Errol Cova |
Opnieuw speelt Errol Cova een hoofdrol in onrustige tijden. Nu met de staking van 15 vakbonden tegen het uitblijven van een significante verhoging van het minimumloon, de forse verhoging van de WA autopremies en het massaontslag bij telecomprovider UTS.
Maar opvallender is de positie van de vakbondsman in het Multidisciplinaire Project Team (MDPT), dat zich in opdracht van de overheid buigt over de toekomst van de raffinaderij. Kan Cova daar nog wel onderdeel van zijn? Zijn liefde voor Venezuela is groter dan voor de Chinezen. Een tikkende tijd bom?
Om dat wat beter te begrijpen moeten we teruggaan in de geschiedenis. Ik doe dat met de geschreven woorden van Freek van Beetz. Hij werd onder premier Miguel Pourier ter beschikking gesteld door Nederland aan het Antilliaanse kabinet als adviseur van de minister-president van de Nederlandse Antillen. Hij schreef een mooi boek over zijn tijd op Curaçao: "Het einde van de Antillen", uitgegeven door Eburon in Delft, 2013. We hoeven in zijn boek niet eens zo ver te gaan. De crisis rond Cova in 2005 geeft het ontluisterende beeld van een man met een eigen agenda. De passages hieronder zijn afkomstig van het boek van Van Beetz.
Geschiedenis
De verhouding met Venezuela is delicaat. Van oudsher zijn de
banden tussen Curaçao en het nabij gelegen grote buurland hecht. De bevrijder
van Venezuela en omringende Zuid Amerikaanse landen, Simon Bolivar, werd onder andere financieel gesteund door de Curaçaose familie Ricardo (inderdaad familie
van de grondlegger van de economische wetenschap David Ricardo) en hij bracht
ook een tijdje in ballingschap door bij zijn - op het eiland - wonende zusters.
Enkele
van zijn naaste bevelhebbers, Brion en Piar, kwamen van Curaçao. Na die
revolutie (begin 19e eeuw) bleven de banden hecht, velen hier
hebben verwanten aan de overkant. Destijds PLKP-leider Errol Cova (en zijn eveneens
maatschappelijk actieve broers) zijn kinderen van uit Venezuela afkomstige
ouders.
Curaçao’s economische en culturele bloeiperiode hangt nauw
samen met de Venezolaanse olie die in de Shell- raffinaderij (decennialang de
grootste ter wereld) op Curaçao werd verwerkt. Die raffinaderij is na het vertrek
van de Shell in handen van het eiland Curaçao en wordt verhuurd aan de
Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA. De milieuoverlast leidt tot steeds grotere
ergernis en vormt een latente bron van wrijving.
De koers van de flamboyante Venezolaanse president Hugo
Chavez[1]
werd door de VS en haar bondgenoten met argusogen gevolgd: voor deze
autoritaire charismatische leider van wat hij zelf “de Bolivariaanse revolutie”
is gaan noemen, was Fidel Castro het grote voorbeeld. De Antillen voelden er
weinig voor te worden meegezogen in zijn buitenlandse politieke avonturen.
Sinds Chavez met succes een binnenlandse revolte wist te overleven en de
oliedollars overvloedig binnenstromen, maakt hij van zijn Bolivariaanse
revolutie, opgesmukt met anti-Amerikaanse retoriek, een exportartikel.
Koninkrijk
De
omringende landen waren daar niet gerust op en ook vele Curaçaoënaars kregen
daar geen warme gevoelens bij. Maar voor de regering van de Nederlandse Antillen
zijn goede relaties met het zo nabijgelegenbuurland van groot belang. Omdat de buitenlandse
betrekkingen Koninkrijksaangelegenheid zijn en dus vanuit Den Haag worden
aangestuurd, vindt voortdurend afstemming plaats.
