Irma raakte alles aan

Het oog van orkaan Irma raakt Sint Maarten vol in het hart. 6 september 2017. Journalist Dick Drayer is dan onderweg op de Zr. Ms. De Pelikaan met zijn cameravrouw Hester Jonkhout. “We kwamen precies een dag na de orkaan aan op het eiland. Het leek wel alsof er een atoomboom was gevallen. Alles wat is zag, was beschadigd kapot of naar beneden gekomen.” Hester en Dick waren de enige twee journalisten die op dat moment via de Marine contact met de buitenwereld hadden. Op Sint Maarten was geen stroom, geen internet en geen telefonie. De reis van Dick en Hester begon het weekend voor de orkaan.


Zaterdag 2 september
In een whatsappje naar de NOS in Hilversum schrijf ik dat de orkaan Irma op koers ligt in de Atlantische Oceaan, op 19 graden noorderbreedte. De modellen zeggen dat de koers iets west-zuid-west komt te liggen. Cruciaal voor de bovenwindse eilanden Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius. Want als die modellen juist zijn, worden zij wellicht vol geraakt. Irma is dan categorie 2. Maandag hakken we de knoop door. Mijn cameravrouw Hester en ik maken ons klaar voor vertrek, bij ons geen twijfel.

Maandag 4 september
We gaan. Irma is inmiddels een Categorie 3 orkaan geworden. Verwachting is dat-ie dinsdagavond/nacht aan land komt en dan een 4 wordt. De eerste scholen gaan vandaag al dicht. Het ziekenhuis heeft zijn OK programma stil gelegd tot donderdag.’

De Zr. Ms Pelikaan wordt volgeladen | Foto: Dick Drayer
Dinsdag 5 september
We vertrekken met Insel Air, maar op de startbaan gaat het mis. Problemen met het instrumentenpaneel van de Fokker 50. De piloot keert terug naar de gate en de vlucht wordt gecancelled. Ik baal, want het toestel van Winair vertrok net voor ons, met daarin Volkskrant-collega Kees Broere. Hij is er dus wel bij.
Plan B is de marine. Vanmiddag vertrekt de Pelikaan naar Sint Maarten, misschien kunnen Hester en ik daar opstappen. We komen dan wel laat, na de passage van Irma, maar we zijn er dan wel in ieder geval. Er is gelukkig plek, maar dan moeten we wel meteen komen. “Eén ding”, zegt Canan Babayigid, de perswoordvoerder van Defensie: “We nemen jullie mee, maar bij aankomst moeten jullie van boord en zijn jullie op jezelf aangewezen.”
De Zr.Ms. Pelikaan is ruim 65 meter lang en biedt ruimte aan 77 personen. Met ons erbij nu 79. Behalve vaste bemanningsleden en mariniers reizen er ook een tiental jongens van de Curaçaose Militie mee.

Hester en ik haasten ons om nog voor twee uur ’s middags aan boord te zijn, maar de belading voor Sint Maarten neemt nogal wat tijd in beslag. Vrachtauto’s generatoren, een vorkheftruck verschillende containers en een enorme hoeveelheid flessen water gaan aan boord. Terwijl de Pelikaan ook zelf drinkwater uit zee kan maken, zo’n 6000 liter per dag.
We vertrekken uiteindelijk pas om half negen ’s avonds, nadat we gebunkerd hebben bij Curoil aan de Motet werf. 245 duizend liter diesel in de tank en 37 uur varen voor de boeg. Dat lijkt lang en dat is ook lang. Menno van der Eerden is de commandant. Hij introduceert ons op de brug en zegt dat we volkomen vrijheid hebben om te gaan en te staan waar we willen.

Viangelo Lomp - Curmil | Foto: Dick Drayer
Woensdag 6 september
Het is 12 uur in de middag. Het oog gaat rechtstreeks over Sint Maarten. In de eetzaal praat ik met een paar jongens van de Curmil over hun missie. Als landrotten hebben ze net als ik geen zeebenen. Ze kijken uit naar wat ze gaan aantreffen en hebben net als ik geen idee. Wat we gemeen hebben is dat we professioneel uitkijken naar het moment dat we aan land gaan, maar dat we nu al weten dat je er als mens eigenlijk niet wilt zijn. Ik denk aan Kees, die in Mercurehotel zit. Is hij veilig?

Donderdag 7 september
Ochtend: Het schip danst op het ritme van de zee. We passeren Saba dat als een massief blok graniet achter de deining omhoogschiet en dan weer verdwijnt. Twee uur later doemt Sint Maarten op. Ineens is het een drukte van belang. Jongens lopen schijnbaar zenuwachtig over het dek. Als de eerste Zodiac te water wordt gelaten, is Sint Maarten op een paar honderd meter zichtbaar. Vanaf de brug horen we dat de haven ernstig vernield is. Containers zijn als legosteentjes weggeblazen en mogelijk in het water terecht gekomen.

Middag: Ik wil van boord. De wankele benen hebben behoefte aan vaste grond onder de voeten. Bovendien wil het acht uur journaal beelden. De eindredacteur drukt me op het hart dat er nog geen enkel beeld is van Sint Maarten en dat onze beelden daarom de eerste zijn.
Als we eindelijk van boord gaan blijkt dat we het haventerrein niet af kunnen. Ik kijk met mijn telelens naar de stad en zie een totaal verwoeste Holland House. Later hoor ik dat er nog 13 kamers over zijn van de in totaal 69 kamers in het hotel. Met Hester maken we gauw een standuppertje. Televisietaal voor de journalist die op camera zijn verhaal afsteekt. Ik schuifel in de haven door de resten van wat eens souvenirkraampjes moeten zijn geweest. De handels waar ligt overal verspreid. Kunstwerkjes, sloffen sigaretten en ander doorweekt spul.

Canan Babayigit | Foto: Dick Drayer
Avond: We blijven aan boord. Canan is net langs geweest en zegt dat de situatie buiten de haven niet veilig is. Er wordt volop geplunderd in Philipsburg en gaat er grimmig aan toe. De eerdere afspraak om van boord te gaan en zonder Marine verder te trekken is niet realistisch. Canan zegt dat ze een oplossing gaat zoeken. En die wordt gauw gevonden. We verhuizen morgen naar De Zeeland. Daar is meer ruimte, meer bed en heel belangrijk: meer bandbreedte. Dat laatste blijkt van ‘levensbelang’. Alle communicatie op Sint Maarten ligt plat, als we iets willen beteken voor de verslaggeving, dan moeten we de komende dagen aan boord blijven bij de Marine. Ik wil Canan omhelzen, maar het wordt een zoen op haar wang.

Vrijdag 8 september
Ochtend: We verhuizen naar de Zeeland en worden verenigd met cameraman Dolph van Stapele en defensiefotograaf Gerben van Es. Met Gerben heb ik al eerder een hurricane oefening verslagen op Sint Maarten. Dolph kent iedereen die iets met beeld doet op Curaçao. Zij doen uitgebreid verslag van hun ervaringen aan de grond. “Politie en winkeliers kunnen de mensenmenigte niet stoppen en kunnen niets tegen de plunderingen doen”, zegt Dolph.
Canan zegt dat we aan het eind van de ochtend de stad in gaan maar onder begeleiding van de militairen. De situatie is nog niet onder controle. Er komen wel meer manschappen bij. Uit alles wordt duidelijk dat de door premier William Marlin bestelde 90 militairen bij lange na niet genoeg zijn.

De haven van Philipsburg | Foto: Gerben van Es
Middag: Om 12 uur gaan we op pad. Camera, statief en flessen water. Eindelijk: de Zeeland heeft dan wel communicatie, het wordt toch tijd dat Hester en ik onze eigen nieuwsgaring gaan doen. Ook al zitten we nog ‘vast’ aan de Marine. De tocht door Philipsburg, op weg naar het militaire hoofdkwartier aan de Bobcat Road, zal me lang bijblijven. De ravage onderweg is met geen pen te beschrijven. Werkelijk alles is aangeraakt door de orkaan. De heuvels zijn bruin uitgreslagen, de bomen hebben geen blad meer, als ze überhaupt nog staan/ Overal liggen auto’s, gelanceerd en als dobbelsteentjes doorgerold naar willekeurig welke plek. De zendmast van UTS aan de Walter A. Nisbethroad is omgewaaid, terwijl de voet nog staat. Bovenop het gebouw is-ie gevallen.
We rijden met de raampjes open en worden aangeklampt door mensen, wanhopig op zoek naar eten en water. Wat we in de auto hebben geven we weg. Nog voor we Longwallroad bereiken is alles op. Mensen schreeuwen naar ons: ‘Water, Please give us water.’

