Tijdens de Curaçao Corporate Challenge op 14 mei, georganiseerd door Rotary Club of Curaçao, wordt er aandacht gevraagd voor mensen met een beperking. Mensen met een slecht gehoor, mensen die zich moeilijk voort kunnen bewegen of met een beperkt zicht hebben behoefte aan ondersteuning. In deze serie stelt Rotary Club of Curaçao deze maand een aantal bijzondere mensen voor. Een dag uit het leven van Shaneisa.
Eigenlijk ben ik de enige normale hier. De rest van de wereld kijkt mij vreemd aan; begint soms overdreven hard tegen mij te praten. Een enkeling schreeuwt zelfs. En dan zeggen ze dat ik apart ben? Shaneisa Barbolina (11) heeft een A4-tje vol geschreven over haar beperking. “Dan hoef je niet alles op te schrijven en kun je gewoon luisteren.”
Dat laatste kan ze goed. Dat moet ook wel, want Shaneisa is slecht in horen. Al vanaf haar geboorte is ze slechthorend, bijna doof. “Mijn opa hoort ook niet goed, die is echt potdoof. Maar dat komt volgens mij van de ouderdom, verder heeft niemand in mijn familie last van zijn gehoor.”
door Dick Drayer
Ablief?
De familie van Shaneisa kwam pas achter haar doofheid, toen ze vier jaar oud was. Haar moeder had al eerder gemerkt dat het soms wel erg veel moeite kostte om de aandacht van Shaneisa te trekken. “Ik zei altijd “Ablief? En dan begon ze soms te schreeuwen tegen mij. Zelf had ik niets in de gaten. Ik dacht dat de wereld zo was”, zegt ze met een kleine glimlach.
Shaneisa heeft ook problemen met praten. Daar is nu niets van te merken. Ze heeft zich goed voorbereid. Maar haar slechthorendheid zorgt voor een achterstand die ze op de Myrna Dovale school probeert in te halen. Deze school voor Speciaal Onderwijs is er voor dove en slechthorende kinderen met een zogenaamde ESM-indicatie: kinderen met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden.
Shaneisa is een van de 85 leerlingen op de Myrna Dovaleschool. “Vroeger was het een echte dovenschool, maar nu niet meer”, zegt Ifa Martina, directrice van de school. Ze loopt er al 38 jaar rond en heeft de school zien veranderen. “Wij richten ons nu ook op bijvoorbeeld kinderen met een autistische stoornis.”
Rode Hond
De school heeft nu negen kinderen met een gehoorbeperking. Veel minder dus. “Dat heeft een reden”, zegt Martina. “Er zijn veel minder dove kinderen dan vroeger en dat komt door betere inenting tegen Rode Hond en Hersenvliesontsteking. In de jaren ‘60 hadden we op Curaçao een epidemie van Rode Hond.
Die ziekte kan bij ongeboren kinderen verlies van het gehoor en doofheid veroorzaken als gevolg van beschadiging van de gehoorzenuw; de zenuw die informatie van het oor naar de hersenen overbrengt. Ook midden jaren ’90 hadden we zo’n epidemie. Je ziet doofheid dus vooral bij mensen die nu in de twintig of in de vijftig zijn”, aldus Martina.
Volgens de directrice zijn er op curaçao officieel bijna 1200 doven en slechthorenden. “Maar in werkelijkheid zijn er veel meer. Tegenwoordig hebben steeds meer jongeren een gehoorbeschadiging, die dat niet weten van zichzelf of het ontkennen. Ook ouderen willen niet altijd toegeven dat er een probleem is.”
Pesten
Shaneisa is vermoedelijk doof geworden door een aangeboren afwijking. Zelf weet ze het niet. Veel lotgenoten heeft ze dus niet op school. “Toen ik op hier school kwam, in groep vier, leerde ik dat er meer mensen waren met mijn probleem. Dat vond ik fijn. Ik was dus niet de enige. Ik had toen al een gehoorapparaat. Daardoor wist ik dat ik doof was en dat er een wereld van geluid is”, zegt Shaneisa.