Venezuela vanaf Willemstad | Foto: David Serphos |
De verhouding kent zo zijn
gevoeligheden. Den Haag is er van doordrongen dat de buitengrens van het
koninkrijk hier die van Venezuela raakt.[2] Een enkele maal per jaar, bij (kraak-)helder
weer, kunnen we vanaf Curaçao de contouren van het continent, de bergen van het
buurland, aan de einder van de Caribische zee zien opdoemen. Elke keer weer een
bijzonder, bijna hallucinerend moment.
De relatie met Venezuela
kwam onder spanning te staan. De aanwezigheid van het Amerikaanse vliegdekschip
USS Saipan op Curaçao, op 35 mijl afstand van Venezuela, was volgens de
Venezolaanse consul-generaal Lorenzo Angiolillo Fernandez ”pure intimidatie”.[3] Op bezoek in Paraguay verklaarde de
Venezolaanse president Hugo Chavez het bezoek van de Saipan aan Curaçao als “een
nieuwe provocatie door de regering Bush”.[4]
Minister -president Etienne Ys stelde echter dat het
vliegdekschip “hier voor rust en recreatie (is), met toestemming van het Land.”
Ys merkte nog op dat de Saipan een bezoek brengt aan een bevriende natie: “In
het verleden hebben wij ook toestemming gegeven aan Venezolaanse fregatten voor
vieringen van nationale feestdagen. De regering staat neutraal tegenover
bevriende naties. Wij zullen niet toestaan dat wij worden gebruikt voor
buitenlandse aangelegenheden die niet in ons belang zijn en daar zeker niet aan
meewerken.”
Maar de Venezolaanse consul-generaal was er van overtuigd dat de
Saipan van haar route is afgeweken om een signaal af te geven aan Venezuela: ”het
is puur machtsvertoon van de Amerikanen”.
De voorzitter van de
Venezolaanse Assemblee, Nicolas Maduro Moros, kondigde
aan op 4 maart naar Curaçao te zullen reizen om de “vriendschappelijke banden
aan te halen en te waarschuwen voor Amerikaanse manoeuvres op dat Caribische
eiland”. [5] Inderdaad, de latere minister van Buitenlandse Zaken en (vice-)president, hij zou het presidentschap gaan waarnemen toen president Chavez in verband met de behandeling van zijn ziekte in Havanna verbleef en ook na zijn dood het presidentschap bekleden).
De persconferentie van de
Venezolaanse delegatie (naast Maduro Moros, ook gouverneur Jesus Montilla
Aponte van de deelstaat Falcon en voorzitter van de burgemeestersvereniging van
Falcon, Carlos Brett), waarin scherpe kritiek werd geleverd op het bezoek van
de Saipan, was voor premier Ys aanleiding voor een onderhoud met consul-generaal
Fernandez op 8 maart.
Etienne Ys |
Onrust in de coalitie
Premier Ys beklaagde zich
per brief aan PLKP-leider Cova over het
optreden van PLKP-gedeputeerde van economische zaken Ivar Asjes, die met zijn
polariserende werkwijze de economie van Curaçao schade zou berokkenen. Ys wilde zo snel mogelijk een coalitievergadering laten uitschrijven om de
opgelopen irritaties tussen de partijen te bespreken. Volgens Cova zou sprake
zijn van een strategie van”sectoren binnen de maatschappij” om Asjes te breken.
”Wij moeten onze mensen niet meer door het slijk halen. Asjes moet de kans
krijgen een fout te maken”, zei Cova.[6]
Freek van Beetz, ambtenaar bij Algemene Zaken schreef in zijn logboek:
23 maart 2005
Cova slaat terug: de brief van Ys was op briefpapier van de MinPres gedrukt
en aan ‘de heer Coca’ (!) gericht. Bovendien: “wat zijn de criteria waaraan een
gedeputeerde, althans volgens de PAR, zou moeten voldoen?”
