De werkplek van Manus Twisk

De ambtelijke organisatie en dagelijkse leiding van het College Financieel toezicht is  in handen van een man, die achter de schermen opereert: Manus Twisk. Hij is de secretaris van het College. Vanaf zijn werkplek aan De Rouvilleweg heeft hij een prachtig uitzicht over de Annabaai. ‘Een mooie ligging in een politiek bestuurlijk omgeving… never a dull moment.

door Dick Drayer
Foto's Rene Bergsma

Manus’ werkplek bevindt zich op de eerste verdieping van het monumentale pand op nummer 39, waar voorheen de Vertegenwoordiging van Nederland huisde. De secretaris is in zijn nopjes met de vestiging van het CFT in hartje Willemstad. ‘Wij huren het pand van Monumentenzorg en doen zo iets terug voor Curaçao.’ Het monumentale pand is gebouwd in de achttiende eeuw en behoorde destijds toe aan de eigenaar van een scheepswerf, die het bouwde en er woonde tot aan het begin van de vorige eeuw. De voorkant van het pand ligt eigenlijk aan de Klipstraat, maar na de aanleg van de Rouvilleweg werd de achterkant van het gebouw het echte gezicht; daar bevindt zich dan ook de entree.

Atrium
‘Alle twintig medewerkers hebben hun eigen werkplek, meestal met meerdere collega’s op een kamer’, zegt Twisk. De kamers zijn links en rechts gesitueerd, waardoor er op beide verdiepingen sprake is van een soort atrium: een centrale open ruimte, zoals in klassieke Romeinse huizen, maar met gesloten dak. ‘Niet echt efficiënt als je kijkt naar het gebruik van de ruimte, maar het heeft wel zijn charme. We vergaderen in deze middenruimte en we houden er ook onze persconferenties’, vervolgt Twisk.

De secretaris is geen ‘vergadertijger’, maar houdt natuurlijk wel regelmatig werkoverleg. Soms ook op zijn kamer, die door de glimmende houten parketvloer een warme uitstraling heeft. Zijn bureau is opgeruimd, al liggen er nu wel een drietal dossiers te wachten op afhandeling. ‘Het secretariaat doet onderzoek en schrijft adviezen voor het College. Drie tot vier keer per jaar komen de leden van het College naar Curaçao  en bezoeken we de andere eilanden. “Zij zijn het gezicht van het CFT.”

Begrotingsman
Atrium van het CFT
voelt zich al een vis in het water bij het CFT. Hij studeerde Bedrijfseconomie aan Erasmus University Rotterdam, volgde postdoctoraal het vak Openbare Financiën en Accountancy en werkte vijftien jaar bij het ministerie van Financiën in Den Haag, om daarna over te stappen naar Rotterdam. Daar werd hij hoofd Begrotingszaken en later controller van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam. Daaropvolgend werkte Twisk een aantal jaar in Amsterdam als adjunct-directeur Financiën “Toen kwam Curaçao voorbij, een mooie professionele uitdaging .

‘Ik heb op deze baan gesolliciteerd vanwege het financieel toezicht. Voor een begrotingsman zoals ik is dat een heel interessant aspect van mijn vak. Tijdens het sollicitatiegesprek werd me gevraagd waarom ik zo graag naar het Caribisch gebied wilde. Toen moest ik even slikken, want dat was niet mijn doel. Ik wilde met financieel toezicht aan de slag.’ Twisk zag op tegen de verhuizing. Maar toen hij hier eenmaal woonde, kreeg hij het erg naar zijn zin. ‘Maar het leukste is toch het werk en de diversiteit van onderwerpen. Zes eilanden met elk hun eigen dynamiek. Ik ben ervan overtuigd dat we met ons werk de eilanden echt verder helpen met het verbeteren van de overheidsfinanciën.’

Maandag
Het CFT houdt toezicht op Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de drie ‘Nederlandse’ eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius, maar alle medewerkers van het secretariaat wonen en werken op Curaçao. ‘Het is belangrijk dat collega’s onderling meekijken bij het schrijven  van een advies en hun professionele input geven, dus ik wil de mensen bij elkaar hebben’, zegt Twisk daarover. ‘In het verleden is wel het idee naar voren gekomen om personeel te stationeren op de eilanden, maar ik ben er geen voorstander van. Iedereen reist door de week, maar is op maandag verplicht op Curaçao. Dan is het lekker druk hier. Een komen en gaan van mensen, vergaderen en gezamenlijk lunchen.’

Ongeveer de helft van het personeel is lokaal, de andere helft komt uit Nederland. Een goede mix, vindt Twisk. ‘Het zijn allemaal hoogopgeleide mensen met goede expertise. Professioneel is er geen verschil tussen lokale krachten en mensen uit Nederland.’ De mix tussen deze twee groepen op kantoor zorgt volgens Twisk voor meerwaarde. ‘Toezicht houden kan niet goed zonder gedegen kennis van de context waarin dat plaatsvindt. Onze mensen - voor een deel hier geboren en getogen -  adviseren het College daarover en formuleren de adviezen die uiteindelijk onder de verantwoordelijkheid van het College uitgaan.’

Gym
De kruisbestuiving tussen collega’s krijgt niet alleen vorm in het kantoor, maar ook in de gym. ‘Er was een ruimte over in het gebouw en die hebben we met alle medewerkers omgebouwd tot gym. Die wordt intensief gebruikt. Collega’s beginnen vroeg en doen dan eerst een work out. Ik doe regelmatig mee, maar sport meestal in de avonduren’, glimlacht  Twisk. Hij was aanvankelijk wat gereserveerd, maar ziet dat een meerderheid van de mensen fanatiek sport. ‘Dat komt ons allemaal ten goede. Op Curaçao gebruik je altijd de auto, dus een beetje beweging kan geen kwaad. Ik vind het ook wel leuk om zwetend op de fiets te zitten naast je collega, die je normaal alleen maar in business casual tegenkomt. Goed voor de saamhorigheid!’

0-0-0-0

Dit artikel verscheen eerder in Coaching Magazine, 2017, editie 4: