De overheid van Curaçao moet de gezondheid van bewoners onder de rook veilig stellen. Dat eist de stichting Clean Air Everywhere samen met 29 bewoners in een nieuw proces dat 14 januari diende bij het Gerecht in Eerste Aanleg. De stichting en de bewoners procederen niet tegen de vuilmakers zelf, maar tegen de overheid. Zij is aansprakelijk volgens de stichting en de bewoners voor de luchtkwaliteit op Curaçao.
In de beoordeling benadrukt het Gerecht nogmaals dat deze nieuwe zaak zich niet richt tegen de raffinaderij Isla of stroomproducent Aqualectra/CRU die de lucht vervuilen. Het gaat om de verantwoordelijkheid van de Curaçaose overheid om schone lucht te garanderen aan haar bewoners. Om dat te kunnen bepalen komt er een comparitie tussen de partijen, waarin nadere uitleg gegeven kan worden over de geschilpunten.
Zere plek
De rechter legt in zijn vonnis de vinger op de zere plek. Omdat strenge WHO-normen voor luchtkwaliteit juridisch niet bindend zijn, wil de rechter weten welke rol de overheid heeft gespeeld in het handhaven van de normen die wel zijn afgesproken. Curaçao kan zich namelijk niet aan haar verantwoordelijkheid onttrekken door geen normen te hanteren.
Om te beoordelen of Curaçao voldoende heeft gedaan voor de gezondheid van haar burgers onder de rook, raadt het Gerecht die overheid aan om de normen in de hindervergunning (Attachment F) uit 1994 mee te nemen en ook de veel strengere WHO-normen, die gebaseerd zijn op breed gedragen wetenschappelijke inzichten, daarbij te betrekken. Immers, ook het niet meenemen van die strengere normen kan iets zeggen over de moeite die de overheid doet om haar burgers te beschermen.
Daarbij stelt de rechter wel dat als de bewoners een beroep doen op het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens er wel aantoonbaar sprake moet zijn van directe en reële schade. De discussie die Isla graag wil voeren over de causale relatie tussen hun bedrijvigheid en de schade voor het milieu is niet relevant volgens het Gerecht. De schade die de aanwezigheid van fijn stof of zwaveldioxide of welk ander gif dan ook veroorzaakt staat niet ter discussie en ook niet wie hem veroorzaakt in deze zaak. Maar het staat de Isla en andere partijen vrij om aan te tonen dat de overschrijding van de normen geen gezondheidsschade opleveren, aldus de rechter.
Afweging economie en milieu
De afweging tussen geleden gezondheidsschade schade en het economisch belang van de olie-industrie op Curaçao is een andere interessant punt, dat de rechter benadrukt. Mensenrechten gaan volgens het Gerecht niet per definitie voor op bijvoorbeeld economische belangen. De overheid heeft een bepaalde mate van bewegingsruimte daarin. Maar die afweging moet wel gemaakt worden.
Volgens de rechter is daarvan geen sprake geweest. Terwijl daartoe wel ooit voorzieningen in de hindervergunning voor zijn gemaakt. De Isla zou namelijk sinds 1994 elke vijf jaar geëvalueerd worden met betrekking tot de milieuschade die wordt veroorzaakt en de overheid zou daar dan op acteren.
Er zijn inderdaad verschillende onderzoeken geweest naar de luchtkwaliteit, die een relatie laten zien tussen luchtverontreiniging en gezondheidsrisico's. Maar de vraag rijst bij de rechter of en zo ja, welke maatregelen zijn genomen om de geconstateerde luchtverontreiniging ook feitelijk te verminderen.
Klaarblijkelijk weegt het economische belang gemoeid met de bedrijfsactiviteiten van Isla en CRU zwaar, zegt het Gerecht. Maar in de stukken heeft de rechter geen concretisering van dit economische belang aangetroffen, anders dan enkele citaten uit media. Ook is niet duidelijk of het belang van de bewoners onder de rook ooit een rol heeft gespeeld in deze afweging, terwijl nodig is dat ook dat wordt meegenomen.
