Donkere Wolken - over Poch

Dit artikel verscheen eerder in de Esquire van februari 2016

6 mei 2010: Julio Poch komt aan op de luchthaven van Buenos Aires na zijn uitlevering door Spanje.
Hoe een piloot van Transavia door één opmerking speelbal wordt van jaloerse collega’s, een emeritushoogleraar én een Argentijnse heksenjacht – en nu al zes jaar gevangen zit zonder proces.

door MARGRIET MARBUS

22 SEPTEMBER 2009 LUCHTHAVEN VLC, VALENCIA, SPANJE.

Gezagvoerder Poch, met naast zich zijn zoon Andy als copiloot, komt aanvliegen met de Boeing 737 van Transavia, zijn werkgever sinds 1988. Er is weinig wind en goed zicht; ideale landingsomstandigheden. De landingsbaan in Valencia heeft een mooie nadering, laag over de bergen met uitzicht op zee. Vlucht HV 6331 is niet zomaar een vlucht. Het is de allerlaatste retourvlucht van Julio Poch voordat hij met pensioen gaat – hij is 57 jaar oud (piloten van Transavia gaan op hun 58e met pensioen; die van KLM en Martinair met 56 jaar). De afspraak is dat zijn zoon Andy vandaag heen vliegt en Julio zelf weer terug, op de HV 6332. Poch wil zijn laatste landing per se op Schiphol doen. Het plan is om hierna voor ArkeFly te gaan vliegen, waar ze een plaats voor hem hebben. Stiekem hoopt hij op een plekje bij Emirates, als captain op een Boeing 777. Maar dat is voor na de dag van morgen; vader en zoon werken in de cockpit eerst de checklist van deze dinsdag af. Ze hangen ‘op final’, bijna boven de baan, en dan is er touch down. Andy draait de kist naar de terminal, Julio heeft tijd om de omgeving in zich op te nemen. Hij kent het hier goed, het gezin Poch bezit een vakantiehuis in Valencia.
Achter in de Boeing 737 zit Grethe, Julio’s echtgenote sinds 1973. Ze heeft van Transavia een ticket gekregen omdat haar man met pensioen gaat. Straks staan op Schiphol de champagne en de door Grethe gebakken taart klaar, zo heeft chef-vlieger Boeing 737 Laur Kirkels, een goede vriend van de familie, beloofd. Als de procedures na de landing klaar zijn, loopt Andy Poch naar zijn moeder, achterin het vliegtuig. Hij vraagt of ze mee naar buiten wil om het rondje om het vliegtuig te doen. ‘Dan zie je ook eens wat we allemaal checken op zo’n buitenstation.’ Grethe Poch krijgt, beneden aan de trap, een fluorescerend groen vest van het grondpersoneel aangereikt. Julio Poch blijft in de cockpit achter om de retourvlucht voor te bereiden. Dan, ineens, staan er mensen in zijn vliegtuig. ‘Ik arresteer u, komt u mee,’ zegt een man.

Juntaleider Videla met zijn staatssecretaris van Landbouw, Jorge Zorreguieta, vader van koningin Maxima.
Poch lacht. Hij denkt dat het een practical joke is, vanwege zijn pensionering. Lachend staat hij op en loopt mee, de trap af, het platform op. Buiten zien zijn vrouw en zoon hem tussen de mannen weglopen. Hij draait zich even half om. ‘Dit is een grap of een misverstand, ik ben zo terug!’ Ze zien hem opgewekt verdwijnen.

