Foto: Studiorootz | Berber van Beek |
Levensverwachting in de Cariben is sterk gerelateerd aan politieke status. Dat schrijven drie gezondheidswetenschappers* in de European Journal of Public Health. Deze week verschijnt een adapt in het Nederlandse Tijdschrift voor Geneeskunde. De langste levensduur wordt waargenomen op eilanden die politiek nog steeds nauw verbonden zijn aan hun voormalige kolonisator.
Maar deze politiek geaffilieerde eilanden worden niet op dezelfde manier bestuurd. De eilandsregeringen verschillen in de mate van politieke autonomie, wat zich onder meer vertaalt in een grote verscheidenheid in de aansturing van zorgsystemen.
De drie onderzoekers zeggen dat het waarschijnlijk is dat een grotere mate van autonomie de beleids- en uitvoeringscapaciteit van overheidsdiensten verzwakt. Hierdoor wordt het vermogen van een regering om gezondheidsbeleid te implementeren op de proef gesteld.
Cijfers tonen aan dat de levensverwachting in Caribische gebieden met relatief weinig autonomie – de Franse en Britse eilanden – parallel verliepen aan die van hun westerse bestuurder.
Sterfteverschillen
Uitsplitsing van de sterfteverschillen naar doodsoorzaak laat zien dat sterfte aan hart- en vaatziekten en sterfte door uitwendige oorzaken, zoals verkeersongelukken en georganiseerde misdaad een belangrijke bijdrage leveren aan een hoger sterftecijfer in de Caribische gebieden, met de minst gunstige uitkomsten voor de Koninkrijkseilanden.
De levensverwachting in Nederland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk is sinds de jaren 80 van de vorige eeuw gestaag toegenomen. De levensverwachting in hun Caribische gebieden is ook gestegen, maar in een minder regelmatig patroon, aldus de onderzoekers.
De trends zijn het meest ongunstig op de Koninkrijkseilanden, gevolgd door de Amerikaanse eilanden. Op Aruba en Curaçao daalde de levensverwachting van mannen en stagneerde de levensverwachting van vrouwen in de jaren '90, wat begin 2010 resulteerde in een aanzienlijk verschil met Nederland. In dezelfde periode ontstond een kleiner verschil in levensverwachting tussen mannen op Puerto Rico en de VS.
Belangrijke bijdrage
Uitsplitsing van de sterfteverschillen naar doodsoorzaak laat zien dat sterfte aan hart- en vaatziekten en sterfte door uitwendige oorzaken een belangrijke bijdrage leveren aan de hoge sterftecijfers in de Caribische gebieden.
De resultaten laten zien dat de sterfte voor hart- en vaatziekten onder mannen sinds begin jaren '80 gestaag is gedaald in de westerse landen. Op de Koninkrijkseilanden is de sterfte aan hart- en vaatziekten maar minimaal verbeterd. Dit staat in sterk contrast met de trends voor de Caribische gebieden van Frankrijk, het VK en de VS, die grotendeels parallel liepen aan die van hun westerse bestuurder. Voor uitwendige oorzaken zien we grote verschillen tussen de westerse landen en de aan deze landen politiek geaffilieerde Caribische gebieden.
Op Curaçao, Puerto Rico en de Amerikaanse Maagdeneilanden was dit voornamelijk te wijten aan een sterke toename van het aantal moorden. Verkeersongevallen zijn de belangrijkste categorie binnen de uitwendige oorzaken van sterfte op Guadeloupe, Martinique, Aruba en de Britse eilanden, en een belangrijke bijkomende oorzaak op Curaçao.
* Soraya PA Verstraeten, Hans AM van Oers, Johan P. Mackenbach