Informatie en voorlichting
De bewoners eisen ook dat de overheid alle inwoners van Curaçao deugdelijk informeert over de
gevaren en risico's van de luchtverontreiniging. Een verplichting die onderdeel is van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Curaçao zegt dat het dat wel degelijk doet, zoals op de website waar luchtmetingen worden gepubliceerd en andere documenten staan.
De verplichting tot het verstrekken van informatie is bedoeld om de burger in staat te stellen de gezondheidsrisico's te beoordelen. Maar is de informatie voldoende toegankelijk voor burgers om zich te informeren over de risico's van de luchtverontreiniging? De gepubliceerde rapporten van deskundigen zijn immers in de regel opgesteld in het Nederlands en/of het Engels en niet in het Papiaments, de landstaal van Curaçao. Nog los van het feit dat het vaak gaat om taal van een hoog technisch gehalte, wat zich niet makkelijk laat lezen.
Overigens maakt de rechter ook duidelijk dat een eventuele schadevergoeding bij milieuschade te betalen door de overheid niet snel aan de orde is. Daarvoor is het namelijk nodig om te bewijzen dat het ontstaan van individuele schade aan het handelen van de overheid kan worden toegerekend. Nog los van het feit dat bewoners de schade niet genoeg concreet hebben gemaakt. Maar dat kan natuurlijk altijd, wanneer partijen elkaar weer zien voor de rechter.
Geld
Het Gerecht gelast dus een comparitie, waarbij partijen in elk geval kunnen ingaan op de hierboven genoemde onderwerpen. Andere onderwerpen mogen ook aan de orde gesteld worden. Zoals bijvoorbeeld een actualisering van de stand van zaken in het licht van het naderende contract-einde van PdVSA als exploitant van de Isla-raffinaderij.
28 januari moeten alle stukken binnen zijn en wordt een nieuwe datum bepaald, wanneer partijen elkaar dan weer tegenkomen. Dat is dan ergens in de periode maart tot en met mei.
Het is te hopen dat Clean Air Everywhere en de 29 bewoners deze laatste stap nog willen zetten. Procederen kost veel geld. Wellicht dat externe geldschieters bij willen springen. Er liggen voldoende aanknopingspunten in het oordeel van de rechter om nu door te pakken.
-0-0-0-
Download hier het vonnis van 14 januari
Foto: Bea Moedt |
Zere plek
De rechter legt in zijn vonnis de vinger op de zere plek. Omdat strenge WHO-normen voor luchtkwaliteit juridisch niet bindend zijn, wil de rechter weten welke rol de overheid heeft gespeeld in het handhaven van de normen die wel zijn afgesproken. Curaçao kan zich namelijk niet aan haar verantwoordelijkheid onttrekken door geen normen te hanteren.
Om te beoordelen of Curaçao voldoende heeft gedaan voor de gezondheid van haar burgers onder de rook, raadt het Gerecht die overheid aan om de normen in de hindervergunning (Attachment F) uit 1994 mee te nemen en ook de veel strengere WHO-normen, die gebaseerd zijn op breed gedragen wetenschappelijke inzichten, daarbij te betrekken. Immers, ook het niet meenemen van die strengere normen kan iets zeggen over de moeite die de overheid doet om haar burgers te beschermen.
Daarbij stelt de rechter wel dat als de bewoners een beroep doen op het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens er wel aantoonbaar sprake moet zijn van directe en reële schade. De discussie die Isla graag wil voeren over de causale relatie tussen hun bedrijvigheid en de schade voor het milieu is niet relevant volgens het Gerecht. De schade die de aanwezigheid van fijn stof of zwaveldioxide of welk ander gif dan ook veroorzaakt staat niet ter discussie en ook niet wie hem veroorzaakt in deze zaak. Maar het staat de Isla en andere partijen vrij om aan te tonen dat de overschrijding van de normen geen gezondheidsschade opleveren, aldus de rechter.
