Het perverse verdienmodel van de Caribische elite


De coronacrisis maakt de armen armer en de rijken rijker. Een populaire slogan, die het goed doet op feestjes en verjaardagspartijen. Zeker in de Caribische delen van het Koninkrijk, waar de rijken een extra dansje doen omdat in ieder geval Aruba en Sint-Maarten hun verdienmodel weer 
hebben opgepoetst in deze coronatijd.  

Stel: jij hebt een hoge schuld, de wasmachine heeft de geest gegeven en je portemonnee is leeg. Er is zelfs geen geld om boodschappen te doen... Maar de verlossing ligt om de hoek. Een rijke oom biedt aan om je geld te lenen tegen nul procent rente. Wat zou je doen? Toch niet een oproep op sociale media plaatsen met: wie wil mij geld lenen? Ik betaal vijf procent rente!

Stel: je bent minister van Financiën, de overheidsschuld is hoog, de inkomsten zijn hard teruggelopen door de coronacrisis en de landskas is leeg. Er is zelfs geen geld om aan het einde van de maand de ambtenarensalarissen te betalen... Het rijke moederland biedt je aan om jouw land geld te lenen tegen nul procent. Wat zou je doen? Toch niet een obligatielening uitschrijven tegen vijf procent rente? 

Neus

Het is verbazingwekkend hoe de regeringen van Aruba en Sint Maarten hun neus ophalen voor het aanbod van Nederland om honderden miljoenen te lenen zodat deze landen in staat zijn hun betalingsverplichtingen te voldoen. Niet alleen de ambtenarensalarissen uit te betalen, maar ook de rekeningen van leveranciers die eveneens hard geraakt zijn door de crisis. Beide landen hebben er voor gekozen op de vrije markt te geld lenen. Curaçao speelde ook met die gedachte, maar is daar uiteindelijk op teruggekomen.

Op 100 miljoen kost binnenlands lenen vijf miljoen op jaarbasis. Niet de overheid die de lening aangaat draait daar voor op, maar belastingbetalende burgers en bedrijven. Geld dat bovendien niet kan worden besteed aan de hoognodige verbetering van het onderwijs of de gezondheidszorg. De grote vraag is natuurlijk: waarom willen de regeringen van Aruba en Sint Maarten duur lenen als het ook goedkoop kan?

Familiebedrijven

Voor het antwoord moeten we terug naar 2010. In het kader van de staatkundige hervorming was Nederland bereid 70 procent van de Antilliaanse staatsschuld over te nemen en het restant tegen een heel lage rente ter herfinancieren. Dat verloste de eilanden van vele honderden miljoenen aan rentelasten, jaar in jaar uit. 

Mooi zou je zeggen, maar wie waren de grootste tegenstanders? Dat was de rijke elite waarvan het vermogen vaak via een conglomeraat van familiebedrijven is opgebouwd en met tentakels in financiële instellingen. Ze staan bekend als ruimhartige sponsors van maatschappelijke doelen en evenementen en zijn al even gulle sponsors van politieke partijen. Zij hebben van het financiële wanbeleid van opeenvolgende eilandbesturen een pervers verdienmodel gemaakt. 

Met hun onroerend goed (en onder verdachte omstandigheden toegespeelde terreinen?) als onderpand leenden zij in de jaren voor 2010 gunstig bij kredietverstrekkers om het vervolgens tegen een veel hogere rente, soms acht procent, door te lenen aan de overheid. Dat was nog eens makkelijk geld verdienen. Je begrijpt nu het verzet destijds tegen de schuldsanering. 

Mokkend hebben zij zich geschikt in hun lot. Totdat de coronacrisis uitbrak. Voor de bedoelde elite levert geld op de bankrekening hebben verlies op. Er moet immers negatieve rente worden betaald. Dan is een obligatielening een onverwachte buitenkans om het oude verdienmodel af te stoffen. Zelfs als de elite geen geld op de bank heeft staan valt er te verdienen. Met hun kredietwaardigheid kunnen zij bij elke willekeurige financiële instelling tegen één à twee procent lenen en zo drie tot vier procent winst maken door in te schrijven op obligatieleningen van Aruba en Sint Maarten.

Spekkoper

Wie in deze tijd vijf procent rendement op zijn kapitaal realiseert is spekkoper. Helemaal als dat risicoloos kan. Want landen gaan niet failliet en in koninkrijksverband al helemaal niet.

Het meest schaamteloze voorproefje van dit verdienmodel hebben we gezien toen Nederland na orkaan Irma Sint Maarten vijftig miljoen dollar wilde schenken voor de herbouw van de luchthaven. De toenmalige regering in Philipsburg wees dat van de hand, zij wilde liever in zee met een 'consortium van respectabele geldverstrekkers' dat 'bereid' was honderd tot tweehonderd miljoen te lenen tegen een rente tussen de vijf en tien procent. 

Kassa! 

Nederland heeft er een stokje voor gestoken. Het zou interessant zijn geweest als het Openbaar Ministerie - gegeven de reputatie van de Sint Maartense politiek - had uitgezocht of politici misschien persoonlijke belangen hadden bij de beoogde deal. Het verdienmodel van de elite met de politiek in de kruiwagen.

Om in de huidige coronacrisis elke verdenking voor te zijn, doen de regeringen van Aruba en Sint Maarten er goed aan een lijst te publiceren van personen en bedrijven die hebben ingeschreven op de obligatieleningen. Wie handelt in het publieke belang heeft immers niks te verbergen en hoeft niet te vrezen voor transparantie.

Ik ben alleen bang dat we er nooit achter zullen komen. Want er is heel veel te verbergen als het gaat om geld en politiek en de Caribische wisselwerking tussen die twee.