Uitspraken Cova in Venezuela: opnieuw spanningen tussen PAR en PLKP
De reeds lang sluimerende spanning tussen coalitiepartners
PAR en PLKP kwam tot een uitbarsting toen vicepremier en minister van
Economische- en Arbeidszaken Errol Cova op bezoek ging naar Venezuela, het
geboorteland van zijn ouders. Op 7 mei hekelde Cova in felle bewoordingen “het
kolonialistisch complex dat door de Nederlandse kolonisator aan de eilanden is
opgedrongen”, en voegde daaraan toe: “(….) er (dient) aan dit systeem zo snel
mogelijk een einde te komen."
Cova maakte deel uit van een delegatie van
Curaçaose partijen (PLKP, MAN, FOL, Partido Indepedentista en Soberano van
Helmin Wiels) die op uitnodiging van de consul-generaal van Venezuela op
Curaçao, Angiollilo Fernandez, een bezoek aan Venezuela brachten. Reden: omdat die
partijen volgens de Venezolanen ‘gelieerd zijn aan het Bolivariaanse proces in
Venezuela’.
Tijdens zijn toespraak stak Cova zijn bewondering
voor het ‘glorieuze proces dat op dit moment in Venezuela gaande is’ niet onder
stoelen of banken. De amigoe doet daar verslag van.
Premier Ys was verbolgen: Cova kon onmogelijk namens de
Antilliaanse regering in Venezuela spreken. Daartoe was hij niet door de
ministerraad gemachtigd. “Het brengt schade toe aan het Koninkrijk. Het komt
neer op het bruuskeren van de Koningin. Dergelijk gedrag is niet goed voor dit
kabinet en het bezorgt de Antillen in het buitenland een slecht imago. Cova is
helemaal niet bevoegd over dit onderwerp uitspraken te doen”, aldus Ys. Die meteen aangaf dit in
de eerstvolgende vergadering van de Raad van Ministers aan de orde te zullen
stellen: “Er zullen maatregelen moeten worden genomen om een herhaling te
voorkomen.”
Uithollen
Het redactioneel commentaar
van de Amigoe met de kop “Onbetrouwbaar” liet aan duidelijkheid niets te wensen
over: “Hij (Cova) holt het gezag van de Antilliaanse regering uit, zet het
Koninkrijk voor schut en speelt met vuur door de Nederlandse Antillen onnodig
te betrekken bij het Venezolaans-Amerikaanse conflict. De coalitiegenoten PAR
en PNP kunnen het hier absoluut niet bij laten: Errol Cova moet zich
verantwoorden; binnen de ministerraad en ook daarbuiten”.
Het scherpe
commentaar sluit af met: “de demagoog Cova ontpopt zich steeds meer als een
onbetrouwbare politicus”. Al eerder was Cova om zijn uitspraken over Venezuela
in opspraak gekomen. Begin februari had hij in de Venezolaanse krant El
Aragueño te kennen gegeven altijd al tegenstander te zijn geweest van de
Amerikaanse FOL-basis op Curaçao.[7]
De uitnodiging door de
Venezolaanse consul-generaal gaf ook aanleiding tot kritische vragen: doel van
de invitatie zou zijn geweest ‘om te komen tot een integratie tussen de
Nederlandse Antillen en Venezuela op economisch, sociaal, cultureel en
historisch gebied.’ Reden voor partijen als C93 en LNPA om weg te blijven; PAR
en PNP had hij zelfs niet eens uitgenodigd!
PLKP uit de coalitie
Het bezoek van de Curaçaose
politieke delegatie aan Venezuela (in een Venezolaans militair vliegtuig) kreeg
een steeds indringender nasleep. De PAR besloot om deze zaak in de Raad van Ministers
(RvM)aan de orde stellen en ook premier Ys nam het hoog op. Binnen de PAR werd
aangestuurd op het opstappen van Cova, maar men koos er niet voor Cova naar de
Staten te sommeren en hem daar met een motie van wantrouwen te confronteren. UIn plaats daarvan moest hij de RvM laten distantiëren van zijn uitspraken.