Naast het militaire hoofdkwartier, waar ik ook nog even handen schud met premier William Marlin en 20 agenten van de KPC, die net gearriveerd zijn, ligt een shelter. Er slapen vooral Amerikaanse toeristen. Maar in de communicatiekamer zie ik Kees. Het weerzien is emotioneel, voor mij. Zijn relaas over wat hij doorstaan heeft versterkt dat gevoel. Ik heb een email bij me voor hem en Kees vraagt me of ik zijn stukkie voor de Volkskrant kan versturen. Er is nog steeds geen goede communicatie.

Ik besef dat het missen van onze vlucht en ons verblijf bij de Marine een unieke situatie opleverde, waarbij de wereld de eerste dagen na de ramp toch een glimp kon opvangen van wat er op Sint Maarten was gebeurd.

Avond: Terug aan boord monteert Hester de beelden en maak ik het verhaal. Het is een gekkenhuis, want veel nieuwsmedia in Nederland hebben ons gevonden. Tussen dit moment en ons eerste vertrek uit Philipsburg leveren 10 rapportages en kruisgesprekken op tv en doe ik 24 radio-interviews. Van het journaal tot aan Pauw, van CNN tot aan de VRT.

Zaterdag 9 september
De volgende NOS-ploeg staat klaar op Curaçao. Hester en ik kunnen worden afgelost. Hoe we naar Curaçao komen is onduidelijke, maar Canan belooft haar best te doen. Zoals ze de hele trip al haar stinkende best voor ons heeft gedaan. We varen buitengaats, in afwachting van de orkaan José. Iedereen aan boord hoopt op een goede afloop. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat maar weinig mensen op Sint Maarten weten dat er nog eentje aankomt.

Zondag 10 september
Zr. Ms. Zeeland is weer onderweg terug naar het rampgebied. We hebben een dag bij de Sababank gelegen en de militairen hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt om water te distribueren aan de bevolking van Saba. Ze hebben ook de eigen flessenvoorraad weggegeven; de bemanning kan nu alleen nog maar uit de kraan van het schip drinken, de koelkast is leeg.

José is inmiddels gepasseerd, het oog zo'n 6 uur terug. De eerste berichten vanuit SXM zijn gunstig. De afstand van 120 km ten noorden van het eiland heeft nauwelijks geleid tot meer schade. De opluchting aan boord is groot.

Hester Jonkhout (m) | Foto: Gerben van Es
Hester en ik bladeren door Facebook en zijn getroffen door de geweldige morele support die iedereen ons geeft. Vandaag is ze jarig en we (bemanning en ik) zullen daar niet aan voorbijgaan - althans als daar tijd voor is.

Ik heb heel veel persoonlijke verzoeken gehad van mensen om vrienden en familie op te sporen. Verzoeken die ik niet kan honoreren, want er is nauwelijks tijd om ons eigen werk goed te doen. Ik vind dat heel erg, maar moet daarin keuzes maken. Keuzes die niet door iedereen werden gewaardeerd. Aan hen heb ik één advies: trek geen conclusies zonder vragen te stellen. Iedereen, IEDEREEN die ik ben tegengekomen doet zijn stinkende best om met alle beperkingen maximum output te hebben. Als de samenleving weer terug op z'n voeten staat, mag je weer in je eigen normenkader kritiek leveren. Nu voldoet dat kader niet op SXM.

Gelukkig kan ik mensen wel doorverwijzen naar andere contacten, naar Laser 101, die geweldig werk verricht op het eiland om mensen in contact te brengen en zelfs ministers naar vergadering roept. Ik probeer iedereen via Messenger, Twitter en Whatsapp antwoord te geven, ook al is het midden in de nacht.

Zo direct gaan we naar de airport. Canan heeft ons op een Hercules weten te krijgen. Wij mogen een weekje uitrusten en komen daarna weer terug.


-0-0-0-0-