Sinterklaas was niet altijd wit

Foto: Sinaya Wolfert
WILLEMSTAD - Een week na de intocht van Sinterklaas in Nederland, komt de goedheiligman traditiegetrouw ook naar Aruba, Curaçao en Bonaire. In zijn kielzog geen roetveegpieten. De meeste zijn gewoon gitzwart geschminkt, een enkeling heeft een kleurtje. Ook de Sint is geschminkt: hij is sneeuwwit. “Want zo is het verhaal: een witte Sint en een zwarte Piet”, zegt Solange Trinidad. Zij organiseert met haar stichting ‘Voor Onze Kinderen’ elk jaar de intocht in Willemstad.

Geen nationale verontwaardiging op het geboorte-eiland van Quincy Gario, de man die Zwarte Piet op de Nederlandse agenda zette. Zelfs geen protest op het Brionplein, waar Sinterklaas met al z’n Pieten wordt verwelkomd door duizenden Curaçaoënaars en een warm onthaal krijgt. De demonstranten, die vorig jaar onder de naam ‘Piet bai Flit’ (Papiaments voor ‘Piet wegwezen’), de intocht probeerde te verstoren zijn dit jaar niet te zien. “Laat ze ook maar wegblijven”, zegt een vrouw met pieten pet. “Ze hebben vroeger zelf toch ook Sinterklaas gevierd en nu gunnen zij het hun eigen kinderen niet.”

Volgens Trinidad is er geen draagvlak onder Curaçaoënaars voor die Nederlandse discussie. Zeker niet voor de manier waarop dat debat wordt gevoerd. “Curaçaoënaars houden niet van scherpe stellingname. Je komt elkaar morgen weer tegen op straat of in de supermarkt, dan kun je beter goed met elkaar blijven. Misschien heb je elkaar straks weer nodig. We zijn een klein eiland. Ik ben ervan overtuigd dat het handjevol demonstranten wel doorhadden dat hun actie weinig zin had. Niemand gaf ze aandacht. Curaçaoënaars houden van Zwarte Piet.”

Toch was het Trinidad die in 2013 voor de troepen uitliep en de gekleurde Piet introduceerde. “Natuurlijk wordt er op het eiland gesproken over Zwarte Piet. Niet openlijk, maar op de achtergrond. Ons voorstel voor de regenboogpieten was een reactie op de politiek. Helmin Wiels, de vermoorde politicus die stond voor onafhankelijkheid, zat in de regering. Hij had de subsidiekraan dichtgedraaid: geen intocht meer met overheidsgeld. Sinterklaas was in zijn ogen Nederlands cultureel erfgoed; een koloniale erfenis. De racismekaart was minder belangrijk, want inherent aan die erfenis.

Intocht Curaçao met zwarte Sint en witte Piet (1972)
Sinterklaas is op Curaçao niet altijd wit geweest en Piet niet altijd zwart. Na de opstand in 1969 tegen de Nederlandse overheersing was er zelfs drie jaar lang geen intocht. De koloniale erfenis moest opgeruimd. Maar drie jaar later, In 1972, werd de roep om een nationale intocht weer aangezwengeld en kopte de krant* dat Sinterklaas in Antilliaanse gedaante komt en Piet niet per se zwart hoeft te zijn.

Antropoloog Rose Mary Allen is het eens met Solange Trinidad dat een nationaal debat niet echt past bij Curaçao. “We debatteren over heel veel dingen niet. Alles wat gevoelig ligt op ons eiland is taboe. Neem slavernij. Daar wordt nauwelijks over gesproken in het publieke domein. Te pijnlijk. We zwijgen liever. Praten over ras, discriminatie en onderlinge relaties is een taboe. We praten wel elke dag over kleur, maar we benoemen die niet.

Collega antropoloog Angela Roe zegt dat het Sinterklaasfeest op Curaçao heel anders wordt gevierd en daardoor een eigen gezicht heeft. “We hebben onze eigen liedjes met ons eigen ritme. Sinterklaas kan dansen en de pieten zijn acrobatisch, hebben gevoel voor ritme. Het feest heeft een veel hoger tempo. Het is vooral een show, die wordt opgevoerd in scholen, buurhuizen en voetbalverenigingen. Thuis vieren, gebeurt veel minder.


Anders dan Trinidad denkt Allen dat Zwarte Piet, ook zonder nationaal debat, zijn langste tijd heeft gehad op Curaçao. Zoveel invloed heeft de discussie in Nederland toch weer wel. “Maar Zwarte Piet zal stilletjes vertrekken, niemand zal het merken.”

-0-0-0-