7 SEPTEMBER 2015 PENITENTIAIRE INRICHTING MARCOS PAZ, MARCOS PAZ, ARGENTINIË

— Een verzameling lage, met hekken en prikkeldraad omgeven gebouwen ligt onder donkere wolken in een vlak landschap met weilanden, slootjes, wat bomen – het zou Nederland kunnen zijn, ware het niet dat er papegaaien en roofvogels door de lucht scheren. De parkeerplaats bij de gevangenis is groot, maar tot op de laatste plek gevuld met een kleine, veelal oude auto’s. Wie geen plek op de parkeerplaats vindt, zet hem in de berm langs de landweg die naar het complex toe leidt.
Voor de deur van de inrichting staat een groep mensen, de bezoekers op deze grauwe septembermaandag. Naast de parkeerplaats is een winkeltje waar chips, chocola en droge witte broodjes met kaas worden verkocht. Wie per ongeluk laarzen of schoenen met hakken draagt – die zijn binnen verboden – kan bij het winkeltje voor zes dollar espadrilles aanschaffen. Vijftig meter verderop, bij de entrée van de gevangenis worden papieren, paspoort en twee pasfoto’s ingeleverd. De bewaker schudt zijn hoofd. ‘Bewijs van goed gedrag?’ ‘Dat kennen we in Nederland niet.’ Stilte. ‘Voor wie komt u?’ ‘Julio Poch.’ ‘Ah. Ik bel hem. Wacht u hier.’ Vanaf 2009 zit Julio Poch in detentie. Eerst op een Spaans politiebureau, waar hem wordt verteld dat hij wordt verdacht van misdaden tegen de mensheid. De aanklacht is gebaseerd op een gesprek dat hij tijdens een etentje in restaurant Gado Gado aan het strand van het dorp Kuta op Bali heeft gehad, zes jaar eerder om elf uur ’s avonds. Het was een feestelijke gelegenheid. De directie van luchtvaartmaatschappij Air Paradise had van Transavia een vliegtuig in ‘wetlease’ genomen. Dat wil zeggen: een vliegtuig inclusief de benodigde bemanning, piloten en stewardessen. Maar de gastheren zijn laat. De gratis bar was gelukkig al vanaf acht uur in de avond open geweest en menigeen aan tafel – piloten en stewardessen, al dan niet met hun partner – had daar flink gebruik van gemaakt. Julio Poch en zijn vrouw Grethe zaten tegenover collega’s Tim Weert en Edwin Reijnoudt Brouwer. Het gesprek tussen hen was op Maxima gekomen. En toen op haar vader. En daarna op Videla en de vluchten des doods onder Videla.
‘Wij gooiden ze uit vliegtuigen,’ zou Poch gezegd hebben, aldus Brouwer later in het programma Pauw & Witteman. Poch zou ook nog gezegd hebben: ‘Zorrequieta wist van niets, hij was van landbouw.’ Volgens Weert en Brouwer was Julio Poch een ‘gerespecteerd collega’, een ‘heel aardige vent’, ‘zachtaardig’ zelfs, maar toen het gesprek op Zorreguieta kwam, ‘keek’ hij ‘anders’. Zijn reactie was ‘niet natuurlijk’. Tim Weert maakte uit de lichaamshouding van Julio Poch op dat hij ‘hierbij betrokken moet zijn geweest’, zo verklaart hij aan Jeroen Pauw. Een week na terugkeer in Nederland meldt Brouwer in een informeel gesprek met zijn leidinggevende bij Transavia de ervaringen op Bali. De leidinggevende zegt Brouwer dat hij dat soort zaken officieel op kantoor moet melden – Brouwer doet dat niet. Tim Weert gaat met de vertrouwenspersoon van Transavia praten. Poch wordt vervolgens op kantoor geroepen maar verklaart daar dat hij niets met ‘vluchten des doods’ te maken heeft.
Dan gebeurt er heel lang niets, tot Brouwer in maart 2006 een vlucht heeft met assistent chef vlieger Jeroen Engelkes. Ze hebben vertraging en hangen in een crewroom, waar ook het smoelenbord hangt. ‘Met die vent praat ik niet meer,’ zegt Brouwer tegen Engelkes. Hij wijst op de foto van Julio Poch.
Tijdens de vlucht die volgt, verhaalt Brouwer uitvoerig over het etentje op Bali. Jeroen Engelkes gaat zich daarna ook met de zaak bezig houden. Omdat Transavia geen actie onderneemt, neemt Engelkes uiteindelijk de stap om een brief naar justitie te schrijven. De bal gaat rollen. Engelkes (hij schreef in het laatste jaar van zijn middelbare schooltijd een scriptie over de vuile oorlog in Argentinië) neemt contact op met Theo van Boven, een Nederlandse emeritus hoogleraar internationaal recht. Van Boven betrekt Alejandra Slutzky erbij. Zij is een van de oprichters van HIJOS, de Nederlandse tak van de Argentijnse organisatie die de belangen behartigt van kinderen van verdwenen ouders uit de tijd van Videla. In 2003 stond Slutzky elfde op de kandidatenlijst van de SP voor de Tweede Kamer, maar in 2005 besloot ze van haar zetel af te zien. Alejandra Slutzky is de dochter van Samuel Leonardo Slutzky, een vooraanstaand lid van de Marxistisch-Leninistische groepering Montoneros. Begin jaren zeventig volgde hij een militaire opleiding in Cuba; in 1978 verdween hij tijdens het regime van Videla. Op de Facebookpagina van Alejandra Slutzky, die op haar veertiende als vluchteling naar Nederland kwam, heeft ze een foto van haar vader als omslagfoto. Slutzky weet in Nederland veel aandacht voor HIJOS te krijgen, met name als kroonprins Willem Alexander voor een Argentijnse vrouw kiest die de dochter is van de voormalige minister van Landbouw onder Videla. In de zomer van 2002 reist ze af naar Argentinië om daar een alternatief huwelijkscadeau van 350.000 euro aan te bieden. Het geld is in Nederland opgehaald en wordt verdeeld onder armoedebestrijdingsprojecten en mensenrechtenorganisaties zoals HIJOS die families van verdwenen mensen steunen in Argentinië. In Vrij Nederland wordt van die reis verslag gedaan door algemeen redacteur Harm Ede Botje.
