De regering van Evelyn Weever-Croes noemde het heel netjes
een crisisheffing, de oppositie noemde het coalitieheffing. Cruciaal was dat
deze fractievoorzitter van mening was dat hij mij als journalist vragen mocht
stellen in plaats van deze vragen aan zijn regering te stellen, zijn taak
immers als volksvertegenwoordiger. De door mij gestelde vragen en opmerkingen
werden nimmer beantwoord, waarschijnlijk onderdeel van het populaire spel onder
de schoolgaande jeugd.
Kiekeboe!
Heden
Naar aanleiding van de door de Staten vastgestelde begroting
voor het jaar 2019 heeft het College financieel toezicht Aruba op 14 januari
een verzoek gedaan aan de minister van Financiën, Economische Zaken en Cultuur van
Aruba (MinFEC). Dit verzoek heeft een wettelijke basis, namelijk het zogeheten
artikel 11, lid 4 van de Landsverordening Aruba tijdelijk financieel toezicht,de LAft.
Nieuw was het allemaal niet, want in haar advies van 2
oktober 2018 (Cft 201800209) bij de Ontwerpbegroting 2019 waren de vragen al
gesteld. Vier in totaal. Het antwoord bleef uit en de regering heeft daarna met
droge ogen de begroting vastgesteld zonder ook maar een seconde rekening te
houden met de adviezen van het CAft.
Daarmee maakte Evelyn Weever-Croes het College tot een
tandeloze toezichthoudende tijger. Die ook nog eens moet acteren vanaf een
A4'tje, dat heel netjes Protocol wordt genoemd.
Protocol
Even een zijstapje naar dit 'Protocol'. Als ik de
Landsverordening erbij pak, staat daar dat de MinFEC twee weken de tijd heeft
om de door het College gemaakte opmerkingen van een deugdelijk onderbouwd
antwoord te voorzien. Want anders wordt na die twee weken artikel 11, lid 5 in
stelling gebracht en de Ministerraad aangeschreven. Als dit geen zoden aan de
dijk zet, wordt na zeven dagen de Rijksministerraad in Den Haag geïnformeerd
conform artikel 12, lid 1. Al dan niet vergezeld van een advies tot het geven
van een Aanwijzing.
Maar, en een saillant detail: de regering Evelyn Weever-
Croes is sinds haar aantreden “in gesprek” met Nederland (MinBZK?) om een
nieuwe LAft met ingang van 1 januari 2019 vast te stellen. Omdat er maar geen
nieuwe Landsverordening en nieuwe normen vastgesteld konden worden heeft het
College opnieuw en in Curaçao succesvol geteste BZK-Cft-Antilliaanse truc van
stal gehaald: we gaan een afsprakenlijstje maken. In deftig ambtelijke termen
heet dit dan een convenant of een protocol.
Zo gezegd, zo gedaan. Op 22 november 2018 werd er een
“Protocol Aruba Nederland 2019-2021” opgemaakt. Over de wettelijke status van
zo’n protocol maak ik mij geen illusies, zeker niet als ook nog blijkt dat die
ook niet op de website van het Cft is opgenomen onder het kopje 'Wetgeving'.
Het Protocol dat je wel ziet, is die tussen Nederland en Mike Eman uit 2015,
maar dat is geschiedenis.
Dus zelfs het CAft erkent kennelijk dat dit protocol geen
wetgevende of juridische basis heeft, en dat de LAft per 31 december 2018 is
opgehouden te bestaan. Ook de Arubaanse overheid heeft het protocol niet op
haar website gepubliceerd (zoals zo vele stukken die nog steeds niet worden
gepubliceerd).
Ik heb voor de lezer maar even gegoogeld naar het protocol
en vond 'm op de website van de Rijksoverheid.nl. Daar vind je een weliswaar
niet-getekende versie van het protocol als bijlage aan.
Kiekeboe!
In het protocol is afgesproken dat uiterlijk 31 december
2018 door Land Aruba een ontwerp Landsverordening tot wijziging van de LAft aan
de Staten wordt aangeboden. Inwerkingtreding van de Landsverordening moet
uiterlijk voor 1 januari 2019 hebben plaatsgevonden, maar niet voordat daarover
in de Rijksministerraad overeenstemming is bereikt.
Maar omdat men enig vooruitziende blik had en het toezicht
niet vleugellam wilde maken heeft men ook opgenomen dat :”Indien de aangepaste
LAft niet in werking is getreden vóór de behandeling van de ontwerpbegroting
door de Staten, wordt de begroting 2019 conform de gemaakte afspraken uit dit protocol
vastgesteld en zal het CAft dat gebruiken bij zijn beoordeling van de
(ontwerp)begroting 2019.”
Aha, dus kan het College toch nog eventjes via een
omweggetje doorgaan met haar toezichthoudende taken. En nu maar met z’n allen
hopen en uitkijken naar het moment dat er een nieuwe Landsverordening is.
Kiekeboe!
Wat ik als simpele journalist niet snap is, dat in het
protocol in hoofdstuk 3, lid 5 is opgenomen dat de uitvoering van dit protocol
in 2021 zal worden geëvalueerd op basis van de financiële situatie van Aruba.
De gesprekken hierover tussen Nederland en Aruba worden uiterlijk op 1 mei 2021
gestart en worden uiterlijk 1 september 2021 afgerond.
Betekent dit nou werkelijk dat iedereen er al vanuit gaat
dat er geen nieuwe Landsverordening Aruba Financieel Toezicht komt, en dat we
nu alleen een protocol hebben en dat we dit protocol in 2021 gaan evalueren?
Kiekeboe!