In een RvM-
besluit (11 mei) werd inderdaad vastgelegd dat de Raad afstand nam van de
uitspraken van Cova gedaan in een politiek forum in de Venezolaanse deelstaat
Falcon, dat de bestuurlijke eindverantwoordelijkheid voor internationale,
regionale en Koninkrijkszaken bij de Minister van Algemene Zaken en Buitenlandse
Betrekkingen berust. Bij de premier dus. Ook voor zover die niet tot de specifieke
zorg van een andere minister behoort en dat ministers en staatssecretarissen te
allen tijde de nodige voorzichtigheid dienen te betrachten in hun optreden in
het buitenland, dan wel in hun verklaringen die zij doen als zij zich op het
grondgebied van een bevriende natie bevinden.
Woedend
"Premier Ys was zichtbaar
woedend toen hij onze kamer binnenkwam", schrijft Van Beetz. In de persconferentie na afloop van de
Raad had Cova zich niet aan de gemaakte afspraken gehouden. Terwijl de Raad van
Ministers zich van de uitspraken van Cova had gedistantieerd, verklaarde Cova
voor de pers dat hij volgens de ministerraad het recht had te zeggen wat hij
had gezegd en dat hij op de ingeslagen weg zou doorgaan.
Alhoewel Cova volhield
niets verkeerds te hebben gedaan en meende dat Ys een stok gezocht had om de
hond te slaan (Ys zou de aandacht van interne PAR-problemen proberen af te
leiden), was voor Ys de maat vol. Op 12 mei kopt de Amigoe: “Ys roept coalitie
bijeen; ‘ Cova moet vertrekken’.
De PAR kwam op
donderdagochtend 12 mei bijeen om de strategie te bespreken. Op maandag 15 mei zou de situatie met de
coalitiepartners worden besproken. De PAR koerste aan op het vertrek van Cova
(vertrouwen opzeggen). De Vereniging Bedrijfsleven Curaçao drong aan op het
aftreden van de minister van Economische Zaken en ook Forsa Korsou
distantieerde zich van Cova’s optreden en diens weinig geloofwaardig gevonden pogingen
die uitspraken te rechtvaardigen.
Ys ontbood ook de
Venezolaanse consul-generaal, die zich op dat moment nog in Venezuela bevond:
hij diende zich te verantwoorden over de ‘complimenten’ die hij had uitgedeeld
aan de delegaties van PLKP, MAN en FOL, Partido Independiente en Pueblo
Soberano voor hun “ferme” opstelling tegenover de regering-Bush.
Grimmiger
De sfeer in de coalitie werd
ondertussen steeds grimmiger. Terwijl Ys en Cova niet van wijken wilden weten,
zagen de andere coalitiepartners nog een mogelijke uitweg. De tegelijkertijd
geagendeerde kwestie-Leeflang hield de gemoederen binnen de coalitie ook nog
bezig en creëerde voor Cova een mogelijkheid zijn benarde positie als het ware
uit te ruilen en een motie van wantrouwen af te wenden.
In de Staten kwam Leeflang,
ook al had zij voor de benoeming van Franklin Sluis tot Postmaster-General haar
excuses al aangeboden, onder vuur te liggen. Vooral oppositiepartij FOL trok
alle verbale en non-verbale registers open voor een aanval op de PAR: alle
FOL-leden hadden een foto van wijlen Ben Komproe op de lessenaar voor zich en eisten
de aanwezigheid van de minister-president in de Staten.