Justitie in Nederland legt aanvankelijk de aangifte van Engelkes tegen Poch naast zich neer omdat het berust op hearsay, ondanks de druk die Van Boven en HIJOS op justitie uitoefenen. Dan komen er Kamervragen van Jan de Wit van de SP aan Hirsch- Ballin, dan minister van Justitie. Die week volgt een publicatie in Vrij Nederland van de hand van Harm Ede Botje over de kwestie van de Argentijnse Nederlander. Er wordt geen naam genoemd; er wordt gesproken over een ‘militair’ die actief zou zijn geweest in de Escuela de Suboficiales de Mécanica de La Armada (ESMA), de beruchte illegale gevangenis van de Argentijnse marine in Buenos Aires. Vanuit deze basis werden mensen overgebracht naar vliegtuigen, vervolgens werden ze boven zee in de golven gegooid. Anderen werden gemarteld of geëxecuteerd. Zijn rang, functie, de periode waarin hij werkzaam was én de plek waar hij werkte, maakten het zeer waarschijnlijk dat de Argentijnse Nederlander op zijn minst ‘medeplichtig was aan verdwijningen en martelingen,’ aldus Vrij Nederland. Het verhaal in VN zet de zaak op scherp. Minister van Justitie Hirsch Ballin moet binnen zes weken antwoord geven op de kamervragen. Er komt een onderzoek. Hoewel er inmiddels veel mensen bij betrokken zijn, is Julio Poch nog altijd ongewis van het feit dat het onderzoek om hem draait. In Vrij Nederland wordt niet gesproken over een piloot. Tevens was Poch nooit gestationeerd in de ESMA in Buenos Aires.
Justitie in Argentinië gaat zich ermee bemoeien. Onderzoeksrechter Sergio Torres komt naar Nederland. Hij verhoort getuigen op het politiebureau van Amstelveen. Torres steekt de getuigen een hart onder de riem; ze kunnen vrijuit hun verhaal doen, want ze hebben, geeft hij aan, Poch al langer op de korrel. De getuigenverklaring wordt in het Spaans opgesteld. Transavia-collega Tim Weert beheerst die taal niet, maar ondertekent toch de verklaring. Gezagvoerder Hendrik- Jan van Overvest confronteert zijn collega Weert later met het feit dat hij op het Amstelveense politiebureau een verklaring ondertekent in een taal die hij niet machtig is. Van Overvest: ‘Ik vroeg hem op de man af: “Waarom heb je dat in godsnaam gedaan?” Weert zei: “Ik had het gevoel anders het politiebureau niet meer uit te komen.” “Man,” zei ik, “je bent gezagvoerder. Gezág-voerder!” Brouwer heeft dat trouwens ook gedaan, die heeft dat stuk mede-ondertekend.’
‘Als dit zo blijft, zit ik hier de rest van mijn leven’
Later krijgt Tim Weert de Engelse vertaling van de Spaanse tekst onder ogen: ‘I was a witness of the following confession of Captain J.A. Poch. During his duty period as pilot of the Argentine Videla regime he performed on regularly basis flights on which groups of people were thrown out of his airplane above the sea. The goal of this flights was to get rid of the “terrorists” in Argentina.’ Weert zelf voelt zich niet lekker over de gang van zaken, zoals hij later kenbaar maakt in een brief aan politiefunctionaris Arnold Versteegt. In die brief stelt hij dat een aantal zaken in het vertaalde document niet juist zijn weergegeven. En dat hij veel liever een Nederlandstalig document had ondertekend. Een brief die hij besluit met: ‘…het mag en kan niet zo zijn dat Julio straks door een ongelukkige vertaling ons kan beschadigen en onder zijn proces uit kan komen.’
Onderzoeksrechter Torres beschouwt de verklaring van derden als een bekentenis van Julio Poch. Hij wil hem voor het Megacausa ESMA Tribunaal in Argentinië krijgen. Maar hoe? Poch, geboren op 20 februari 1952, is sinds 1995 Nederlands staatsburger en Nederland, dat de zaak eerder afgedaan heeft, heeft geen uitleveringsverdrag met Argentinië. De zaak loopt op dat moment al twee jaar, maar Poch zelf weet nog altijd van niets. Helemaal in het begin is hij op kantoor geroepen door zijn chef, die wilde weten wat er zich allemaal had afgespeeld op Bali. Poch was zich van geen kwaad bewust, zei hij. Daarna ging het leven zijn gang weer. Hoewel rechter Torres zegt Poch al langer in het vizier te hebben, reist deze al jaren ongehinderd van en naar Argentinië. Torres vraagt medewerking aan de Nederlandse justitie en krijgt die. KLM wordt gevraagd de vluchtschema’s van Spaanssprekende piloten bij Transavia op te vragen. De naam Poch wordt niet direct genoemd om geen argwaan bij Transavia te wekken. Transavia weigert die lijst te verstrekken, maar op het intranet van Transavia staat de aankondiging van Poch's laatste vlucht voor de collega's die daarna afscheid van hem willen nemen. Op 22 september 2009 vliegt Poch ’s ochtends naar Valencia met de HV 6331. Het zou zijn laatste vlucht voor Transavia zijn, maar het wordt zijn laatste vlucht tout court.
De regeringsgezinde Argentijnse krant Página 12 bericht op 24 september 2009 dat een dag na de arrestatie van Poch de Nederlandse oud-minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot in New York wordt bedankt door de Argentijnse minister van Buitenlandse Zaken Jorge Taiana. Taiana bedankt Bot voor de ‘inspanningen’ van diens land bij het het helpen vangen van de ‘represor argentino-holandés Julio Alberto Poch’, die beschuldigd wordt van ‘betrokkenheid bij de vuelos de la muerte’, de vluchten des doods. Twee maanden later, wordt emeritushoogleraar Theo van Boven in Buenos Aires door minister Taiana benoemd tot commandeur in de Orde van de vrijheidsstrijder San Martin. Op 26 november ontvangt Van Boven ook een eredoctoraat van de universiteit in Buenos Aires.