En dan ben ik weer terug bij die brief van 14 januari,
waarin dus opnieuw een advies wordt geven en dus na 3,5 maand wederom dezelfde
4 vragen worden gesteld. Het wil maar niet vlotten.
Xiomara Ruiz-Maduro, MinFEC |
De MinFEC van Aruba, Xiomara Ruiz-Maduro voelt nattigheid,
want haar antwoord van 24 januari 2019 stuurt ze ook direct door naar de Staten
en de Ministerraad - een unicum! De nattigheid ligt besloten in de
beantwoording van de vragen aan het CAft. Behalve op de vier fundamentele vragen/adviezen en in totaal
tien aangehaalde vraagpunten wordt grosso modo door Ruiz-Maduro gereageerd met:
“Wij zullen uw advies opvolgen”.
Ik kan dat niet anders lezen dan: 'we hebben je vragen en
adviezen in oktober 2018 aangehoord en we hebben er niets mee gedaan; je
herhaalt je adviezen nu weer en we gaan daar nu weer helemaal niets mee doen.'
Om dat te illustreren geef ik nog enkele voorbeelden van
vraag en antwoord:
- Als het CAft vraagt om een realistische onderbouwing van de begrote belastingopbrengsten, is het antwoord dat de realisatie en het realistische gehalte van de belasting opbrengsten gedurende het jaar 2019 gemonitord kan worden.
- Als het CAft vraagt naar de begrotingen van de collectieve sector, is het antwoord dat de begrotingen nog niet beschikbaar zijn.
- Als het CAft opmerkt dat ze de bedragen in de begroting voor het begin van het begrotingsjaar niet kan toetsen, is het antwoord dat dit gedurende het jaar beoordeeld kan worden aan de hand van de vier kwartaalrapportages.
Joepie, dus ga me nu niet vragen hoe ik aan de bedragen in
de begroting kom, dat gaan we met z’n allen wel merken gedurende het jaar en
dan is het:
Kiekeboe!
Jaarrekening
Nog een uitstapje, naar de jaarrekening. Als we het hebben
over transparantie en het afleggen van verantwoording door de regering van
Aruba, kan artikel 18, lid 1 van de LAft worden aangehaald: “Indien het College
op 31 augustus van enig jaar nog geen vastgestelde jaarrekening over het
voorgaande jaar heeft ontvangen en er naar zijn oordeel ook geen uitzicht bestaat
dat binnen een redelijke termijn alsnog een ontwerp-jaarrekening,
respectievelijk een vastgestelde jaarrekening zal worden toegezonden, bericht
het College dienaangaande de regering van het Koninkrijk.”
Het CAft heeft net als in 2018 ook nog eens recentelijk op 8
januari 2019 (Cft 201900002) benadrukt dat het belangrijk is dat financiële
risico’s tijdig worden gesignaleerd. Zo wordt opnieuw benoemd dat de
jaarrekeningen over de jaren 2016 en 2017 nog steeds niet beschikbaar zijn
gesteld aan het CAft.
Omdat het CAft niet beschikt over die jaarrekeningen kan in
principe geen onderbouwd dan wel een goed gevoel worden gekregen bij de
begroting van 2019. Immers, als je niet weet wat het vastgestelde resultaat
over enig jaar is geweest, kan je nooit toetsen of een begroting van het
daaropvolgende jaar realistisch is. Je vraagt je dan af of het misschien de
bedoeling is om geen jaarrekeningen aan het CAft te overhandigen en
daarmee….Kiekeboe te spelen?
Intussen zijn de uitgaven op Aruba explosief gestegen.
Omdat de jaarrekening zoals eerder gesteld, niet zijn
vastgesteld en overhandigd aan het CAft, heb ik uit pure noodzaak maar de
kwartaalrapportages bekeken.
De uitgaven zijn in nog geen drie jaar tijd met bijna 85
miljoen gestegen. Om ondanks de stijging van de uitgaven te voldoen aan de
tekortnorm, zijn de inkomsten (en dus lastenverzwaring voor burgers en
bedrijven) met meer dan 85 miljoen verhoogd.
Hiermee is er dus niets gedaan aan het terugdringen van het
tekort, want het verschil tussen de hogere kosten en de nog immer lagere
middelen, worden gewoon geleend op de kapitaalmarkt. En daardoor stijgt de
schulden last nog steeds. Als we elkaar over een tijdje aankijken en vragen
waarom Aruba tot zo’ hoge overheidsschuld komt, zeggen we: Kiekeboe!
De vraag is nu: Hoe lang gaan we nog verstoppertje blijven
spelen met elkaar? Hoe ver gaan we het laten komen en elkaar besodemieteren?
Maar bovenal, hoelang gaan we door met het negeren, schofferen en treiteren van
in ieder geval de toezichthouder, onze laatste line of defence!
Aanwijzing
Het is dus de vraag of het College morgen genoegen neemt met
de vooruitschuivende en lichtelijk denigrerende antwoorden van de MinFEC. Of
heeft Raymond Gradus nu een artikel 11, lid 5 brief geschreven met nogmaals het
indringende verzoek om antwoorden en inzicht in de begrote bedragen te krijgen?
Mocht Aruba dan opnieuw - na meer dan 4 maanden - niet met
antwoorden komen, dan kan het College net als op Curaçao, niet anders dan een
artikel 12, lid 1 brief te schrijven en dus de Rijksministerraad te informeren.
Maar evengoed neemt het College wel genoegen met de
antwoorden van de MinFEC. In dat geval gaan we verder met het spelletje van
pappen en nathouden. En dan komen we met z’n allen over een half jaar erachter
dat er weinig van de Arubaanse begroting klopt.
Kiekeboe!