Alle mooie woorden in het regeerakkoord ten spijt is er onverminderd sprake van twee Nederlanden: het rijke Europese deel met al zijn sociaal-maatschappelijke voorzieningen en het arme Caribische deel met gebrekkige en zelfs geheel ontbrekende voorzieningen. De deelname van het CDA, D66 en ChristenUnie aan het kabinet heeft het stempel dat de VVD tijdens Rutte II op het beleid ten aanzien van de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba drukte nog niet kunnen uitwissen. Dat wordt wel tijd.
door René Zwart/Koninkrijksrelaties.nu
In Den Haag zijn er maar weinigen die begrijpen waarom inwoners van de BES-eilanden zich als tweederangs Nederlanders weggezet voelen. Er worden toch veel goede dingen gedaan, is steevast het weerwoord. Dat is zeker waar. Denk aan het versterken van het kapitaal van het Pensioenfonds Caribisch Nederland, het repareren van individuele pensioenrechten van medewerkers van de Rijksdienst Caribisch Nederland en het onderwijs, het herstel van de orkaanschade op Sint Eustatius en Saba en het subsidiëren van drinkwater en elektriciteit.
Maar al deze zogenaamd goede daden komen simpelweg voort uit de zorgplicht die de Rijksoverheid nu eenmaal heeft en waarvoor ook burgers en ondernemers in Caribisch Nederland braaf belasting betalen (157 miljoen per jaar). Voor die relatief niet geringe bijdrage aan de rijkskas mogen de overzeese landgenoten verwachten dat er met voortvarendheid wordt gewerkt aan het naar een aanvaardbaar niveau tillen van de meest fundamentele voorzieningen.
Al is er veel geïnvesteerd in het onderwijs, de zorg en de veiligheid, er zijn nog altijd schrijnende achterstanden die vooral de meest kwetsbaren raken. Een voorbeeld daarvan manifesteerde zich deze week: door het ontbreken van een jeugdwet dreigen gezinnen met de voogdij over een pleegzorgkind hun vergoeding te verliezen. Kan het hartelozer? Een zekere ongelijkheid met Europees Nederland zal er waarschijnlijk altijd wel blijven bestaan, maar het contrast moet niet nog onrechtvaardiger worden gemaakt dan het nu al is. En dat doet het kabinet wel met het besluit voor ouders met kinderen in Europees Nederland 1 miljard euro extra uit te trekken en daarvan geen cent voor Caribisch Nederland te reserveren.
De smoes ligt vast al klaar: eerst moet het onderzoek naar het bestaansminimum afgerond zijn. En als het rapport er eenmaal is, dan zal er wel een volgend onderzoek nodig zijn om te kijken wat er met de uitkomsten moet worden gedaan. Het begint een akelige Haagse gewoonte te worden noden op de BES-eilanden te bestrijden met een onderzoekje hier en een onderzoekje daar. Ook daarvan is een recent voorbeeld: op de eilanden is geen preventief bevolkingsonderzoek naar veelvoorkomende ziekten die bij ontdekking in een vroeg stadium doorgaans goed behandelbaar zijn. Wat doet de verantwoordelijke bewindspersoon: die kondigt, jawel, een onderzoek aan.
Het is ontegenzeggelijk waar dat coördinerend staatssecretaris Knops en zijn staf de handen vol hebben gehad en nog hebben aan de nasleep van de orkanen Irma en Maria. En dat het wanbestuur op Sint Eustatius evenzeer hun aandacht opeiste, evenals de begrotingsperikelen van Aruba en Curaçao. Maar na 8 maanden Rutte III hebben we nog te weinig visie en ambitie gezien om Caribisch Nederland structureel vooruit te helpen. Misschien is het eerdere pleidooi van Tweede Kamerlid Roelof Bisschop (SGP) voor een Deltaplan zo gek nog niet. Maar eerst doet de Kamer er goed aan zo snel mogelijk per motie af te dwingen dat de kinderbijslag net als in Europees Nederland ook op de eilanden fors wordt verhoogd. Dat kost hooguit een paar promille van dat miljard.