6 SEPTEMBER 2015 AVENIDA DE 9 JULIO BUENOS AIRES.

— ‘Te quiero Argeninos, te quiero!’ Schril, bijna hysterisch klinkt de stem van Argentinië’s president Cristina Kirchner over de radio: ‘Ik hou van u, Argentijnen!’ Het lijkt wel een parodie. ‘No. It’s real,' zegt de man aan het stuur naast me. Hij is journalist, maar wil absoluut niet met zijn naam in het verhaal. ‘Luister!’, zegt hij, en drukt de knoppen voor verschillende radiostations achter elkaar in. Op elke zender een schreeuwende president, de weduwe en – sinds 2007 – opvolger van Néstor Kirchner. ‘Dit is nu aan de gang, ergens in Buenos Aires,’ zegt Alvarez. ‘Het gebeurt twee keer per dag, elke keer zo’n drie kwartier lang. Langer houdt haar stem het niet vol. Godzijdank.’ We rijden langs een monumentaal gebouw, het voormalige hoofdpostkantoor van Argentinië. Centro Cultural Kirchner, staat erop. ‘Naamsverering op onze kosten,’ moppert hij.
Het kritische Argentijnse dagblad Clarin publiceerde steeds regelmatiger over corruptie, nepotisme, vervalsing van openbare statistieken, intimidatie van Argentinië’s onafhankelijke media, het gebruik van publieke middelen om politieke tegenstanders te slachten en de heksenjachten. De heksenjachten zijn de megaprocessen tegen voormalige militairen, ambtenaren maar ook gewone burgers die in de tijd van Videla’s junta misdaden tegen de mensheid zouden hebben begaan. De processen zijn bedoeld om de Dwaze Moeders gerechtigheid te geven, maar volgens Kirchners’ critici dienen ze een politiek doel. ‘Er zullen realistische gevallen tussen zitten maar de processen worden door Kirchner vooral als een PR-tool gebruikt,’ zegt de journalist.
Een Argentijnse jurist die ook niet bij naam genoemd wil worden, legt het als volgt uit: ‘Wie het op het huis van zijn buurman voorzien heeft, klaagt hem gewoon aan voor misdaden tegen de mensheid. Een aangifte kun je anoniem doen. Zo’n man wordt dan opgepakt en moet enorme kosten gaan maken voor advocaten en dergelijke. In de gevangenis is het leven duur, daar moeten mensen zichzelf min of meer bedruipen. Dan verkoop je je huis uiteindelijk. Zo ongeveer is de trieste werkelijkheid van het Argentinië van 2015.’
Presidente Cristina Fernandez Kirchner, in Argentinië kortweg CFK genoemd, studeerde rechten in haar geboortestad La Plata, waar ze haar in 2010 gestorven echtgenoot Néstor ontmoette op de universiteit. Ze trouwden in 1975. Nestor Kirchner opende het jaar erop een advocatenpraktijk met een college-jurist, zijn vrouw stapte drie jaar later in de firma. Ze vergaarden grote rijkdom met transacties in onroerend goed. Dat wil zeggen: de advocatenpraktijk van de Kirchners procedeerde voor de banken tegen mensen die hun hypotheek niet meer konden betalen. Vervolgens kochten ze zelf de goedkope grond van de banken, grond die de firma de banken met de inbeslagname hadden bezorgd. Toen de tijden beter werden, verkochten ze de grond met grote winst. Hoewel de advocatenpraktijk van de Kirchners ook verdachten van misdaden onder de junta van Videla verdedigde, gaat in Argentinië het verhaal dat het echtpaar hartstochtelijk de Montoneros aanhing, de Marxistisch- Leninistische beweging uit de jaren zeventig.
Met steun van naar verluidt Fidel Castro en de voormalige Sovjet-Unie werden beginjaren zeventig door guerilla-groeperingen als de Montoneros bomaanslagen gepleegd. Politiemensen, militairen, ministers, directeuren van bedrijven- en overheidsinstellingen en hoge ambtenaren werden vermoord. De overheid arresteerde daarop duizenden Montoneros. Na de amnestie van 25 mei 1973 richtte de Monteneros zich met name op Argentijnse bazen van Westerse bedrijven; in 1975 werd een Amerikaanse diplomaat vermoord. In het voorjaar van 1976 greep luitenant- generaal Jorge Videla de macht. De ambtstermijn van Nestor Kirchner, in 2003 als president gekozen, kenmerkte zich aanvankelijk door het uitblijven van schandalen. Kirchner was een witte raaf na de corruptie onder Carlos Menem, president van 1989 tot 1999 (Menem werd in 2013 in hoger beroep veroordeeld voor wapensmokkel in de jaren negentig). Kirchner straalde gezag uit en rust; de welvaart nam toe. In 2010 overleed Nestor Kirchner aan een hartstilstand. Bij de daaropvolgende verkiezingen won de weduwe Kirchner de verkiezingen. Ze bevestigde warme banden met landen als Cuba, Venezuela, Iran en Rusland.
‘Je denkt in je naïviteit: mijn onschuld beschermt me’
Onder haar man was in 2003 de jacht op daders uit de vuile oorlog heropend. Videla zat zijn levenslang uit, net zoals Massera, de generaal van de marine, en Agosti, de baas van de luchtmacht die vier jaar gevangenisstraf kreeg. Voor hoge militairen gold het niet, maar voor de daders op lager niveau was in 1989 door Menem een generaal pardon afgekondigd. Die beslissing viel niet lekker bij de linkse oppositie, en in het verkiezingsprogramma van Nestor Kirchner stond heropening van de procesgang als een speerpunt. Kirchner zou de moordenaars van de kinderen van de Dwaze Moeders opnieuw gaan traceren en berechten. En nu hadden ze eindelijk hun piloot te pakken.
‘Tras vivir 22 años en Holanda, el exmilitar argentino Julio Poch se enfrenta a la justicia de su país’, schreef de Nederlandse journalist Edwin Winkels in januari 2010 in de Spaanse krant El Periodico: ‘Na 22 jaar in Nederland, wordt de voormalige Argentijnse militair Julio Poch geconfronteerd met de rechtspraak van zijn land.’ Op 9 april 2010 wordt de uitlevering van Julio Poch aan Argentinië door de Spaanse regering goedgekeurd.

4 SEPTEMBER 2015. EEN BUITENWIJK IN BUENOS AIRES.

— Op een verjaardagsfeest spreek ik een mensenrechtenadvocate die zegt regelmatig in de gevangenis Marcos Paz te komen. ‘Kijk uit wat je schrijft!’ maant ze. ‘Deze processen zijn héél belangrijk voor ons land en moeten doorgang vinden.’ Ze heeft op mijn verzoek naar het ‘geval Poch’ gekeken en vraagt mij onmiddellijk: ‘Waarom kom jij op voor een massamoordenaar?!’ Er volgt een schamper lachje als ik zeg dat hij nog niet veroordeeld is, en zelf volhoudt onschuldig te zijn.
‘Ha, dat zeggen ze allemaal. Waarom heeft hij erover gebluft dan?’, zo refereert ze aan het gesprek dat Poch op Bali zou hebben gevoerd met Weert en Brouwer. ‘Nou, ik heb het geval even ingekeken. Die vent is al zo goed als veroordeeld. En waarom denk je dat hij naar Nederland is uitgeweken? Nou?!’ Poch beweert zelf dat hij de transportvliegtuigen waarmee de dodenvluchten werden uitgevoerd, niet kon vliegen omdat hij daar niet voor was opgeleid. En dat hij tijdens zijn marinetijd (ESMA is het opleidingscentrum van de marine in Buenos Aires) gestationeerd was op Espora, een basis die zeshonderd kilometer verwijderd is van Buenos Aires. Poch was ook een poos gelegerd aan de grens met Chili omdat daar een oorlog dreigde. In die tijd heeft hij ook nog een opleiding in Texas gevolgd voor de Skyhawk, een jachtvliegtuig. Naar eigen zeggen was Poch überhaupt niet in Buenos Aires in de jaren dat er dodenvluchten werden uitgevoerd.
‘Ach, dat zeggen ze allemaal. Maar het Openbaar Ministerie doet goed onderzoek hoor. En het is echt onafhankelijk. Bij elke zaak zit naast de Officier van Justitie ook een mensenrechtenadvocaat die toezicht houdt op de eerlijkheid.’

ZONDAG 6 SEPTEMBER CALLE URIBURU, BUENOS AIRES.