Die wereld was niet altijd even aardig tegen haar. “Pesten is het ergste wat er is”, zegt ze. “Vooral als vreemde mensen je aankijken, vind ik dat heel vervelend. Ik werd gelukkig niet vaak gepest. Een enkele keer staken kinderen hun tong naar me uit. Alsof ik van een ander eiland ben. Heel raar.”
Als Shaneisa het gepest zat is, trekt ze het gehoorapparaat uit haar oor. “Dan hoor niets en heb ik geen last van ze. Dat doe ik thuis ook. M’n moeder schreeuwt dan weer. Grappig vind ik dat. Maar dat ik hem daar uit doe heeft meer te maken met het ding zelf. Als-ie lang inzit, wordt het apparaat nat en dat irriteert.”
Gehoortoestel
“Zonder apparaat zou Shaneisa niet goed kunnen functioneren”, zegt Martina. “Dat geldt voor alle kinderen met een gehoorbeperking hier. Het is daarom wel lastig dat we geen reserveonderdelen hebben van de gehoortoestellen die de kinderen gebruiken. Vooral voor de duurdere CI-apparaten is dat een probleem.”
CI staat voor Cochleair Implantaat. Dat is een elektronisch toestel dat bij zeer slechthorenden en doven via een operatie in het oor wordt geïmplanteerd. “Daardoor kunnen zelfs hele dove kinderen leren horen. Vijf van de negen kinderen op onze school hebben zo’n implantaat”, zegt Martina. We hebben voor die duurdere apparaten geen reserve onderdelen, zoals vroeger met de gewone hoortoestellen. We kunnen zelfs geen batterij vervangen.”
Veilig
Het wensenlijstje van Martina reikt verder dan dat. “Ik zou graag willen dat mijn docenten bijscholing krijgen. Sinds de jaren ’90 is er geen vakstudie Speciaal Onderwijs meer. De problematiek van kinderen nu is anders dan in die tijd. We zien grotere aantallen meervoudig gehandicapten. Zoals dove kinderen, die ook nog ADHD hebben. Met bijscholing zouden we daar veel beter mee om kunnen gaan”, aldus Martina.
Shaneisa heeft andere zorgen. Ze gaat naar groep 8, de laatste klas. Daarna de middelbare school. “Ik wil later graag juf worden op een speciale school, zoals de Myrna Dovale school. Hier voel ik me sterk en ben ik veilig. Maar hoe is dat straks, op de gewone middelbare school?”
---------------------------------------------------------------
Dat laatste kan ze goed. Dat moet ook wel, want Shaneisa is slecht in horen. Al vanaf haar geboorte is ze slechthorend, bijna doof. “Mijn opa hoort ook niet goed, die is echt potdoof. Maar dat komt volgens mij van de ouderdom, verder heeft niemand in mijn familie last van zijn gehoor.”
door Dick Drayer
Ablief?
De familie van Shaneisa kwam pas achter haar doofheid, toen ze vier jaar oud was. Haar moeder had al eerder gemerkt dat het soms wel erg veel moeite kostte om de aandacht van Shaneisa te trekken. “Ik zei altijd “Ablief? En dan begon ze soms te schreeuwen tegen mij. Zelf had ik niets in de gaten. Ik dacht dat de wereld zo was”, zegt ze met een kleine glimlach.
Shaneisa heeft ook problemen met praten. Daar is nu niets van te merken. Ze heeft zich goed voorbereid. Maar haar slechthorendheid zorgt voor een achterstand die ze op de Myrna Dovale school probeert in te halen. Deze school voor Speciaal Onderwijs is er voor dove en slechthorende kinderen met een zogenaamde ESM-indicatie: kinderen met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden.
