De Boeli van Leeuwenprijs had niet mogen worden uitgereikt


De Curaçaose overheid deelt sinds 2009 om de twee jaar de Premio Willem C.J. ‘Boeli’ van Leeuwen aan een persoon of een organisatie die op cultureel, juridisch, bestuurlijk, sociaal of journalistiek gebied een intellectuele prestatie heeft geleverd van wetenschappelijke diepgang, die ook voortgekomen is uit maatschappelijke betrokkenheid. Een prestigieuze prijs. Dit jaar was de journalistiek aan de beurt. Waarom is niet duidelijk, zoals veel niet duidelijk is bij deze prijs.

Mariano Luis Heyden heeft 'm gewonnen. En omdat niemand zonder zonde is, laat staan de eerste steen werpt, feliciteer ik mijn collega van harte met het mooie bronzen beeldje, gemaakt door de in Caracas wonende, internationaal vermaarde Nederlandse beeldhouwer Cornelis Zitman. En natuurlijk ook de geldprijs van 10.000 piek en een oorkonde van de Curaçaose overheid.

Journalistieke gilde
Mijn kritiek op deze prijs valt dan ook niet Mariano ten deel, ook al heeft hij zich niet altijd positief uitgelaten over de code van Bordeaux - kennelijk voorwaarde voor het winnen van de prijs - en heeft hij ooit een commissariaat aangenomen als journalist. Nogmaals, wie zonder zonde is werpe de eerste steen, zeker in het Curaçaose journalistieke gilde...

Nee, mijn kritiek gaat naar de huidige minister Marilyn Alcalá-Wallé, die - geheel toevallig - als voormalig Gedeputeerde van Onderwijs, Cultuur en Sport aan de basis lag van deze prijs in 2009. Zij maakte toen de fout geen stichting Boeli van Leeuwen-prijs op te richten en daarin het geld te storten dat nodig is om de prijs te betalen en de uitreiking te financieren.

In plaats daarvan kwam er een Adviesraad, die telkens twee jaar de tijd kreeg om een aantal kandidaten te nomineren en daarna voor te dragen. Deze raad deed tot dit jaar uitstekend zijn werk, nooit is er een wanklank geweest - voor zover ik weet - over de voordrachten van deze Raad.

Tot dit jaar.

Verrast
Op 10 september werd Alcalá-Wallé naar eigen zeggen verrast door een brief van voorzitter Henry Pietersz, met de mededeling dat de commissie geen kandidaat kan aanbieden die aan de strenge eisen voor toekenning van deze prijs voldoet. Eisen die overigens nergens te vinden zijn, en geloof me: ik heb gezocht.

Of de commissie grondig kandidaten heeft onderzocht en toen tot dit besluit is gekomen, wordt niet duidelijk uit de brief. Volgens Alcalá-Wallé heeft de commissie helemaal niets gedaan, wat ondersteunt wordt door mijn eigen speurwerk. Eén van de commissieleden was verbaasd dat die nooit een oproep had gekregen om weer samen te komen.

Respectloos
De minister is furieus. De op haar initiatief ontstane prijs dreigt uit haar handen te glippen, net nu ze weer minister is. Bovendien: had de commissie niet wat eerder van zich kunnen laten horen en ook wat uitgebreider dan dit schamele briefje...

Haar dienst is volgens eigen zeggen drie keer aan het adres van de voorzitter geweest en uiteindelijk laat die een brief van de minister achter, waarop nooit antwoord komt.

Daarmee lijkt de Adviesraad zichzelf te diskwalificeren. En dat is dan ook precies wat er gebeurt. Laat dat maar aan Alcalá-Wallé over. Vraag Margriet de Freitas, de inmiddels ex-directeur van de Stichting Studiefinanciering Curaçao maar.

Wat haar, Alcalá-Wallé dus, het meeste zeer doet, is het voorstel van de luie Adviesraad om de prijs dan maar volgend jaar toe te kennen. Alsof er dan wel een journalist is die met wetenschappelijke diepgang sociaal betrokken is....

Respectloos, vindt Alcalá-Wallé.

Winnaar Mariano toont het beeldje van Boelie
Meetlat
Maar geen nood, moet ze gedacht hebben. Want nog voor de toekenning op 10 oktober trommelt ze een ambtelijke commissie bij elkaar, met de opdracht om alsnog zo'n journalist te vinden.

Met welke meetlat die aan de slag is gegaan, is niet bekend. Misschien dat het nog niet gepubliceerde juryrapport daar uitsluitsel over kan geven. Ik heb het exemplaar nog niet.

Maar erger nog: ambtenaren onder een minister zijn niet onafhankelijk. Die moeten immers luisteren naar hun baas. Iedere ambtenaar weet wat niet luisteren betekent. Vraag het aan SG Bernice Calmes en sector-directeur Donna Philbert. En tientallen anderen.

Uit interne bronnen weet ik inmiddels dat Alcalá-Wallé de naam van Mariano niet heeft ingefluisterd. Maar ze had het wél kunnen doen. Erger, hoe gaat dat als we op Onderwijs weer een Soberano hebben zitten? Had Mariano die prijs dan ook gehad?

Nee, de Boeli van Leeuwen-prijs heeft naar mijn mening aan prestige ingeboet door de handelswijze van de minister. Een belediging toch voor Henny Coomans en – postuum – zijn echtgenote Maritza Eustatia (2009), Rose Mary Allen (2011), Tania Kross, Randal Corsen en Carel de Haseth (2013), Angela Roe, Selwyn de Wind en Hester Jonkhout (2015) en nu dus Mariano Luis Heyden.

Avila
De prijs kwam mede tot stand door de bemoeienis van wijlen Nic Møller van Avila Hotel. Daar had Boeli van Leeuwen tot aan zijn dood in 2007 een vast stekje. Dronk koffie met vrienden en bekenden en discussieerde daar over literaire, culturele, politieke en staatkundige onderwerpen. Dat gebeurt ook wel op Fòrti, maar niet altijd met wetenschappelijke diepgang.

Zowel de instelling van een ambtelijke niet-onafhankelijke commissie als de uitreikingslocatie in het regeringscentrum van Fort Amsterdam, gisteravond, zijn in mijn ogen doodzonden van een kabinet dat integer wil zijn en de schijn wil vermijden dat niet te zijn.

Onafhankelijke stichting
Het is te hopen dat in 2019, bij de volgende uitreiking een les geleerd is en dat er een volwaardige en onafhankelijke stichting komt (inclusief eigen budget en los van de overheid) die de naam van Boeli van Leeuwen op een eerbiedwaardige wijze kan koppelen aan een persoon of een organisatie die voldoet aan vooraf opgestelde criteria. En dan doel ik niet op de intellectuele prestatie van wetenschappelijke diepgang en maatschappelijke betrokkenheid. De enige eisen die nu wel ergens op papier lijken te staan.

-0-0-0-

Inmiddels heb ik een juryrapport ontvangen op 20 oktober. hier te downloaden.