— Mr. Gerardo Ibañez is de bekendste advocaat van verdachten van misdaden tegen de mensheid onder Videla. Hij woont twee huizen verder dan de familie Zorreguieta, de ouders van Máxima. Vanaf zijn balkon kun je de rode geraniums op het terras van de Zorreguieta’s zien bloeien. De specialist in strafrecht is de raadsman die Julio Poch bijstaat in Argentinië; in Nederland wordt zijn zaak behartigd door hoogleraar internationaal recht Geert-Jan Knoops, die kantoor houdt in Amsterdam. ‘Onder deze regering,’ begint Ibañez, en hij schudt mistroostig zijn hoofd, ‘is een goede verdediging moeilijk...’ Hij heeft inmiddels honderden zaken achter de rug. Hoeveel heeft hij er gewonnen? ‘Twee…’
‘Kijk. Er móeten veroordelingen komen. Men, de regering dus, eist dat. De processen zijn het paradepaardje van deze regering, als tegemoetkoming aan de Dwaze Moeders. Maar vóór Videla was er ook terreur.’ De jurist haalt enkele ordners tevoorschijn die vol zitten met krantenknipsels over aanslagen, moorden en gijzelingen door Montoneros en Ejército Revolucionario del Pueblo, een linkse guerillaorganisatie die zich in de jaren zeventig manifesteerde in Colombia, El Salvador en Argentinië. ‘En deze mensen zitten nu aan de top. Snap je wat er hier nu gebeurt? Waar het vandaan komt?’
En de zaak Poch? Die is ‘duidelijk’, zegt Ibañez. ‘Julio Poch is onschuldig. Ik kan van al het door het OM aangeleverde zogenaamde bewijs het tegendeel bewijzen. Poch kon die vliegtuigen eenvoudigweg niet vliegen met zijn ervaring. Plus dat hij honderden, zo niet duizenden kilometers ver weg gestationeerd was op de basis Espora en aan de grens met Chili. En zelfs een poos in Texas. Er waren in Buenos Aires genoeg piloten voorradig die op de basis ESMA zaten en die de know how wél hadden.’
We consulteren een Nederlandse gezagvoerder die in de Nederlandse luchtmacht piloot en instructeur op de F16 was. Hij wil niet met naam genoemd worden, maar zegt: ‘Het is godsonmogelijk om zo’n vliegtuig de lucht in te krijgen als je het niet kent.’ Andere ervaren piloten die we ernaar vragen, onderschrijven dit, daaronder ook de gepensioneerde Transaviagezagvoerder Dirk Lokhorst. Lokhorst is van mening dat Poch onrechtvaardig wordt behandeld en richtte daarom in 2009 de stichting Justice for Julio Poch op. De stichting heeft veel aanhang onder luchtvaartpersoneel, van zowel Transavia, KLM als Martinair.
Ook de Nederlandse luchtmachtgeneraal buiten dienst Steve Netto (hij ging in 1993 met pensioen) is overtuigd van Pochs onschuld. Netto heeft op verzoek van advocaat Knoops de militaire logboeken van Poch geanaliseerd. Hij zegt: ‘Na zijn logboeken bestudeerd te hebben, kom ik tot de volgende conclusie: Poch had van 1976 tot en met 1980 een enorm druk schema als fighterpilot op de basis Espora en op het vliegdekschip ‘5th Mayo’ [de voormalige MS Karel Doorman, overgekocht van de Nederlandse marine] en geen tijd om zich om te scholen naar een zwaar, multi engine-transportvliegtuig. Bovendien zou het een verspilling zijn geweest van een topgun pilot die het regime hard nodig had in het Beagle-conflict [de oorlog met Chili die toen dreigde]. Verder is het nog altijd niet met zekerheid vastgesteld of de ‘flights of death’ zijn uitgevoerd. Als laatste: het is absurd dat het Argentijnse OM zegt dat de paar vluchten die Julio Poch als not flying co-pilot meevloog op een Twinottertje, een propellervliegtuigje, als piepjonge piloot, zelfs vóór het Videlatijdperk, zouden bewijzen dat hij een 52 ton zware Lockheed Electra kon vliegen.’

