Curaçao is een eiland van uitersten. Wie vanaf de luchthaven Hato naar Punda gaat en over de Julianabrug rijdt, ziet dat in een notendop: rechts de schoonheid van de Handelskade en de open blauwe zee, links de lelijkheid van de Isla raffinaderij en zijn zwarte roet uitstotende en vlammende pijpen. Curaçaoënaars klagen over elkaars gedrag en houding, maar buitenlandse toeristen laten op vakantiewebsites lovende woorden achter over het eiland met zijn vriendelijke personeel dat bovendien al zijn talen spreekt. Hoe zit dat eigenlijk met ons zelfbeeld hier en ons imago daar? Matchen die twee?
Dit artikel verscheen eerder in Coaching Magazine
Vooropgesteld: de misstanden en stekeligheden van het eiland worden niet graag gedeeld met de buitenwereld. ‘Slecht voor ons imago’, zegt antropoloog Rose Mary Allen. ‘Curaçao kent een cultuur van schaamte. Dit betekent niet dat je niets mag zeggen, maar je wordt geacht geen vuile was buiten te hangen. Binnenshuis mag alles worden gezegd, maar als je de boodschap naar buiten brengt, word je er scherp op aangesproken.’
Schaamte
Volgens de Nederlandse socioloog Aart Gideon Broek wordt schaamte - in alle culturen overigens - opgewekt door mechanismen van uitsluiting, langdurige pesterijen op school of op de werkvloer, emotionele verwaarlozing, huiselijk geweld, seksuele intimidatie en verkrachting. ‘Alle vormen van vernedering en uitsluiting leiden tot gedrag dat schaamte en schande dient te voorkomen, ten koste van alles’. Broek woonde en werkte van 1981 tot 2001 op Curaçao en deelde zijn ervaringen over schaamte in zijn boek ‘De terreur van Schaamte’. Op maatschappelijk niveau is het niet praten over negatieve aspecten terug te vinden in hoe criminaliteit, corruptie, vervuiling en discriminatie worden neergezet. ‘Naar buiten toe wordt dat liever afgezwakt of niet gepubliceerd’, zegt Allen.
Antropologe Rose Mary Allen |
Dat veel toeristen inderdaad tevreden zijn, blijkt ook op Tripadvisor. Daar zijn weinig klachten te vinden over bediening, things to do, hotels en stranden. 176.805 beoordelingen en meningen geven Curaçao grosso modo een positief imago.
Unifying boodschap
‘CTB wil Curaçao graag in elke markt op dezelfde wijze profileren. Dat heeft te maken met de digitale wereld. ‘Een unifying boodschap die rekening houdt met de diverse achtergronden en beweegredenen van mensen om Curaçao als potentieel vakantie-eiland te kiezen’, aldus Marval. ‘CTB haalt veel data uit de zogenaamde toeristenkaarten, die bezoekers moeten invullen bij aankomst op Hato. ‘Twee weken na hun vertrek sturen we alle toeristen een bedankje en vragen of ze mee willen doen aan een enquête. Zo krijgen we een overzicht van wat toeristen ondernomen hebben, en inzicht in wat ze daarvan vonden en hoeveel ze hebben uitgegeven.’Het imago dat eilanden graag laten zien is volgens Marval: blauw, blauw, blauw. ‘Alle eilanden. Als je niet kijkt naar logo’s, weet je niet waar je bent. In de droomfase van de toerist, op zoek naar een nieuwe vakantiebestemming, is sun, sea and sand een vast gegeven. Hoef je niet extra te benadrukken. Ook andere aspecten blijken een vast gegeven, toont ons onderzoek aan: kleurrijk, ontwikkeld, onontdekt en veilig. Het zijn weliswaar belangrijke begrippen, maar blijken niet direct reden te zijn om Curaçao te boeken.’
Belangrijker is dat het imago van Curaçao verbonden is te zijn met diversiteit, authenticiteit en een vrijheidsgevoel. ‘Zoals een toerist dat eens mooi formuleerde: There are curves there in Curaçao, so I can wear what I want. Veel toeristen ervaren dat je je vrij kunt bewegen op ons eiland, zonder dat je beoordeeld wordt.’
