De dagelijkse, of was het nou tweewekelijkse of was het nou wekelijkse persconferentie van de overheid liep donderdag helemaal uit de hand. En dat had niets te maken met een gebrek aan respect, zoals premier Rhuggenaath in zijn altijd beschikbare laatste woord het volk meedeelde, maar had alles te maken met persvrijheid. Net als veel andere democratische grondrechten staat die vrijheid onder enorme druk nu Corona de Curaçaose samenleving in de greep houdt.
Wat er donderdag gebeurde, wordt door de goegemeente - inclusief premier Rhuggenaath - afgedaan als een gebrek aan respect voor de autoriteiten, voor hem. Als het al met respect te maken heeft, dan is het het totale gebrek aan respect van zijn regering voor de media.
Want goed beschouwd zou het in die persconferentie over maar één ding moeten gaan: de loontrede en het vakantiegeld voor de ruim 4000 ambtenaren van Curaçao. De regering blonk de afgelopen weken niet uit in eenheid van beleid door afwisselend te roepen dat er dan weer wel en dan weer niet betaald zou worden.
Gelukkig krijgen wij journalisten altijd een uitnodiging voor de persconferentie en daarin wordt ook altijd een tópiko gemeld. Dat betekent dat de sprekers het in de persconferentie dáárover gaan hebben. Nog nooit heeft dat betekend dat daar ook alleen maar vragen over mogen worden gesteld. Tot aan donderdag.
Voorbereiden
Ik ben gewend als journalist om mij goed voor te bereiden op persconferenties. Ook al omdat tientallen mensen op Curaçao mij de hele week onderwerpen sturen met vragen die ze graag beantwoord willen zien. En ik ben niet de enige journalist. Het is al lastig genoeg om pas om 10.19 uur de uitnodiging te ontvangen, terwijl de persconferentie een uur en elf minuten later begint.
Het wordt voor mij onmogelijk om goede vragen te stellen, als je dan daarna - een minuut - van te voren in je oortje gefluisterd krijgt dat het vandaag over Onderwijs moet gaan. Om daarna tot leedvermaak te moeten constateren dat zelfs de premier zich niet aan die afspraak houdt, maar drie journalisten even later wel een veeg uit de pan durft te geven omdat zij doen, wat hij deed: onderwerpen aansnijden die te maken hebben met de realiteit van Curaçao en die als zodanig ook geagendeerd waren als tópiko van de persconferentie.
Censuur
Er wordt in mijn ogen een bewuste strategie gespeeld door de regering Rhuggenaath en de Dienst Voorlichting & Communicatie om gesprekken uit de weg te gaan en risicovolle onderwerpen te mijden. Ik noem dat censuur en aantasting van de persvrijheid.
Interview-aanvragen worden geweigerd of op het laatste moment geannuleerd. Op apps wordt niet gereageerd, of pas twee dagen later, als het momentum weg is en een reactie geen zin meer heeft. Op de persconferenties worden wij gedwongen onze vragen kort en bondig te formuleren, maar ministers en deskundigen krijgen ruim baan en ook nog eens het laatste woord. Ze zijn verworden tot urenlange voorlichtingspraatjes van de overheid.
De opzet van de persconferentie is er op gericht om die overheid de regie te laten houden. Twee vragen, maar geen gesprek. Als de minister besluit om een lecture aan de hand van jouw vraag te geven, gebeurt dat zonder enige gêne. Dat jouw vraag daarbij wordt ondergesneeuwd en vaak niet beantwoord, is jouw probleem. Next please!
En als het dan echt heel lastig wordt, dan draai je het geluid in het oortje van de journalist weg. Dat hoort het publiek niet. Vandaag niet geheel toevallig gebeurd bij Rick Hart, Maarten Schakel en mijzelf.
Ruggespraak
Het is het recht van de minister of van de deskundige om een vraag niet te beantwoorden, maar als onafhankelijk journalist is het niet alleen mijn taak, maar ook mijn plicht om zonder ruggespraak vragen te stellen over onderwerpen die ik van belang acht om de macht te controleren.
En het publiek heeft het recht in een democratie en rechtstaat om te zien dat de door hun gekozen gezaghebbers hen niet willen informeren, als zaken zo lastig uit te leggen zijn.
Ik ben benieuwd of de beperking van de persvrijheid op Curaçao bij het nieuwe normaal hoort. Dan staan ons nog donkere dagen te wachten. Overigens bedroevend geïllustreerd door een laffe radio Hoyer die zijn beste (en enige) journalist schorst omdat hij zijn vak uitoefent en de juiste vragen stelt. Ook dat is kennelijk het nieuwe normaal.