7 SEPTEMBER 2015. PENITENTIAIRE INRICHTING MARCOS PAZ, MARCOS PAZ, ARGENTINIË.

— Een man achter me in de rij vraagt of ik ook voor iemand op de Afdeling Politieke Gevangenen kom. ‘Er zitten daar mensen onschuldig vast,’ zegt hij in verrassend goed Engels. ‘De vriend die ik hier opzoek zit er ook. Hij is aangegeven door een anoniem persoon. Clement, heet mijn vriend, hij heeft Engelse voorouders. Hij zit vanaf 2012 vast, en weet niet wanneer zijn zaak voorkomt. Hij wist een poos zelfs niet eens waarvan hij beschuldigd werd. Nu zeggen ze dat hij bij ESMA zat. Onzin. Aantoonbaar ook. Maar het recht hier…’ De man schudt zijn hoofd. Dan worden de passen één voor één uitgedeeld door de loketten, waaronder die voor het bezoek aan gevangene Poch. Mijn medebezoeker weer: ‘Nederlands toch? Wij hebben een huis in de buurt van Patagonië. Net als Máxima en de koning. We zien ze wel eens.’
Eenmaal binnen, na het fouilleren, de scans en het breken van de meegebrachte repen chocolade door de bewaking – er zou een vijl in kunnen zitten – worden we door een bus naar Afdeling 4 gebracht, een laag, vierkant gebouw. In de kale wachtruimte staat naast de deur een Mariabeeld waar omheen bezoekers veldbloemetjes in dopjes van frisdrankflessen hebben gezet. De toiletten zijn al een hele tijd niet schoongemaakt. Verderop, buiten, lopen gevangenen in een kooi van gaas. Een van hen is Julio Poch. Hij is lang voor een Argentijn. Poch draagt een gestreepte trui met een ronde hals, daaronder een wit overhemd. ‘Que tal?’ begroet hij zijn bezoek. Hoe gaat het? Naast hem loopt een oude vriend uit de marine die hem ook vandaag bezoekt. Elke week krijgt Poch bezoek vanuit de marine. ‘Steun,’ verklaart hij, ‘want iedereen, ook hier binnen, weet dat ik hier onschuldig zit.’
‘Er móeten veroordelingen komen. De regering eist dat’
Het is september en de lente hoort te beginnen, maar het is nog fris voor Argentijnse begrippen, een graad of elf, twaalf. Het is ‘vrouwenuur’. De vriend uit de marine groet en vertrekt. We gaan een ruimte in met stoelen en tafels waaraan families zitten. De piloot pakt twee plastic stoelen, een tafel en legt daar een kleedje overheen. In een tas heeft hij thee, koffie, thermosflessen heet water en koekjes. Deze ruimte en de cel vormen al zes jaar zijn ‘thuis’. Hoe ziet hij de toekomst? Poch slikt. ‘Als dit hier zo blijft, met deze rechtspraak, zit ik hier de rest van mijn leven. Die kans is er. En ik had hier niet hoeven zitten. Ik heb zelf met mijn uitlevering ingestemd omdat ik vond dat ik mijn onschuld moest bewijzen. Je denkt in je naïviteit: mijn onschuld beschermt me. Maar zo werkt het hier niet. Dit zijn politieke processen. Veel mensen hier zitten net als ik onschuldig vast.’
Een gedistingeerde Argentijn komt een hand geven. Een stevige. Als rechter heeft hij midden jaren zeventig veel leden van linkse cellen veroordeeld voor gijzelingen en moorden. De jurist zit een straf uit van meervoudig levenslang. In dit gedeelte van de gevangenis zitten zowel veroordeelde gevangenen als verdachten. ‘Dank dat er toch mensen zijn die durven schrijven wat hier werkelijk gebeurt,’ zegt hij met rustige stem. ‘Daar komen de kranten hier niet meer mee weg.’ De oud-rechter heeft zijn hoop op nog één vrije dag in zijn leven opgegeven, zegt Poch. ‘Deze man sterft waarschijnlijk tussen deze muren, alleen maar omdat hij destijds misdadigers heeft veroordeeld.’ Hij is niet de enige die dit lot treft. Omdat we veertig jaar na dato leven, zijn de meeste veroordeelden en verdachten op leeftijd. ‘Elke maand sterven er wel één of twee mensen op deze afdeling,’ zegt Poch, die zelf met zijn 62 jaar één van de jongste verdachten is. ‘En veel van die mensen zitten nog in voorarrest en zijn nooit veroordeeld. Zij hebben nooit hun onschuld kunnen bewijzen of zijn schuldig bevonden. Wreed, ja.’
Een andere piloot komt een hand geven. Poch: ‘Hij was gezagvoerder op de Boeing 747 van Aerolinas Argentinas, een burgerluchtvaartmaatschappij. Ze hebben hem thuis opgehaald op dezelfde verdenking als ik.’ Aerolinas Argentinas is inmiddels een staatsbedrijf waarvan de drieënveertigjarige CEO Mariano Recalde in juli 2009 (toen zevenendertig jaar) werd aangesteld door Cristina Kirchner zelf.
Poch: ‘Dus zo’n piloot krijgt van de ene op de andere dag geen salaris meer en ook het pensioen is hem afgepakt, terwijl zijn schuld heel onwaarschijnlijk is. Maar ja, ze moeten piloten hebben die ze verantwoordelijk kunnen stellen voor die vluchten. En nu hebben ze hem. En mij.’ Waar zijn dan de vliegers die destijds wel in Buenos Aires gelegerd waren en wel gebrevetteerd waren om de transportvliegtuigen, de Lockheed Electra en de Skyvan, te besturen?