‘Authenticiteit en diversiteit roepen vrijheid op’, zegt Marval. ‘Kijk naar jezelf, waarom blijf jij? Er is geschiedenis, er zijn zoveel culturen, muziek en plekken om naar toe te gaan. En als je wilt, kun je op dit eiland tot grote hoogte stijgen: Curaçao biedt kansen en geeft je de ruimte om die te benutten.’ Volgens Marval heeft Curaçao een stukje eigenheid dat uniek is: tumba, tambu, carnaval, seu, werelderfgoed en geschiedenis en identiteit. ‘Dat telt mee in de waardering die toeristen hebben voor ons eiland. ‘We hebben onderzoek gedaan in zes landen. Opvallend genoeg kijkt ieder land wel op een eigen manier naar Curaçao.
Voor iedereen wat wils
Die zes landen waren Nederland, Duitsland, Brazilië, Colombia, de Verenigde Staten en Canada. Landen die een belangrijk onderdeel zijn van de toeristische markt die Curaçao bedient. ‘We hebben gekeken naar wat daar de beweegredenen zijn om naar ons eiland te komen. Hierdoor kregen we een beeld van hoe potentiële toeristen naar Curaçao kijken.’
De Europese uitstraling van het eiland is vooral voor de Duitse toerist een belangrijk punt. De Curaçaose cultuur van groeten en je huis openstellen wordt als zeer gastvrij ervaren. De uitstraling van het eiland ligt dicht tegen de Nederlandse aan, dat geeft veel Duitsers een comfortabel gevoel. ‘Opvallend genoeg is dat dat onderdeel van ons imago geen selling point is voor de Nederlandse toerist: die wil juist weg van huis. De Duitser blijft overigens het langst van alle toeristen, dus we moeten ze wel iets om handen geven, zodat ze zich niet vervelen.’
Voor Colombianen is eten een zeer belangrijke component van de vakantie, naast relaxen op het strand. ‘Bogota is busy’, zegt Marval. ‘Colombianen blijven kort en zien het eiland vooral als een plek voor cultuur en geschiedenis. Feestvieren doe je op Aruba. Brazilianen zoeken meer naar het mysterie en het exotische van Curaçao. Ze verbazen zich over de chollers die vier talen spreken. Enige kritiekpunt is dat Colombianen Curaçao niet ervaren als ‘warm’, en dan doelen ze op de contacten en klantvriendelijkheid.’
Amerikanen en Canadezen komen niet voor authenticiteit. ‘Daarvoor ga je naar Europa. Curaçao wordt gewaardeerd voor het weer en de mogelijkheid om jezelf weer op te laden. De multi-culti vibe wordt zeer gewaardeerd’, aldus Marval.
Paradox
De schijnbare tegenstelling tussen hoe Curaçaoënaars naar hun eiland kijken en hoe toeristen dat doen, heeft volgens antropoloog Allen te maken met het feit dat de lokale mensen hun kennis over Curaçao ontlenen aan hun eigen leven en het nieuws dat ze tot zich nemen. De buitenwereld en vooral de toerist ziet dat niet of nauwelijks. Die ontleent zijn indrukken vooral van de reisfolders en de marketing.
Dat de toerist milder is dan de Curaçaoënaar is dus niet zo verwonderlijk, zeggen zowel Marval van het CTB als antropoloog Allen. ‘Als ik in een winkel niet wordt begroet, ervaar ik dat als onbeleefd’, zegt Allen. ‘Daar heeft een toerist geen last van, die is dat toch al niet gewend. En omgekeerd als er wel gegroet wordt, wordt dat als een enorme plus gezien.’
De dienstbaarheid of serviceverlening waar eilandbewoners over klagen, is volgens Allen wel een punt van zorg. ‘We doen weinig aan training en begeleiding van personeel en de baas rekent een kassatekort wel door aan de kassière. Die heeft dus een heel ander belang dan het plezieren van de toerist.’ Het imago kan volgens de Antropologe een enorme boost krijgen, als we de lokale bevolking meer betrekken bij het toerismeproduct. ‘Door nieuwe ontwikkelingen zoals Airbnb kan dat handen en voeten krijgen. Het contact tussen toerist en Curaçaoënaar is veel directer wanneer die zijn vakantie doorbrengt op het erf van een eilandbewoner.’
Allen voegt daaraan toe dat de Curaçaoënaar soms onvriendelijk of onwelwillend overkomt, ‘maar als je daardoor heen prikt, wil je als toerist niet meer weg.’