënaars willen dit project graag hier hebben, want Curaçao heeft dit project nodig. Het is dus te hopen dat de politiek de volwassenheid op kan brengen om in het belang van het eiland nu verder te handelen. We weten maar al te goed dat dit soort projecten ook en soms vooral gebruikt wordt om er zelf beter van te worden. En dan is het gauw gedaan in de space-oorlog met de VS.
NTR-presentator Fouad Sidali in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (2'39")