De Economische Impact van Goede Intenties

‘Als je de kamer van Gregory Elias binnenkomt zie je daar vier schilderijen: een van John Lennon, een van Stevie Wonder, een van Martin Luther King en een van Sam Cooke. Gregory is muziek. Vooral Cooke is belangrijk voor hem. Het grote podium bij Curaçao North Sea Jazz  draagt die naam niet voor niets.’

TEKST Dick Drayer

Percy Pinedo, de rechterhand van de rijkste man van Curaçao, praat anderhalf uur lang in rap tempo en met grote bewondering over de man die een stevig stempel drukt op het gebied van muziek, film, voetbal en jeugd op Curaçao: ‘We hebben veel gemeen met elkaar; een van de weinige verschillen tussen ons, is dat hij
niet op de voorgrond wil treden en daar heb ik geen last van. De ideale match.’

Gregory Elias financiert het Curaçao North Sea Festival onder de vlag van zijn goededoelenstichting Fundashon Bon Intenshon. Die krijgt zijn geld van het internationale United Trust, het bedrijf van Elias. Aanspreekpunt van de stichting is Percy Pinedo. Met een Master in Business Administration en een MO-A onderwijsgraad in pedagogiek lijkt hij ogenschijnlijk ver af te staan van de financiële wereld van Elias. Maar beide heren vinden zich in hun passie voor muziek en film.

Onderwijs en jeugd
‘Mijn focus ligt net als bij Gregory op de ontwikkeling van de jeugd op Curaçao. Natuurlijk, de stichting is vooral bekend om de internationale projecten, zoals het Curaçao North Sea Jazz Festival (CNSJ) en het Curaçao International Film Festival Rotterdam (CIFFR). Maar het hart van Fundashon Bon Intenshon ligt in de projecten in de wijken, zoals Seru Fortuna. Gregory steunt niet alleen de voetbalclub daar, maar ook het buurtwerk en de grootste school in de wijk, Kolegio Dodo Palm.’

Zo hebben de twee elkaar ook ontmoet. ‘Ik was in de jaren negentig net weggegaan bij het departement van Onderwijs en begon mijn eigen adviesbureau, International Career Services. Ik bemoeide me met ICT in het onderwijs. Gregory had alle scholen op Curaçao en Bonaire van een computer voorzien, maar niemand wist er mee te werken. Dat was ons eerste gezamenlijke schoolproject.’

Top Stop Music
Het echte persoonlijke contact kwam later. ‘Ik had al jaren mijn eigen radioprogramma, waarin ik muziek promootte. Een man uit het buitenland benaderde mij en vroeg of die Elias wel koosjer was.’ Dat was Sergio George, de beroemde salsa platenproducer uit Puerto Rico. Oprichter van Top Stop Music, een onafhankelijk platenlabel in Florida. Gregory is nu eigenaar van Top Stop Music.
Samen zijn ze producer van toonaangevende salsa-artiesten. ‘Ciclos’ van Luis Enrique, hun eerste album, ontving meteen een Latin Grammy Award voor het beste salsa-album in 2009. Iedereen kent daarvan het nummer ‘Yo No Sé Mañana’, dat een Latin Grammy Award kreeg als beste Tropical Song of the Year.’
Het Curaçao North Sea Jazz Festival gaf grote bekendheid aan de stichting van Gregory Elias. ‘Maar het was niet zijn idee’, zegt Pinedo. ‘In 2006 liep Frank Does ermee rond, van Does Travel & Cadushi Tours. Het idee was er wel, maar het liep voor geen meter. Mojo Concerts was er al bij, maar er was geen geld. In
2009 bracht Frank het naar Gregory, die meteen toehapte. Hij had maar één eis. En dat was dat het festival in het toeristische laagseizoen moest worden gehouden. Curaçao moest van dit project profiteren.’
Economische impact En dat doet het. Na vier edities is de impact van het festival op de economie van het eiland exponentieel toegenomen. In 2010 berekende het Dick Pope Sr. Instituut voor Studies over Toerisme
dat met ruim 5000 bezoekers per festivaldag de Curaçaose economie voor 4 miljoen dollar profiteerde. In 2011 leverde het festival een bijdrage van 16 miljoen dollar en in 2012 stond de teller op 22 miljoen dollar. ‘2013 gaat deze cijfers wederom overtreffen’, zegt Pinedo.