Afweging economie en milieu
De afweging tussen geleden gezondheidsschade schade en het economisch belang van de olie-industrie op Curaçao is een andere interessant punt, dat de rechter benadrukt. Mensenrechten gaan volgens het Gerecht niet per definitie voor op bijvoorbeeld economische belangen. De overheid heeft een bepaalde mate van bewegingsruimte daarin. Maar die afweging moet wel gemaakt worden.
Volgens de rechter is daarvan geen sprake geweest. Terwijl daartoe wel ooit voorzieningen in de hindervergunning voor zijn gemaakt. De Isla zou namelijk sinds 1994 elke vijf jaar geëvalueerd worden met betrekking tot de milieuschade die wordt veroorzaakt en de overheid zou daar dan op acteren.
Er zijn inderdaad verschillende onderzoeken geweest naar de luchtkwaliteit, die een relatie laten zien tussen luchtverontreiniging en gezondheidsrisico's. Maar de vraag rijst bij de rechter of en zo ja, welke maatregelen zijn genomen om de geconstateerde luchtverontreiniging ook feitelijk te verminderen.
Klaarblijkelijk weegt het economische belang gemoeid met de bedrijfsactiviteiten van Isla en CRU zwaar, zegt het Gerecht. Maar in de stukken heeft de rechter geen concretisering van dit economische belang aangetroffen, anders dan enkele citaten uit media. Ook is niet duidelijk of het belang van de bewoners onder de rook ooit een rol heeft gespeeld in deze afweging, terwijl nodig is dat ook dat wordt meegenomen.
Informatie en voorlichting
De bewoners eisen ook dat de overheid alle inwoners van Curaçao deugdelijk informeert over de
gevaren en risico's van de luchtverontreiniging. Een verplichting die onderdeel is van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Curaçao zegt dat het dat wel degelijk doet, zoals op de website waar luchtmetingen worden gepubliceerd en andere documenten staan.
De verplichting tot het verstrekken van informatie is bedoeld om de burger in staat te stellen de gezondheidsrisico's te beoordelen. Maar is de informatie voldoende toegankelijk voor burgers om zich te informeren over de risico's van de luchtverontreiniging? De gepubliceerde rapporten van deskundigen zijn immers in de regel opgesteld in het Nederlands en/of het Engels en niet in het Papiaments, de landstaal van Curaçao. Nog los van het feit dat het vaak gaat om taal van een hoog technisch gehalte, wat zich niet makkelijk laat lezen.
Overigens maakt de rechter ook duidelijk dat een eventuele schadevergoeding bij milieuschade te betalen door de overheid niet snel aan de orde is. Daarvoor is het namelijk nodig om te bewijzen dat het ontstaan van individuele schade aan het handelen van de overheid kan worden toegerekend. Nog los van het feit dat bewoners de schade niet genoeg concreet hebben gemaakt. Maar dat kan natuurlijk altijd, wanneer partijen elkaar weer zien voor de rechter.
Geld
Het Gerecht gelast dus een comparitie, waarbij partijen in elk geval kunnen ingaan op de hierboven genoemde onderwerpen. Andere onderwerpen mogen ook aan de orde gesteld worden. Zoals bijvoorbeeld een actualisering van de stand van zaken in het licht van het naderende contract-einde van PdVSA als exploitant van de Isla-raffinaderij.
28 januari moeten alle stukken binnen zijn en wordt een nieuwe datum bepaald, wanneer partijen elkaar dan weer tegenkomen. Dat is dan ergens in de periode maart tot en met mei.
Het is te hopen dat Clean Air Everywhere en de 29 bewoners deze laatste stap nog willen zetten. Procederen kost veel geld. Wellicht dat externe geldschieters bij willen springen. Er liggen voldoende aanknopingspunten in het oordeel van de rechter om nu door te pakken.
-0-0-0-
Download hier het vonnis van 14 januari