Maar het gedrag van de Venezolaanse
consul-generaal drong deze politieke perikelen naar het tweede plan: nadat hij
premier Ys de dag daarvoor had laten weten dat hij ‘tot begin juni’ door ziekte
verhinderd was om te komen praten over zijn recente uitspraken in Venezuela,
werd de consul-generaal nog dezelfde middag gesignaleerd en gefotografeerd in
een restaurant, het glas heffend met Cova en vertegenwoordigers van de
Antilliaanse Brouwerij. De directeur
Buitenlandse betrekkingen Eduard ‘Dito’ Mendes de Gouveia verklaarde dat de
Antilliaanse regering ‘diplomatieke stappen in beraad had’.
Errol Cova in de jaren 90: toen nog bij de PAR |
Privépersoon
Het leek er aanvankelijk op dat
de PAR alleen zou komen te staan, omdat de andere coalitiepartijen “dit geschil
tussen twee volwassen mannen” geen regeringscrisis waard vonden. Zo spraken de
bewindslieden van Bonaire en Saba er over toen ik hen op ‘de cour’, zoals Van Beetz de
galerij buiten bij de toiletten noemde, aansprak. Zelfs niet na de onthullende
foto’s van Cova in gesprek met de veelbesproken Venezolaanse consul in een
restaurant , terwijl die zich dezelfde ochtend (“tot begin juni”) te ziek had
gemeld voor een onderhoud met Ys.
Cova bleef volhouden dat hij
voor zijn uitspraken “als privépersoon” in Venezuela alleen verantwoording
verschuldigd was aan zijn partij. Volgens Ys had hij duidelijk ”namens de
regering van de Nederlandse Antillen” gesproken (de transcriptie liet daarover geen
twijfel bestaan) en hoort een minister zich in het buitenland te onthouden van
controversiële uitspraken.
De Gouverneur besloot tot
een bemiddelingspoging door de beide Ministers van Staat Carlos Dip
(staatsrechtgeleerde) en Jaime Saleh (oud-gouverneur), maar de PLKP trok zelf
aan het kortste eind, door (uit overmoed?) de motie van wantrouwen van de FOL
tegen Leeflang te steunen. De PLKP schond hiermee de afspraak dat
coalitiepartners elkaar vooraf over hun positie met betrekking tot in te dienen
moties zouden informeren. Bovendien waren de andere partijen ontstemd over de
steun aan deze motie terwijl zij juist op een bemiddelingspoging hadden
aangedrongen. Daarmee forceerde de PLKP definitief een breuk in de coalitie
Niet soepel
Het vertrek van de PLKP ging
echter allesbehalve soepel: Cova en zijn staatssecretaris Poulo verzetten zich:
ze gingen niet akkoord met het voorstel van de Raad van Ministers om het
ontslag van het kabinet aan te bieden aan de Gouverneur. Daardoor ontstond een
staatsrechtelijk curieuze situatie: beide PLKP-bewindslieden hielden vervolgens
de eer niet aan zichzelf en bleven dus zitten.
De Gouverneur kon het ontslag
ook niet aanvaarden zonder in politiek vaarwater terecht te komen: hij zou
immers beide bewindslieden moeten ontslaan zonder dat in de Staten een motie
van wantrouwen zou zijn uitgesproken. Er is lang vergaderd door en met juristen
om deze knoop te ontwarren.
Op 18 mei meldt de Amigoe: ‘Ministerraad
biedt ontslag aan, doorstart na herstructurering zonder PLKP mogelijk’.
Uit het logboek van Freek van Beetz:
20 mei 2005
Gisteren, 19 mei, dan toch de apotheose. Nadat verschillende juridische
wegen waren verkend werd een motie van wantrouwen opgesteld en vervolgens, zo
bleek gisterochtend, door voldoende leden ondertekend: 12 van de 22. Deze motie
werd bij de opening van de beraadslagingen over de begroting 2004 – 2005 (vele
maanden te laat dus), in stemming gebracht. De oppositie en natuurlijk ook nu
de PLKP zelf, probeerden uit alle macht stemming uit te stellen. De motie zou
illegaal zijn, er zouden eerst door alle Statenleden stemverklaringen moeten
worden uitgebracht, Cova verlangde dat ook elke minister een verklaring aflegde
en smeekte de voorzitter om enige uren uitstel van de stemming (“zelfs een
veroordeelde krijgt nog het recht zich te verdedigen, ik ben toch geen
crimineel?”). Hij haalde er zelfs zijn kinderen en kleinkinderen bij: als
eerzaam huisvader had hij zich steeds onbaatzuchtig in dienst gesteld van land
en volk van Curaçao.
