Waarom het OM Schotte en Jamaloodin niet vervolgt voor landverraad

Procureur-Generaal Guus Schram
WILLEMSTAD - Het Openbaar Ministerie gaat Gerrit Schotte en George Jamaloodin niet vervolgen wegens landverraad. Dertig bezorgde burgers deden aangifte. Onder meer ook tegen de Veiligheidsdienst. Die zou strafbare feiten hebben gepleegd nadat het hoofd van de VDC, Edsel Gumps door Schotte opzij was gezet in 2010. Maar het OM zegt dat een deel van feiten die daarin worden genoemd al in onderzoek is geweest. Een ander deel van de feiten is momenteel nog in onderzoek bij de Landsrecherche Curacao. Wat zijn de overwegingen van het OM?

Allereerst zegt het Openbaar Ministerie dat de handtekeningen en ID-nummers van de dertig zonder onderzoek niet duidelijk maken om wie het gaat. En, voegt procureur-generaal Guus Schram daaraan toe: 'De bevoegdheid om onderzoek naar uw identiteit te doen, ontbreekt.' Hij vindt het overigens ook niet gewenst dat er spaarzame opsporingscapaciteit voor zo'n doel zou worden ingezet. Gevolg is dat het OM niet kan vaststellen dat een of meerdere van de dertig, rechtstreeks belanghebbende is in relatie tot de mogelijk strafbare feiten in de aangifte. En dat brengt mee dat het OM aan de dertig voorlopig niet veel diepgang kan geven aan de informatie over de aangifte en de afwegingen die het OM heeft gemaakt om de twee MFK-politici niet te vervolgen.

Optelsom
De werkzaamheden van de Veiligheidsdienst, anders dan bijvoorbeeld de opsporingsdiensten, vallen niet onder het gezag van het OM. 'De aangifte kan daarom alleen maar worden bekeken vanuit de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde', zegt de procureur-generaal. 'Het controleren van andere overheidsdiensten dan wel bestuurders valt niet onder de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie. Die kan zijn bevoegdheden daarom hier niet inzetten.

Ook ziet Schram dat de aangifte feitelijk een optelsom is van gebeurtenissen waaruit de dertig -alles tezamen en in onderling verband bezien - de conclusie trekken dat er wel sprake moet zijn van strafbare feiten gepleegd door een of meer personen. 'Maar', zo vervolgt Schram, 'Het Openbaar Ministerie dient de veronderstelde strafbare feiten steeds separaat te beoordelen en komt niet toe aan een optelsom.'

'Bovendien', zo stelt de procureur-generaal, 'laten de gebeurtenissen zich niet één op één vertalen in een verdenking van een concreet strafbaar feit zoals bedoeld in artikel 47 van het Wetboek van Strafvordering. En dat komt weer omdat een deel van de argumenten onderbouwd worden door krantenartikelen en meningen die daarin verwoord worden. En die kunnen op zichzelf onvoldoende verdenking creëren', aldus Schram.

Hoofdthema's
De aangifte van de dertig bezorgde burgers is verwoord in 46 gebeurtenissen, die volgens het OM, in chronologische volgorde terug te brengen zijn in een aantal hoofdthema' s:

  1. Mogelijke onregelmatigheden aangaande benoemingen, schorsingen en screening van personeel van de Veiligheidsdienst Curaçao (VDC)
  2. Het mogelijk plegen van valsheid in geschrifte door mevrouw Dindial door het verkeerd informeren van de Minister
  3. Het mogelijk schenden, dan wel het opdracht geven tot het schenden van ambtsgeheimen in relatie tot de informatie bestanden van de VDC
  4. Het mogelijk lekken van het bewuste 'screeningsmemo'
  5. Het mogelijk lekken van data aan derden zoals de Colombianen en Forensic Services Caribbean 
  6. De aangifte van dhr. St Jago van 21 december 2010 en de aanvullende aangifte
  7. De aangifte en nadere aangifte van dhr. Winklaar.

Ad 1. Mogelijke onregelmatigheden aangaande benoemingen, schorsingen en
screening van personeel van de VDC
De Landsverordening Veiligheidsdienst Curaçao schrijft voor hoe benoemingen, schorsingen en ontslagen van het Hoofd van de Veiligheidsdienst en het personeel dienen te geschieden. Het
niet handelen conform de bepalingen levert geen strafbaar feit op uit het Wetboek
van Strafrecht en valt dus buiten het bereik van het OM, aldus Schram.

ex-Interim Hoofd VDC Lisa Dindial
Ad 2. Het mogelijk plegen van valsheid in geschrifte door mw. Dindial
Interim hoofd van de VDC, Lisa Dindial zou volgens de groep van dertig de minister verkeerd hebben geïnformeerd. Strafrechtelijk vertaald in valsheid in geschrifte door Dindial. Dat is niet persé juist en daarom is er geen verdenking van een shafbaar feit. Ook een feitenonderzoek door de Landsrecherche gaat een verdenking van een strafbaar feit opleveren, denkt Schram. En er is al 6 jaar verstreken.

Ad 3. Het mogelijk schenden, dan wel opdracht geven tot het schenden van ambtsgeheimen
Het digitaal ter beschikking stellen van data aan de dhr. Schotte leidt niet automatisch tot de veronderstelling dat het staatsgeheim wordt geschonden. Immers, niet alle bij de VDC geregistreerde gegevens zouden zonder meer vallen onder de term 'staatsgeheim', zoals bedoeld in artikel 104 WvSr oud (artikel 2:8 WvSr nieuw). Schram sluit niet uit dat bij een integrale ter beschikkingstelling van de databank ook staatsgeheimen ter beschikking gesteld worden, maar dat wordt volgens hem niet onderbouwd door feiten en omstandigheden. 
Schram voegt daaraan toe dat uit de aangifte opgemaakt kan worden dat de data niet ter beschikking zijn gesteld, 'Er is immers geen digitale toegang tot de databank verstrekt. De facto heeft de door u genoemde schending van geheimen, afgezien van de vraag of het staatsgeheimen zijn, derhalve
niet plaatsgevonden.'
In de aangifte stellen de dertig dat dhr. Schotte opdracht zou hebben laten geven om data ter beschikking te stellen. 'Als dat zo zou zijn, dan rijst de vraag in hoeverre dhr. Schotte destijds niet gerechtigd was om over die gegevens te beschikken.' Schram stelt: 'Dhr. Schotte was destijds de Minister van Algemene Zaken. Artikel 3 lid 3 van de Landsverordening Veiligheidsdienst Curaçao
stelt "het Hoofd informeert de ministers (in casu de Minister van Algemene Zaken en de Minister van Justitie) bij voortduring over de uitkomsten van de werkzaamheden van de Dienst .en stelt dezen in kennis van al hetgeen voor hen in de uitoefening van hun functie van belang is."' Of dat wenselijk is wil Schram niet zeggen, dat is volgens hem ter beoordeling van de Commissie van Toezicht op de Veiligheidsdienst.
'Al met al onvoldoende aanleiding om nader onderzoek te doen instellen naar de overtreding van artikel 104c lid 1 onder 2 WvSr oud, (artikel 2:11 lid 1 onder b WvSr nieuw). Daarvoor ontbreekt de onderbouwing van de gestelde feiten', zegt Schram.

Ad 4. Het mogelijk lekken van het memo
De Landsrecherche Curaçao voert momenteel onder het gezag van het Openbaar Ministerie twee strafrechtelijke onderzoeken uit. Eén naar het mogelijk lekken van een schriftelijke versie van het memo en één naar het lekken van een digitale versie van het memo. Over lopende onderzoeken worden door het Openbaar Ministerie geen mededelingen gedaan. 'Pas als die zijn afgerond kan daarover nader worden gecommuniceerd', aldus Schram.