Ifa Martina, directrice Myrne Dovala school |
Rode Hond
De school heeft nu negen kinderen met een gehoorbeperking. Veel minder dus. “Dat heeft een reden”, zegt Martina. “Er zijn veel minder dove kinderen dan vroeger en dat komt door betere inenting tegen Rode Hond en Hersenvliesontsteking. In de jaren ‘60 hadden we op Curaçao een epidemie van Rode Hond.
Die ziekte kan bij ongeboren kinderen verlies van het gehoor en doofheid veroorzaken als gevolg van beschadiging van de gehoorzenuw; de zenuw die informatie van het oor naar de hersenen overbrengt. Ook midden jaren ’90 hadden we zo’n epidemie. Je ziet doofheid dus vooral bij mensen die nu in de twintig of in de vijftig zijn”, aldus Martina.
Volgens de directrice zijn er op curaçao officieel bijna 1200 doven en slechthorenden. “Maar in werkelijkheid zijn er veel meer. Tegenwoordig hebben steeds meer jongeren een gehoorbeschadiging, die dat niet weten van zichzelf of het ontkennen. Ook ouderen willen niet altijd toegeven dat er een probleem is.”
Pesten
Shaneisa is vermoedelijk doof geworden door een aangeboren afwijking. Zelf weet ze het niet. Veel lotgenoten heeft ze dus niet op school. “Toen ik op hier school kwam, in groep vier, leerde ik dat er meer mensen waren met mijn probleem. Dat vond ik fijn. Ik was dus niet de enige. Ik had toen al een gehoorapparaat. Daardoor wist ik dat ik doof was en dat er een wereld van geluid is”, zegt Shaneisa.
Die wereld was niet altijd even aardig tegen haar. “Pesten is het ergste wat er is”, zegt ze. “Vooral als vreemde mensen je aankijken, vind ik dat heel vervelend. Ik werd gelukkig niet vaak gepest. Een enkele keer staken kinderen hun tong naar me uit. Alsof ik van een ander eiland ben. Heel raar.”
Als Shaneisa het gepest zat is, trekt ze het gehoorapparaat uit haar oor. “Dan hoor niets en heb ik geen last van ze. Dat doe ik thuis ook. M’n moeder schreeuwt dan weer. Grappig vind ik dat. Maar dat ik hem daar uit doe heeft meer te maken met het ding zelf. Als-ie lang inzit, wordt het apparaat nat en dat irriteert.”
Gehoortoestel
“Zonder apparaat zou Shaneisa niet goed kunnen functioneren”, zegt Martina. “Dat geldt voor alle kinderen met een gehoorbeperking hier. Het is daarom wel lastig dat we geen reserveonderdelen hebben van de gehoortoestellen die de kinderen gebruiken. Vooral voor de duurdere CI-apparaten is dat een probleem.”
CI staat voor Cochleair Implantaat. Dat is een elektronisch toestel dat bij zeer slechthorenden en doven via een operatie in het oor wordt geïmplanteerd. “Daardoor kunnen zelfs hele dove kinderen leren horen. Vijf van de negen kinderen op onze school hebben zo’n implantaat”, zegt Martina. We hebben voor die duurdere apparaten geen reserve onderdelen, zoals vroeger met de gewone hoortoestellen. We kunnen zelfs geen batterij vervangen.”
Veilig
Het wensenlijstje van Martina reikt verder dan dat. “Ik zou graag willen dat mijn docenten bijscholing krijgen. Sinds de jaren ’90 is er geen vakstudie Speciaal Onderwijs meer. De problematiek van kinderen nu is anders dan in die tijd. We zien grotere aantallen meervoudig gehandicapten. Zoals dove kinderen, die ook nog ADHD hebben. Met bijscholing zouden we daar veel beter mee om kunnen gaan”, aldus Martina.
Shaneisa heeft andere zorgen. Ze gaat naar groep 8, de laatste klas. Daarna de middelbare school. “Ik wil later graag juf worden op een speciale school, zoals de Myrna Dovale school. Hier voel ik me sterk en ben ik veilig. Maar hoe is dat straks, op de gewone middelbare school?”