Rechter Van Schendel rolt de Rode Loper uit

mr. Peter van Schendel | Foto: Anneke Polak
WILLEMSTAD - Het Isla-vonnis in kort geding tussen milieubeweging en de overheid is een mooi vonnis. De naïviteit van rechter Peter van Schendel moge - zeker door SMOC c.s., als stuitend worden ervaren. Maar in plaats van bij de pakken neer te zitten, zou de milieubeweging zijn zegeningen moeten tellen: Van Schendel rolt de rode loper voorzichtig uit naar het Europese Hof.

De uitspraak lijkt in eerste instantie teleurstellend voor de bewoners onder de rook. In de LAR-zaak in 2011 toonde het Hof 'zich niet bepaald de actieve onderzoekende en de burger tegemoetkomende bestuursrechter waar bij de invoering van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak op was gehoopt'. De woorden zijn van hoogleraar Prof mr L.L.J. Rogier. In deze civiele zaak kan wellicht hetzelfde gezegd worden. In die zin, dat er door de bewoners ook gehoopt was op meer rekenschap voor de mensen die last hebben van de vervuiling.


Rode lijn
De rode lijn door het vonnis van Van Schendel is dat de overheid de weg is ingeslagen die de milieubeweging heeft geëist. Er is daarom geen enkele reden meer om in kort geding, dus met spoedeisend belang, meer te verlangen van die overheid. 


Het doet mij denken aan voormalig minister van Koninkrijkszaken, Ank Bijleveld, die daags na de ondertekening van het SEI-akkoord in 2008 in mijn microfoon zei: "Nu de meetstations er met het SEI-geld komen, kan Curaçao bij overschrijding eindelijk handhaven en boetes uitdelen. Het past ons terughoudend te zijn en de overheid ruimte te geven zijn werk te doen." Dat soort naïviteit dus.

Inspecties
Ik ga het vonnis niet tot in detail ontleden, de rode lijn is evident. Toch wil ik u de meest naïeve constatering van Van Schendel niet onthouden. Vooral omdat die zo makkelijk weerlegbaar is, door hem 
uiterst beknopt wordt gemotiveerd en daardoor vele vragen laat liggen.













Van Schendel is namelijk door de overheid overtuigd dat er 'volgens een inspectieschema periodiek inspecties worden gehouden op het Isla-terrein, zowel aangekondigd, als onaangekondigd (). Van deze inspecties worden rapporten opgesteld (). Deze voorbeelden geven weer, dat zijdens het ministerie van GMN, in samenwerking met de desbetreffende bedrijven, daadwerkelijk wordt gewerkt aan oplossingen voor de aan installaties geconstateerde gebreken', aldus Van Schendel.

Wie dit sprookje wil ontrafelen, leze het laatste rapport (oktober 2015!) van de Algemene Rekenkamer over de uitvoering van het milieubeleid. Daarin constateert de Rekenkamer dat 'het ministerie milieu en natuurbeleid slechts op een laag ambitieniveau zal kunnen uitvoeren omdat de meest essentiële (onderdelen van de) randvoorwaarden voor het kunnen uitvoeren van
milieubeleid niet zijn gerealiseerd. Deze betreffen voldoende specialistische kennis ten behoeve van de complexe industrieën en het voldoende kunnen functioneren van het personeel ten behoeve van de overige industrieën én activiteiten.' Met andere woorden: al zou de overheid periodieke inspecties willen, ze hebben er de mensen en de kunde niet voor! 

Marginaal
Maar in het vonnis staan veel belangrijkere conclusies van rechter Van Schendel, die - indien goed begrepen - mooie handvatten geven om de Isla-vervuilingsproblematiek via een bodemprocedure naar een hoger plan te tillen.


In de slotoverweging zegt de rechter dat 'bedacht dient te worden dat aan de overheid in beginsel de vrijheid toekomt om () haar eigen koers uit te stippelen. De rechterlijke controle hierop dient marginaal te zijn.' 

Andere meetlat
Van Schendel vervolgt in zijn overweging dat '
de mogelijkheden van een overheid in een kleinschalige samenleving beperkter, soms aanmerkelijk beperkter, zijn dan die van overheden in grotere economieën.' 

Dit heeft volgens de rechter tot gevolg dat de elders aangelegde meetlat van overheidsverantwoordelijkheid hier niet zonder meer past. 'Dit laatste geldt onverminderd met betrekking tot het streven naar een optimale gezondheidszorg, hoe hoogwaardig ook.'

Art 8. EVRM
Het Gerecht geeft met deze overweging impliciet aan dat de Isla-problematiek niet op het bordje van de overheid gelegd kan worden. De armslag voor een overheid in een kleinschalige samenleving 'is beperkter, soms zelfs aanmerkelijk beperkter dan in groter samenlevingen met groter economieën. Optimale gezondheidszorg, of althans het streven daarnaar, wordt daardoor ook beperkt, wellicht aanmerkelijk beperkt', aldus de rechter.


Nog steeds is de grote vraag of artikel 8 EVRM niet is geschonden. Dat artikel ziet toe dat het recht op privé- en gezinsleven wordt beschermd en er kan op dit artikel een beroep worden gedaan bij de verslechtering van leefomstandigheden door bepaalde maatregelen of omstandigheden. Een vraag die overigens niet in deze civiele zaak speelt.

Belangenafweging
Het Europese Hof wijst erop dat in milieuzaken een zorgvuldige belangenafweging noodzakelijk is: ‘A governmental decision-making process concerning complex issues of environmental and economic policy must in the first place involve appropriate investigations and studies so that the effects of activities that might damage the environment and infringe individuals’ rights may be predicted and evaluated in advance and a fair balance may accordingly be struck between the various conflicting interests at stake.’  


Nu de overheid dat niet kan en dat ook niet van de overheid verlangd kan worden, volgens rechter Van Schendel, wordt het duidelijk dat de er van de lokale rechtspraak weinig meer verwacht kan worden, de mogelijkheden raken uitgeput. En dan is een gang naar Straatsburg een logische volgende stap. Daar kan Nederland dan tot verantwoording worden geroepen en onder druk van het Hof de problemen voor de bewoners onder de rook worden opgelost.

Want ondanks Schendels huisbezoek -  kwamen die in deze civiele uitspraak nogal van een koude kermis thuis.