Ad 5. Het mogelijk lekken van data aan derden
Benno van Leeuwen van
Forensic Services Caribbean
Op verschillende punten in de aangifte staat vermeld als mogelijk strafbaar feit het onbevoegd geven van informatie dan wel data aan derden zoals Colombianen of dhr. Van Leeuwen van Forensic Services Caribbean. Maar Forensic Services Caribbean is volgens het OM door VDC benaderd om een lek intern te onderzoeken. 'Daaruit is niet gebleken dat aan Forensic Services Caribbean onbevoegd informatie is gegeven', concludeert Schram. 'Dat er informatie is verstrekt aan Colombianen blijkt enkel uit de mededelingen van dhr. Winklaar. Er zijn geen feiten of omstandigheden die deze mededeling ondersteunen of aannemelijk maken.'
Door de Commissie van Toezicht is onderzoek gedaan naar aanleiding van diverse berichten in de media. De voorzitter van de Commissie van Toezicht heeft hierover bericht door middel van een persbericht. Voor nadere informatie dan wel voor het doen van een melding over het buiten zijn
bevoegdheid en taken optreden van de VDC verwijst de procureur-generaal daarom naar de voorzitter
van de Commissie van Toezicht.

Ad 6. De aangifte van dhr. St Iago van 21 december 2010
De genoemde feiten met betrekking tot de aangifte van dhr. St Jago zijn volgens Schram onderzocht door de Landsrecherche Curaçao en beoordeeld door het Openbaar Ministerie. De bevindingen hebben niet geleid tot enige strafrechtelijke vervolging. Op 17 maart 2011 is geconcludeerd dat er geen aanleiding is om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen. Schram wil om privacy redenen geen nadere gegevens verstrekken. 

Ad 7. De aangifte en nadere aangifte van dhr. Winklaar
Dhr. Winklaar heeft in 2011 en in 2012 aangifte gedaan. Door de Landsrecherche Curaçao is een feitenonderzoek verricht naar die aangiften. 'Bij de beoordeling van de bevindingen is ook gekeken naar de "dwang" aspecten van de aangiften. Dhr. Winklaar heeft bij de Landsrecherche Curaçao de gestelde dwang en bedreiging niet herhaald. Uit het Landsrechercheonderzoek is naar voren gekomen dat,de door Winklaar gestelde feiten niet kunnen worden bevestigd en dat er geen verdenking is
ontstaan van een strafbaar feit. Daarom was er geen basis voor het nader instellen van een strafrechtelijk onderzoek', aldus Schram.
Dhr. Winklaar is als rechtstreeks betrokkene gewezen op zijn recht ex artikel 15 Wetboek van Strafvordering om een klacht wegens niet vervolging in te dienen bij het Hof van Justitie. Dat is niet gebeurd. 

George Jamaloodin (l) en Gerrit Schotte (r)
Landverraad
De aangifte van de groep van dertig eindigt met de conclusie dat duidelijk is dat de heren Schotte en Jamaloodin zich aan landverraad hebben schuldig gemaakt. Deze conclusie deelt Schram niet. 'Een relatie tussen de door u genoemde gebeurtenissen en dhr. Jamaloodin vloeit niet voort uit de aangifte.'

Het Openbaar Ministerie hecht aan een goed functionerende Veiligheidsdienst, besluit Schram. 'Die heeft als belangrijke taak het beschermen van de democratische rechtsorde van het land. Veiligheidsdiensten beschikken over vergaande bevoegdheden om hun taak te vervullen. Vanwege het
gevoelige karakter van de werkzaamheden van de Veiligheidsdienst is een controlerend systeem bepaald. Dit is wettelijk verankerd in de Landsverordening Veiligheidsdienst Curaçao. De controle op het functioneren van de Veiligheidsdienst is, volgens Schram, een verantwoordelijkheid van de Commissie van Toezicht en het parlement van Curaçao. 'Voor zover u van mening bent dat de Veiligheidsdienst niet behoorlijk functioneert of gefunctioneerd heeft, dient u uw zorgen primair te richten tot de controlerende instanties.'

Schram erkent dat daar waar mogelijk strafbare feiten gepleegd zijn, er een taak ligt voor het Openbaar Ministerie om onderzoek te doen. 'En dat wordt dan ook gedaan op punten die hierboven zijn besproken', zegt Schram. 'Die lopen nog of hebben niet tot een bewijsbaar strafbaar feit geleid.'

-0-0-0-
Download hier de originele aangifte van de 'Groep van Dertig'