Ook zijn staatssecretaris en partijgenoot Winnie Poulo moest het veld
ruimen: met evenveel passie als zijn partijvoorzitter stelde hij zich te weer:
”wat heb ik, zoon van een eenvoudige visser uit Westpunt, eigenlijk misdaan?”
De verklaringen dat de PLKP als coalitiepartner niet meer het
vertrouwen genoot, kon hen niet overtuigen. “Hou de eer aan jezelf” hielden
Booi (UPB, Bonaire) en Gumbs (DP, Sint Maarten) Cova en Poulo voor.
Uiteindelijk, na de gevraagde schorsing, kreeg Cova het woord: in een betoog
vol pathetiek en retoriek verdedigde hij zich als ‘patriot’, als
‘antikolonialist’, ‘anti Nederlands’ en vurig verdediger van de belangen van
Curaçao en van de Venezolaanse (Bolivariaanse) revolutie met Chavez en Castro
als lichtende voorbeelden. Ys moest achterover leunen om het vocht dat tijdens
diens gepassioneerd betoog uit ‘sprekers mond ontsnapte, te ontwijken. “Ook een
kleine man kan een grote geest zijn”, zo citeerde Cova, inderdaad klein van
stuk, Simon Bolivar, onder gejuich van zijn aanhangers op de publieke- en
ambtenarentribune.
Leonard Coffie, oud- gedeputeerde (PAR) en al geruime tijd een
dissident in de PAR-fractie, gaf in zijn stemverklaring uiting aan zijn
verontwaardiging over de maatregelen van Verdonk en kondigde zijn vertrek uit
de PAR aan; ook die verklaring werd met luide instemming op de publieke tribune
onthaald. Hij bleef als onafhankelijk Statenlid de PAR-zetel bezetten en zou
zich kort daarna aansluiten bij de FOL.[8]
Het ontslagbesluit voor beide PLKP-bewindslieden werd meteen
getekend; Economische Zaken zou naar de PNP-er Alex Rosaria gaan, tot dan toe
secretaris-beleidsmedewerker van minister De Lannooy van Financiën.
[4]
Amigoe 3 maart
[5]
Kort nadat president
Chavez in 2006 weer dreigende taal richting de Antillen had geuit, werd als
reactie daarop, voornamelijk op Curaçao van 23 mei tot 16 juni, een omvangrijke
militaire oefening gehouden, “Joint Carribean Lion 2006”. Daaraan namen naast
Nederlandse troepen, schepen en vliegtuigen, ook eenheden van landmacht, marine
en luchtmacht uit de V.S., het Verenigd Koninkrijk, Canada, Frankrijk en België
deel, maar ook uit Venezuela. Niettemin was de boodschap richting Caracas
duidelijk: militair vlagvertoon om potentiele agressors af te schrikken.
[7]
Amigoe, 9 mei. Voor de
achtergrond van de vestiging van deze Amerikaanse bases op Curaçao en Aruba,
Forward Operating Locations, voor verkenningsvluchten boven Colombia in het
kader van de internationale drugsbestrijding: zie Oostindie en Klinkers, blz.
89 – 90.
[8]
Coffie zou de volgende
jaren nog wijdse politieke omzwervingen maken: na een korte periode bij de FOL
verscheen hij op de lijst van de PNP en hij vond vervolgens enige jaren later
politiek onderdak bij Pueblo Soberano van Helmin Wiels.