Niet de overheid maar het parlement (!) gaat over de stranden der zee. De uitroepteken is van mij en staat er niet voor niets. Ministers van Curaçao geven al decennia lang strand weg aan projectontwikkelaars en andere vriendjes. Wie weet voor hoeveel. En ook nu doen de ministers van Curaçao alsof zij bepalen wat er met het strand gebeurt. Dat is dus niet zo.
De hekken van de verbouwer van het Marriott-hotel stonden er niet lang. Ministers en hun ambtenaren weten drommels goed dat geen enkele handeling met betrekking tot de standen der zee zonder parlementaire toestemming uitgevoerd mogen worden. Toch doet ook de vorige minister van Verkeer en Vervoer, Suzy Römer weer een verkeerde duit in het zakje door te stellen dat de overheid 'bijzondere toestemming' kan verlenen om een strand exclusief open te stellen voor hotelgasten.
Stranden de zee
Voor het vervolg van deze zaak is het van belang om de discussie te beslechten over wat nu eigenlijk wel en wat geen strand is. Belangrijk, want er zijn speciale regels voor wat wel en niet mag met de stranden der zee, zoals de wetgever die aanduidt.
Het antwoord is te vinden in het vonnis van het Hof van Justitie in de zaak Sint-Maarten versus Peterson. Daarin geeft de rechter een definitie van wat onder een strand moet worden verstaan. Een strand is ‘de onbebouwde en (grotendeels) onbegroeide strook grond, gelegen tussen de normaal-
laagwaterlijn enerzijds en het begin van de min of meer ononderbroken natuurlijke begroeiing, dan wel anderzijds de voet van de aanwezige zeewering, schoeiing of wallen, dan wel het begin van de van oudsher aanwezige bebouwing’.
Burgerlijk Wetboek 5
Het Burgerlijk Wetboek 5, artikel 26 is leidend voor wat betreft de mogelijkheden voor overheid, bedrijven en particulieren om iets te doen met het strand.
Allereerst zegt de wetgever dat het strand in beginsel toebehoort aan het land Curaçao, tenzij dat niet het geval is. Met andere woorden, tenzij jij kunt bewijzen dat het strand jou toebehoort. Het tweede lid van dit artikel is van belang voor de strekking van dit verhaal.
Daarin staat: "Beperking van de openbaarheid van aan het Land, of ‘een Eilandgebied’ van vóór 10-10-‘10, toebehorende stranden door vervreemding, bezwaring, ingebruikgeving of anderszins, behoeft een bij landsverordening (of eilandsverordening) te verlenen bijzondere toestemming."
De achterliggende gedachte van de wetgever is dat de stranden van het publiek zijn, daar kom je in beginsel niet aan en daar mag de overheid niet zomaar mee spelen, ook niet ten behoeve van toerisme.’
Dit tweede lid kwam tot stand op 1 januari 2001. Om te voorkomen dat eigenaren door de invoering van dit artikel in de problemen zouden komen is bepaald dat de bijzondere toestemming geldt voor die zaken die na 2001 zijn gaan gelden. Een gang om per landsverordening alsnog toestemming te verkrijgen, is dan niet nodig.
Landsverordening
De vraag komt dan op: zijn er de laatste 18 jaar door de overheid kuststroken die als ‘strand’ moeten worden aangemerkt verkocht of in erfpacht aan particulieren uitgegeven, bijvoorbeeld aan
een hotel, zónder toestemming bij landsverordening (of eilandsverordening)? Of populair gezegd: zijn die beperkingen in de laatste 18 jaar voorgelegd aan de Staten?
Wat we weten van het Marriott is dat de erfpacht op het kadastrale gebied is afgegeven op basis van een landsbesluit op 12 september 2016. Ruim na de aanpassing van het BW artikel 26, waardoor het tweede lid zonder meer toepasbaar is. maar een landsverordening is niet te vinden.
Wil Marriott aanspraak maken op de ontwikkeling of afrastering van (een deel van) het erfpachtgebied dat strand bevat, dan dient niet minister Suzy Römer of haar opvolgster Zita Jezus-Leito bijzondere toestemming te verlenen, zoals zij zelf menen, maar moet zij naar de Staten: het parlement dient bij landsverordening toestemming te geven!
minister Zita Jesus-Leito |
Met bovenstaande uitleg is het verontrustend dat de huidige minister van VVRP, Zita Jesus-Leito dingen roept op de radio die nooit door haar juristen kunnen zijn ingefluisterd. Zinnen als: 'we moeten de historische context betrekken bij ons besluit'
Of 'na een nieuwe meting van de erfpachtgrond van het Marriott Hotel is gebleken dat een deel van het Sonesta-strand ook deel uitmaakt van het Marriott en wordt daarom bij het hotel getrokken', zijn juridisch onjuist.
Dat de minister niet op de hoogte is van de wetgeving blijkt als ze ook nog stelt dat 'er genoeg openbaar gratis strand overblijft voor het algemene publiek.'
Behoorlijk bestuur
De overheid moet in haar privaatrechtelijk handelen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te nemen. Ze moet daarbij zorgvuldig te werk gaan, toezeggingen in beginsel na te komen, gelijke gevallen gelijk te behandelen en een zodanige belangenafweging te verrichten dat zij in redelijkheid tot een bepaalde overeenkomst heeft kunnen komen.
Daarin bepaalde zij: 'de erfpachter zal toestaan, dat ook anderen dan gasten verblijvende in het aan de erfpachter toebehorende hotel, zonder vergoeding gebruik kunnen maken van het strand waarop het erfpachtrecht betrekking heeft. Het strand, dient vrij, openbaar toegankelijk te zijn. Het is de erfpachter niet toegestaan het strand door middel van een afrastering of anderszins af te scheiden van aangrenzende stranden.'
Parlement
Als de regering de openbaarheid van stranden beperkt door uitgifte in erfpacht aan het Marriott, zonder daarbij de toestemming bij landsverordening verkregen te hebben, dan bepaalt Boek 3 van het BW Curaçao dat een rechtshandeling in strijd met een dwingende wetsbepaling, zoals voornoemd tweede lid, nietig is.
Het Parlement is aan zet om de minister ter verantwoording te roepen of om alsnog toestemming te geven bij wet. Spelen óp het strand mag altijd, maar spelen mét het strand, alleen volgens de regels.
-----
Raadpleging:
- Jeff Sybersma, Alle stranden moeten vrij toegankelijk
- AD, 5 november 2011, Openbaarheid van stranden Curacao
- Landsbesluit 12 september 2016
- Ministeriele beschikking 20 september 2016
- Amigoe 26 maart 2019
- AD, 23 februari 2019, Marriott krijgt deel Sonesta-strand