Julio Poch zucht. ‘Als die vluchten er al waren, waren ze strikt geheim. Stel je voor: de rechter belt die piloten een voor een af. ‘Mijnheer, heeft u destijds de Lockheed Electra gevlogen?’ ‘Ja.’ ‘Heeft u de vluchten des doods gevlogen?’ ‘Nee.’ Julio Poch kijkt hulpeloos opzij. ‘Dan zijn ze klaar, snap je? Daar kunnen ze niets mee. Maar nu hebben ze mij. En hem. Ook al konden we die missies niet eens doen, er liggen zogenaamde verklaringen. Bij mij zijn dat verklaringen van collega’s. Die hoeven niet eens waar te zijn, maar zo hebben ze een piloot: mij.’ De collega’s die de verklaringen hebben afgelegd, kunnen ook niet meer terug. Geert- Jan Knoops heeft hen, net als de Nederlandse staat, in 2014 aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van hun daden. ‘Dus zij zullen wel hopen dat ik schuldig verklaard word.’ En die kans is realistisch. ‘Ja,’ zegt de piloot. ‘I am terrified.’ Dan is er nog een addertje onder het gras. Ook Jorge Zorrequieta werd een poos lang opgejaagd bij de heksenjachten van de Kirchners. Maar de voormalige staatssecretaris van Landbouw wordt sinds een paar jaar niet meer lastig gevallen. ‘Uitruil met Zorreguieta in de zaak Poch,’ kopte NRC Handelsblad hierover. De bron voor dit stuk is ex-Transavia topman Michiel Meijer, die het publiekelijk opnam voor zijn werknemer. Officier van Justitie Guus Schram, op dit moment procureur-generaal op Sint Maarten, liet Meijer daarop in een persoonlijk gesprek weten dat er ‘veel hogere belangen met de zaak Poch gemoeid waren’, zo lezen we in een vervolgartikel in NRC Handelslblad. ‘Zorreguieta?’ zou Meijer daarop gevraagd hebben aan Schram, die bevestigend geknikt en zijn handen gespreid zou hebben. Schram en het OM ontkennen deze gang van zaken.
In Marcos Paz vertelt Julio Poch hoe ontzettend hij zijn gezin mist, en het vliegen. ‘Hier zitten, dag in dag uit…’ De piloot zucht, wijst om zich geen. Naar de grauwe muren. De niet al te schone vloer. De groezelige plastic tuinmeubels waar we op zitten. In een hokje bij de entrée houden bewakers achter glas de gevangenen en hun bezoek in de gaten. Een schril contrast met de villa in Zuid-Schermer, net onder Alkmaar, waar de familie Poch woont. ‘Hier heb je papier en een pen,’ zegt Julio Poch. Want ik ben op persoonlijke titel de gevangenis ingekomen en heb geen schrijfgereedschap bij me. ‘Ja, je kunt het mee naar buiten nemen. Alles kan mee naar buiten. Dingen mee naar binnen krijgen, dat is hier een probleem. ‘Wat als ik vrij kom? Ik hoop ooit nog eens in een vliegtuig te zitten. Als piloot, ja. Het zal nu wel een klein vliegtuig worden. Ik ben 62. Als je van een maatschappij een typerating krijgt, willen ze hun investering er uit. Dan moet je in elk geval nog drie jaar vliegen. Maar met 65 ben je als airlinepilot klaar. Dat haal ik nu niet meer. Ik kan nu alleen hopen ooit nog eens een laatste landing te maken. Op Schiphol, ja. Die heb ik nog van ze tegoed.’ Waarom is hij destijds eigenlijk naar Nederland vertrokken?
‘Elke maand sterven er mensen op deze afdeling’
‘Omdat Aerolinas Argentinas, waar ik als copiloot op de Boeing 747 werkte een pilotenoverschot had, kon ik tijdelijk ergens anders werken. Ik ben toen via een Iers pilotenuitzendbureau bij Transavia terecht gekomen, samen met vijf Argentijnse collega’s. Ineens verdienden we tien keer zoveel als bij Aerolinas Argentinas. Daarbij: Nederland was een rustig, stabiel land met goede toekomstperspectieven voor onze kinderen. Toen ik in 1988 in vaste dienst kon, hebben we geen moment getwijfeld. ‘Grethe en ik hadden in Argentinië roerige jaren meegemaakt. We zijn vanaf 1973 samen. Zij werkte in een ziekenhuis waarvan de directeur door Montoneros werd vermoord. Ik zat toen al in het leger. In 1975 zijn we getrouwd. In 1976 werd onze zoon geboren. Het waren drukke tijden, hard werken, spanningen met Chili, thuis een baby. We waren bij de marine maar met weinig gevechtsvliegers en we waren op de rand van een oorlog. We stonden op scherp. Elke dag circuits vliegen, oefenen op vliegdekschepen. Toen kwam Videla aan de macht. Ik was gelegerd op de basis Espora, ver van Buenos Aires. In die tijd was alles onrust.’
‘In 1981 ben ik bij Aerolinas Argentina’s in dienst gegaan. Als copiloot op de Boeing 747. Een prachtige tijd, internationaal vliegen. In die kwam naar buiten dat het Videlaregime al die verdwijningen op haar naam had staan. Natuurlijk is dat verschrikkelijk. Maar ik heb daar niets mee te maken gehad. Ik heb nooit iemand iets aangedaan. ‘‘Inhumaan,” noemde Tim Weert tijdens dat diner op Bali de verdwijningen in de tijd van Videla. Ja, natuurlijk. Maar een oorlog op zich is al inhumaan en het wás oorlog. Mensen die dat niet mee hebben gemaakt, kunnen zich dat niet voorstellen. Dat heb ik in Bali geprobeerd uit te leggen maar dat werd niet begrepen. Dat irriteerde me. Maar volgens hen zou ik er teveel vanaf hebben geweten. ‘Wat die zogenaamde getuigen over die gesprekken zeggen, is onzin. Brouwer had sowieso al een irritatie jegens mij. Toen ik hem eens als instructeur een check afnam, beklaagde hij zich daar later over. Hij vond dat een Zuid-Amerikaan hem niet de maat mocht nemen.
Mijn kennis van die dodenvluchten is te vergelijken met de case van de moord op JFK. Je hebt genoeg mensen die daar alles over weten, films kijken, boeken lezen. Als je daarmee in gesprek gaat, zeg je toch ook niet: “Hij weet er zoveel van, hij zal er wel iets mee te maken hebben gehad!” Ik had ook niets te verbergen. Ik zat gewoon op Facebook. Ik hoor via via over collega’s die zeggen: “Hij heeft nooit spijt betuigd.” Maar ik heb nooit een ander schade berokkend. Waar moet ik me voor verontschuldigen?’ In Marcos Paz loopt het vrouwenuur op zijn einde. De afgelopen drie uur vertelde Poch over het etentje op Bali, de gesprekken die, ook onder invloed van alcoholgebruik, verhusseld zouden zijn en zinnen waaraan volgens hem verkeerde interpretaties zijn gegeven. Over de KLM die op de hoogte was van wat er speelde, in tegenstelling tot werkgever Transavia. Over zijn laatste vlucht die zo desastreus is afgebroken.
‘Kom ik dit ooit nog te boven? Ik weet het niet. Als ik hier ooit uit maar uitkom… Dan hoop ik, ja, dat ik het achter me kan laten.’

