Miguel Pourier, grote baas tegen wil en dank

Portret uit de geschiedenis
Vandaag zou Miquel Pourier zijn 80e verjaardag vieren


Een kleine groep mensen heeft de afgelopen honderd jaar een blijvende indruk gemaakt op de sociaal-economische en politieke ontwikkeling van Curaçao. Tot die groep behoort zonder twijfel Miguel Archangel Pourier. Bij leven fiscalist, ondernemer, Statenlid en premier. Hij overleed in maart 2013 na een kort ziekbed. Ik sprak met twee hooggeplaatste ambtenaren die hem van dichtbij meemaakten en met Bernadette Heiligers, die een biografie over de oud-premier schreef. Wat dreef Pourier, welke ambities had hij en wat kunnen managers vandaag leren van zijn leiderschapsstijl?

door Dick Drayer

Miguel Archangel Pourier wordt op 29 september 1938 geboren in Rincon, Bonaire. Armoe is troef; Miguel moet meehelpen op het land en water halen voor de beesten. Zijn vader is kok op een olietanker van Shell en maanden van huis. Hij stuurt geld op voor het gezin met vier kinderen, maar veel is het niet. Zijn moeder stuurt Miguel in 1951 na de lagere school naar Curaçao, waar hij zijn middelbare school afmaakt. Vandaar gaat hij naar Rotterdam om te studeren aan de Rijksbelasting Academie. Daar specialiseert hij zich in indirecte belastingen.

Na zijn studie werkt Pourier voor de belastingdienst in Rotterdam. Niet heel lang, want op verzoek van de Antilliaanse regering meldt hij zich bij de belastingdienst op Curaçao en neemt daar al op 28-jarige leeftijd de leiding over, waarna hij verder carrière maakt bij het ministerie van Financiën. Hij valt op en in 1973 wordt hem door de UPB op Bonaire gevraagd de politiek in te gaan. Hoewel hij geen lid is van deze partij, wordt Pourier minister van Welzijnszorg in het kabinet van ‘Juancho’ Evertsz. In 1979 schopt hij het zelfs even tot premier om de weg vrij te maken voor Don Martina. Pouriers echte doorbraak komt in 1993, als Curaçao een referendum organiseert over het verkrijgen van een status aparte.

Beediging kabinet Everts
Pourier, die op dat moment een eigen adviesbureau runt, is verbaasd dat vrijwel alle politieke partijen zich los willen maken van de Antillen en begint samen met de huidige gouverneur Lucille George-Wout een beweging om Curaçao juist binnen het Antilliaans staatsverband te houden: Pro Antia Restruktura, PAR. De uitslag van het referendum is verpletterend: 75% is vóór geherstructureerde Antillen. De beweging wordt omgezet in een politieke partij die het jaar daarop deelneemt aan de verkiezingen. Pourier word opnieuw premier en houdt dat twee kabinetten vol. In 2002 draagt hij het partijleiderschap over aan Etienne Ys. Bij zijn afscheid zingt hij op het Fortplein I did it my way. Tot aan zijn overlijden in 2013 blijft hij nauw verbonden aan de PAR.

Eenvoud
’Hij was een warme, aimabele man, die op zijn eigen kompas voer.’ Ambtenaar Freek van Beetz was door de Nederlandse regering ter beschikking gesteld als adviseur van de minister-president van de Nederlandse Antillen. Hij maakte Pourier twee jaar mee als premier. ’Minpres, zoals ik hem noemde, luisterde altijd heel goed en had een geweldige kennis van de dossiers, maar trok zijn eigen lijn. Hij zei ook altijd: ‘de P staat voor Pourier en niet voor Plaka, Poder en Puesto’, ofwel geld, macht en geronselde baantjes.

Van Beetz vond Miguel Pourier een buitengewoon integere man. ‘Hij was benaderbaar en eenvoudig. Op reis nam hij nooit ambtenaren mee. Niet echt handig, want iemand moet zijn tas dragen of opschrijven wat hij toezegt. Maar hij vond het niet nodig en te duur.’ Bernadette Heiligers sluit zich aan bij die woorden. Zij schreef na zijn dood biografie over hem: Miguel Pourier, een leven om te dienen. ’Als hij voor zijn werk naar de andere eilanden reisde, vloog hij soms economy class. Dat gaf nog wel eens rare gezichten, vooral als eilandsraadsleden op dezelfde vlucht in de business class zaten.’