‘Maar die mag ik nog niet vrijgeven. Als deze editie van Coaching in de brievenbus ligt, zal het wel bekend zijn; hou je hart vast. Wat dat betekent voor de toekomst van het festival weet ik niet. We evalueren elk jaar, maar Gregory heeft ook gezegd dat er na vijf edities opnieuw gekeken moet worden of voortzetting nog steeds kan. Wat hem niet lekker zit, is de houding van de Curaçaose overheid. Die steekt geen hand uit om echt te helpen.’

Toekomst CNSJ
Pinedo geeft een voorbeeld: ‘Toen DAE failliet ging had de overheid aan CAP (Curaçao Airport Partners) een instructie kunnen geven om de airport nog een weekje langer open te houden voor die maatschappij. Door dat niet te doen, hebben ze het eiland in de festivalweek enorme schade toegebracht. Let wel, we klagen niet over de overheidsdiensten, zoals CTB, maar een ob-vrijstelling op bijvoorbeeld de kaartverkoop kan er nog steeds niet van af. Ook de hotelsector profiteert over de rug van het festival. Toch heb ik Gregory nog nooit gehoord over stoppen. Ook niet over doorgaan, trouwens.’

‘Zolang Eric Clapton nog niet heeft opgetreden op Curaçao, gaan we door.’ Pinedo maakt een grapje. ‘Het is wel een diep gekoesterde wens. Het moet een keer lukken. Gregory zet een stempel op de selectie van artiesten, hij voelt het ook goed aan. Sommigen komen gewoon zelf naar ons toe, die hoeven we niet te
bellen. Het CNSJ is een gerenommeerd label geworden.’

Tweede passie
Naast muziek is film een tweede passie van Elias en Pinedo. ‘Ik ben directeur van het Curaçao International Film Festival Rotterdam. De passie daarvoor gaat bij mij net zo ver als die voor muziek. Gregory is al eens betrokken geweest bij een film als executive producer. ‘Happy Tears’ met Demi Moore. Ik mag het ‘Jongens uit achterstandswijken en ander talent trainen vijf dagen per week en ontwikkelen zich stormachtig’ nog niet vertellen, maar hij heeft nog een onvervulde wens in de filmwereld. Als je hem goed kent, kun je die wens raden. Meer zeg ik niet!’

Ook het filmfestival kent een explosieve groei. De tweede en laatste editie trok ruim dertig procent meer bezoekers naar de filmzalen. ‘Ook veel jongeren en daar was het Gregory om te doen. De jeugd moet niet alleen Hollywood en Bollywood zien’, aldus Pinedo.

Voetbal
Het derde grote zichtbare project van Fundashon Bon Intenshon is helemaal gericht op de jeugd. ‘Gregory is een Ajacied, net als ik, en we zijn gek op voetbal. Gregory weet dat er op Curaçao veel voetbaltalent rondloopt en via zijn connecties met de Nijmeegse voetbalclub NEC wilde hij voetballers van hier de kans geven om profvoetballer te worden. Sport verbroedert. Daarom probeerde hij in 2007 via NEC met het Antilliaans voetbalelftal een gooi te doen naar het wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika. Hij wilde het volk verenigen en dat is gelukt. Zuid-Afrika niet, helaas.’

‘Nu heeft hij het over een andere boeg gegooid en dat werkt wel. De Curaçao Soccer Academy (CSA) bestaat nu twee jaar en de resultaten zijn bemoedigend. Jongens uit achterstandswijken en ander talent trainen vijf dagen per week en ontwikkelen zich stormachtig. De combinatie met onderwijs in dit project is goud waard. Kinderen krijgen schoolbegeleiding en training naast elkaar.’

De regels van de Wereldvoetbalbond FIFA bepalen dat als er een talent doorbreekt naar het betaalde voetbal, CSA bij elke afzonderlijke transfer een percentage kan opstrijken. Dat kan in de miljoenen lopen. ‘Weet je’, zegt Pinedo gedecideerd, ‘daar is Gregory helemaal niet mee bezig. Dat zou ik nou wel een goed
plan vinden; soms krijg ik het idee dat ik meer op zijn centjes let, dan hijzelf doet.’