Met het uitbrengen van het rapport 'Subsidie' over afwijkingen op het subsidiebeleid van de overheid tussen 2010 en 2015 schetst de Algemene Rekenkamer Curaçao (ARC) opnieuw* een onthutsend beeld van hoe de overheid omgaat met gemeenschapsgeld. Het rapport vertelt niet waarom die overheid dat doet of nalaat te doen en waarom 'checks en balances' kennelijk niet werken om ministers en ambtenaren in het gareel te houden. Daar ligt mijns inziens een schone taak voor juristen en criminologen, maar meer nog voor sociologen en antropologen.
Op basis van het onderzoek blijkt dat de ministeries geen deugdelijke dossiers bijhouden met alle relevante documenten, waaronder de documenten die aan de subsidieaanvraag moeten worden toegevoegd. Vervelende bijkomstigheid is dat de ARC hierdoor geen beeld heeft gekregen van de volledigheid van de ingediende subsidieaanvragen. Mogelijk zijn wel alle documenten van betreffende instellingen die subsidie aanvroegen ingediend, maar het ministerie beschikt nu in ieder geval niet over deze documenten.
Rechtmatig
De ARC concludeert verder dat niet alle verleende subsidies rechtmatig zijn verleend, omdat zij niet aan alle bepalingen van de subsidieverordening voldeden. Het gaat om in totaal 361 subsidies (65 procent van het totaal) die 475.3 miljoen gulden opstreken. Meest opmerkelijke onrechtmatigheid is de verstrekking van ruim 14 miljoen gulden verstrekt door ministers in de regering Schotte zonder toereikende begroting, maar achteraf wel goedgekeurd door het parlement.
Bij 361 subsidies, 60 procent van het totaal blijken instellingen geen verantwoording in de vorm van een activiteitenverslag en een jaarrekening/financieel verslag te hebben ingediend. Het gaat hier in een groot aantal gevallen om ontbrekende verantwoordingen voor subsidies hoger dan 300.000 gulden, waarvoor ook een controleverklaring is vereist bij de jaarrekening. Alles uiteraard in strijd met de bepalingen van de subsidieverordening.
Volgens de ARC heeft de Raad van Ministers in de onderzochte periode besluiten genomen om subsidie uit te betalen zonder dat de betreffende instellingen de voorgeschreven verantwoordingsdocumenten hebben ingediend en heeft toegelaten dat zowel de instellingen als de ministeries op structurele basis afwijken van de subsidieverordening.
De laatste fase van een subsidietraject gaat over het proces van de vaststelling van het verleende subsidiebedrag door de minister. Dat wordt gedaan in een zogenaamde vaststellingsbeschikking. ARC constateert dat het merendeel van de verleende subsidies niet is vastgesteld. Bij 575 van de in totaal 614 verstrekte subsidies ontbreekt die beschikking. Daar is een bedrag mee gemoeid van bijna 700 miljoen gulden. 94 procent van alle subsidies zijn op die manier niet door de minister vastgesteld.
Voor deze subsidie hebben de ministers en ministeries dus geen tool in handen om subsidies in te trekken of te verlagen als de instellingen niet aan hun verplichtingen voldoen.
Subsidiebeleid
Het mag niet verbazen dat de overheid tot nu toe geen subsidiebeleid heeft geformuleerd. Subsidies zijn weliswaar in veel gevallen op basis van de beleidsvoornemens verleend - al dan niet opgenomen in het regeerakkoord/–programma -, maar vaak zonder dat hiervoor een beleidskader is ontwikkeld.
Ministeries zien er onvoldoende op toe dat instellingen tijdig een volledige subsidieaanvraag indienen. Zij maken geen duidelijke afspraken met de instellingen die subsidie ontvangen over hun verantwoordingsplicht en de gevolgen bij het niet voldoen aan de gestelde eisen. Er zijn geen ambtenaren speciaal belast met het toezicht op de naleving van de subsidiebepaling.
Schokkender is de constatering van de ARC, dat ministers de subsidieverordening misbruiken door de gelden te gebruiken voor het financieren van exploitatietekorten. Volgens het ministerie van Algemene Zaken (Rhuggenaath) is dat overigens niet strikt verboden, maar dat is onjuist volgens de ARC.
Rhuggenaath
Het beeld dat in het rapport wordt gegeven is van een op zijn zachtst gezegd slordige overheid, maar feitelijk een incompetente overheid, die nalaat het uitbesteden van beleid goed te organiseren en na organisatie goed te besturen. Dat is een verwijt aan eerdere regeringen (Schotte, Betrian, Hodge, Asjes, Whiteman I en II), maar ook de regeringen daarna, Koeiman, Pisas en Rhuggenaath. De laatste kan daadwerkelijk verandering aanbrengen.
In zijn speech ter gelegenheid van het 33-jarig bestaan van ontwikkelingsbank Korpodeko gaf de premier aan te werken aan een gedragscode voor ambtenaren, het publiceren en vlot digitaal openbaar maken van overheidsinformatie. Zijn plannen om een Integriteitsbureau op te zetten en te belasten met onderzoeken naar integriteit op de ministeries, heeft alleen maar zin, als de overheid zich aan haar eigen wetten houdt. Het rapport van de ARC toont aan dat dit in ieder geval bij de subsidieverlening niet het geval is.
Feedback
Misschien moeten vakbekwame journalisten subsidie aan gaan vragen, om te zorgen dat rapporten van de ARC niet na enkele weken alweer in de lade verdwijnen. Want ook dat is inherent aan een overheid die z'n zaakjes niet op orde heeft.
Ter illustratie, toen ARC in de ambtelijke ronde een reactie vroeg op de bevindingen in haar rapport, kreeg zij alleen van het ministerie van Justitie feedback. Later, toen gevraagd werd aan de ministers om te reageren, kwam er feedback van de SG van Economische Ontwikkeling. Pas in de laatste ronde reageerden de ministers - met aanzienlijke vertraging. Van de ministers van Financiën, BPD en GMN is geen reactie ontvangen.
------
Download hier het hele rapport van de Algemene Rekenkamer
------
*Zie het eerdere rapport van de Rekenkamer over het Mandaatregister en mijn artikel daarover:
PS-ministers tekenden eigenhandig voor miljoenen