Feest naar aanleiding van zijn 70e verjaardag
Pourier had in zijn leven een grote, muzikale liefde: zijn gitaar. Tijdens zijn studententijd had hij leren spelen. ‘Dat bracht rust, troost en vertier‘, zegt Heiligers. ‘Omdat niemand in Nederland tumba’s en bolero’s kende, trad hij zo nu en dan met vrienden op voor publiek. In diezelfde tijd leerde Pourier schaken. Zijn passie voor die sport werd net zo groot als voor tennis en tafeltennis, waarmee hij op jonge leeftijd meermalen kampioen werd. Aan golfen wilde hij niet beginnen, dat leek hem een 'knikkerspel voor oudjes'.”

Grote baas
Pourier werd op zijn ministerie ‘grote baas’ genoemd. Een schril contrast met de eenvoud die hij uitstraalde. Carel de Haseth, in 1994 door Pourier benoemd tot gevolmachtigd minister in Den Haag, noemde hem altijd bij zijn voornaam, maar herinnert zich dat zelfs Nederlandse ambtenaren hem ‘grote baas’ noemden.

Ambtenaren die met hem werkten, hadden het niet altijd makkelijk. ‘Pourier was een staatsman’, zegt zijn secretaresse in het boek van Heiligers. ‘Een kamergeleerde, die zich niet bemoeide met de dagelijkse besognes op het ministerie.’ Heiligers: ‘Dat was niet zo handig, want kleine issues werden op die manier heel groot. Pourier geloofde ook in de goedheid van mensen, waardoor hij obstakels in de politiek niet altijd aan zag komen.’

Kabinetsvergadering
De premier had volgens Heiligers voornamelijk oog voor drie zaken in zijn politieke leven: staatkundige structuur, financiën en integriteit. ‘Pourier had in zijn jonge jaren al geleerd dat je de tering naar de nering moest zetten als je iets wilde bereiken. Hij zei altijd: “Doe wat je moet doen, dan ben je autonoom op grond van het statuut”. Een gedachte die haaks stond op de politieke atmosfeer van begin jaren negentig, toen er over onafhankelijkheid werd gesproken. Dan zei Pourier: “Waarom, we zijn het toch? Je moet er alleen voor zorgen dat je geen hulp nodig hebt en dat je zaakjes op orde zijn.”

IMF
Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Pourier stond tijdens zijn regeerperiode voor de haast onmogelijke taak om de uit de hand gelopen overheidsfinanciën te saneren. De Nederlandse Antillen kampten met grote tekorten en in Nederland sloeg de houding naar de Antillen om. Het algemene gevoel in Den Haag werd: de Antillen willen niet deugen.

‘Duna tempu su tempo’ (geef de tijd zijn tijd) was een gevleugelde uitspraak van Pourier, maar ging niet op voor Nederland. In ruil voor harde maatregelen, zou Den Haag financiële steun geven. Pourier nam de maatregelen, maar het geld kwam niet: Nederland liet de Antillen als een baksteen vallen. Alexander Pechtold zou jaren later bekennen dat Nederland Pourier in de steek had gelaten: ‘We zeiden wat hij moest doen en vervolgens hebben we niet geleverd.’


Bij zijn begrafenis op 2 april 2013 klonk het lied I dreamed a dream, uit de musical Les Miserables. Volgens zijn dochter pleegde Pourier een traan weg te pinken bij de woorden: But there are dreams that cannot be and there are storms we cannot wheather. Volgens Heiligers verwoordde dit lied de pijn en teleurstelling die hij gevoeld moet hebben tijdens zijn politieke loopbaan. ‘Hij was er ook wel boos om, maar hij bleef een gentleman. Pourier kwam altijd terug met zijn geijkte verhaal: ‘Des te meer reden dat we orde op zaken stellen, dan heb je geen hulp nodig en heeft niemand je iets te vertellen’.

-0-0-0-

Foto's Dick Drayer en Bernadette Heiligers

Dit artikel verscheen eerder in Coaching Magazine, editie 1 2018: http://www.coaching-magazine.net/