22 NOVEMBER 2015

Bij de verkiezingen verslaat Mauricio Macri, de liberale burgemeester van Buenos Aires, met 51,5 procent de kandidaat die door Kirchner naar voren is geschoven, een onverwacht succes. Na twaalf jaar komt er een einde aan het links-populistische bewind, al doet Kirchner er alles aan om de overgang te frustreren. ‘Far from preparing the ground for Mauricio Macri, she is obstructing the transition in a final show of muscle,’ schrijft de New York Times. Op 23 november verschijnt in dagblad La Nacion op de opiniepagina een stuk onder de titel ‘No más Venganza’ (Geen wraak meer). ‘Ook vandaag de dag nog worden onschuldige mensen het slachtoffer van de cultuur van wraak die is ontstaan in dit land. Laten we de wraak voor eens en altijd begraven.’ En: ‘De zaak van de mensenrechten kan niet worden verdedigd met leugens. Laten we daar nu dan ook mee stoppen.’

EERSTE WEEK DECEMBER 2015

Tegen 52 verdachten in de ESMA-processen wordt door aanklagers levenslang geëist. Julio Poch is een van die 52 verdachten. Het vonnis wordt deze zomer verwacht.

HET GESPREK OP BALI

De basis onder de aanklacht tegen Julio Poch is het gesprek dat in 2003 plaatsvond in restaurant Gado Gado op Bali tussen Tim Weert, Edwin Brouwer en Poch. De sfeer onder de Transaviaploeg was er slecht. Een collega: ‘Er was wrijving. Ook Julio had een aandeel in die sfeer. Julio kon best bot uit de hoek komen. Want hoewel hij nooit en te nimmer gezegd heeft wat hem nu in de schoenen is geschoven, vonden aanwezigen het gesprek aan tafel wel heel onplezierig.’ Een andere collega omschrijft Poch als ‘arrogant’. Brouwer had, naar aanleiding van Maximá, het gesprek geopend met: ‘Goh, waarom komen er uit Argentinië zoveel mooie vrouwen en zoveel lelijke kerels?’ Julio Poch zag daar de humor niet van in; Brouwer was ook bepaald geen vriend van hem. ‘Het is algemeen bekend dat Brouwer en een paar anderen het niets vonden dat er buitenlanders bij Transavia vlogen,’ aldus een collega. Volgens Julio Poch zelf was getuige Brouwer op het moment van het gesprek onder invloed van alcohol. Er is inderdaad veel gedronken, bevestigt ook Brouwer in een verklaring aan de politie van 8 december 2008: ‘De tafel stond vol lege flessen.’ De bar was al vanaf acht uur open; het gesprek aan tafel vond rond elven plaats. Desgevraagd zegt Brouwer nu: 'Allemaal flauwekul wat Julio zegt. Ik had niets gedronken, want ik moest de volgende ochtend vliegen.' Daags voor het gesprek op Bali had Tim Weert op hoge poten ruzie gemaakt met Poch, waarbij Weert volgens getuigen Poch bijna had geslagen. Weert moest eerder naar huis omdat er minder vluchten met het geleasede Transaviatoestel zouden zijn dan verwacht. Weert vond echter dat Poch weg moest omdat hij (Weert) langer in dienst was bij Transavia. Poch was, behalve gezagvoerder, ook instructeur en examinator, de hoogste functie die je als piloot bij Transavia kunt bereiken. Voormalig gezagvoerder Dirk Lokhorst: ‘Weert ambieerde dat ook hartstochtelijk, maar ondanks zijn langere dienstverband en dus hogere senioriteit, was hem dat nog niet gelukt. Nu werd hij weer gepasseerd. Jaloezie speelt hier absoluut een rol. Dat geldt ook voor Brouwer die nooit instructeur werd.’ Tim Weert laat in een reactie weten: ‘Uw vragen komen op mij nogal suggestief over en kloppen niet met de werkelijkheid.’ Op verzoeken om nadere uitleg wordt niet gereageerd.

DE ANDERE GETUIGE

Een belangrijke getuige tegen Julio Poch is plaatsvervangend chef vlieger Jeroen Engelkes. Jeroen Engelkes werkte eerder bij de marine. Tijdens een oefening overzee had een collega haar (vlieg)papieren administratief niet op orde. Engelkes is het niet eens met de wijze waarop dit wordt opgelost. In plaats van dit te melden bij de squadroncommandant, meldt hij bij de hoogste bazen in Den Haag dat er gefraudeerd wordt. Dat wordt hem bij de marine niet in dank afgenomen. ‘Nadat duidelijk werd hoe de vork in de steel zat, werd hij binnen de marine op een zijspoor gezet,’ aldus een betrokkene, wat bevestigd wordt door andere ex-collega's. Engelkes ontkent desgevraagd: ‘Ik heb nog nooit een melding naar Den Haag gemaakt, of bij iemand die in Den Haag werkzaam is.’ Volgens Engelkes heeft het incident nooit plaatsgevonden: ‘Het is onwaar. Ik ben geen matennaaier.’ Wie het Linkedin-account van Engelkes bekijkt, ziet dat hij vanaf 2000 niet meer bij de marine vliegt, maar een functie als Marine-officier/stafmedewerker heeft. Volgens een marinecollega kreeg Engelkes na het incident ‘een kantoorbaantje met een mooie naam’, maar mocht hij ‘alleen nog maar huurauto’s regelen voor mensen die op oefening gingen.’ Engelkes volgende werkgever werd KLM Exel, daarna trad hij bij Transavia in dienst als copiloot op de Boeing 737. Tijdens een vlucht met Brouwer vertelt deze over het gesprek op Bali. Daarmee stapt Engelkes naar de directie van Transavia. Omdat Transavia na een gesprek met Poch geen actie onderneemt, meldt Engelkes zich bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. Hij geeft zich daar uit als chef vlieger in plaats van als plaatsvervangend chef vlieger. (Engelkes wijt dit aan de vertaling in het Engels.) Tevens verklaart hij dat Poch vanuit de marine naar Transavia is gekomen – een ongebruikelijke carrière move, suggereert Engelkes. Poch heeft voor zijn dienstverband bij Transavia echter zeven jaar als co-piloot gevlogen voor de burgermaatschappij Aerolinas Argentina. Hij werd daarna vanuit die maatschappij door een Iers uitzendbureau bij Transavia gedetacheerd. Als dit bekend wordt, wordt Engelkes’ positie bij Transavia onhoudbaar. Hij neemt uiteindelijk ontslag. Engelkes zelf stelt dat hij al langer van plan was om Transavia te verlaten.
Naschrift
29 november 2017 - Oud-piloot Julio Poch vrijgesproken van deelname aan dodenvluchten 

De Argentijns-Nederlandse oud-piloot Julio Poch (65) is in Argentinië vrijgesproken van betrokkenheid van dodenvluchten in Argentinië ten tijde van het militaire regime (1976-1983). Dat heeft een rechtbank in de hoofdstad Buenos Aires geoordeeld. 

Poch zat ruim acht jaar in voorarrest. Hij komt vermoedelijk vandaag nog vrij. Tegen de uitspraak kan hoger beroep worden aangetekend. Het is nog onduidelijk of hij dan in Argentinië moet blijven of dat hij dat in Nederland mag afwachten. 

 "We moeten onze emoties nu bedwingen, na acht jaar strijden", zei Poch' advocaat Geert-Jan Knoops na afloop. Vooraf toonde hij zich optimistisch. Hij zei onder meer dat tijdens de zitting was bewezen dat Poch onmogelijk piloot op dodenvluchten kon zijn geweest, omdat hij als gevechtspiloot niet de kennis had om de vliegtuigen te vliegen die daarbij gebruikt werden.