De teloorgang van Insel Air in 2019 en de bemoeienis van de Curaçaose overheid met de luchtvaartmaatschappij in de maanden voorafgaand aan het faillissement, moet, als het aan de regering Rhuggenaath ligt, in de doofpot blijven.
Dat valt op te maken uit de pogingen die journalist Yves Cooper doet om belangrijke documenten boven tafel te krijgen via de Landsverordening Openbaarheid van Bestuur (LOB). Documenten die in de lade blijven liggen omdat de verantwoordelijke minister van Verkeer en Vervoer, Zita Jesus-Leito geen kijkje in de keuken wenst en zich op merkwaardige gronden beroept op geheimhouding.
Cooper heeft een veelheid aan documenten opgevraagd met een beroep op de LOB. Behalve inzage in de economische vergunning, die toch al openbaar is en de beslissing van de minister om die vergunning in te trekken zijn alle andere 22 verzoeken tot openbaarmaking afgewezen.
Volgens journalist Cooper wringt de overheid zich in alle mogelijke bochten om de informatie niet prijs te hoeven geven. Daarbij rijst de vraag of de regering Rhuggenaath terecht stukken achterhoudt of beweert dat die niet bestaan.
Persoonlijke beleidsopvattingen
Met beroep op artikel 12 van de LOB wil zij een deel van de documenten niet openbaar maken omdat die persoonlijke beleidsopvattingen bevatten. Zo zou het advies van de Burgerluchtvaartautoriteit aan het ministerie van Verkeer en Vervoer over de afgifte en intrekking of schorsing van de economische vergunning persoonlijke opvattingen van de minister bevatten. En ook zouden er financiële cijfers van Insel Air bijgevoegd zijn, die zij niet openbaar zou kunnen maken. Het advies van Juridische Zaken om een lening van 33 miljoen toe te kennen aan Insel Air zou ook persoonlijke beleidsopvattingen in zich dragen.
Zonder een nadere motivering is dat oordeel onbegrijpelijk. Het gaat immers niet om adviezen over het beleid van haar ministerie. Persoonlijke beleidsopvattingen kunnen dan ook geen onderdeel zijn van die adviezen.
Als de redenering van de minister gevolgd wordt, zal er nooit meer een advies van een ambtenaar van haar ministerie openbaar zijn. Terwijl de wet zegt dat het moet gaan om tot personen herleidbare beleidsopvattingen en dat is hier niet aan de orde.
Bedrijfsgeheimen
Met een beroep op artikel 11 wil de minister geen inzage geven in documenten omdat er bedrijfsgegevens in staan die vertrouwelijk aan de overheid zijn medegedeeld. Het zou gaan om bedrijfsgevoelige informatie die niet zondermeer openbaar kan worden gemaakt. Als wordt gekeken naar de aard van de gevraagde informatie door Cooper, lijkt dit geenszins te gaan om informatie die gevoelig is of anderszins tot problemen zou leiden voor het bedrijf, indien het gedeeld zou worden. Overigens blijkt nergens uit dat er 'in vertrouwen' informatie is gedeeld met de overheid. Het verwijt in de maatschappelijke discussie is juist dat er met opzet geen informatie is gedeeld met de overheid en de overheid erin is geluisd om 33 miljoen te stoppen in een zwart gat.
De kwestie wordt des te onbegrijpelijker als wordt meegewogen dat het hier gaat om een inmiddels gestaakte en failliete onderneming. Wat voor gevoelige informatie kan die dan nog hebben? Is het ministerie bang dat er bedrijfsspionage zal plaatsvinden van gegevens uit een inmiddels failliete onderneming? Hoe kan de informatie Insel Air schaden als het openbaar zou worden gemaakt? Dat is inmiddels blijvend onmogelijk. Cooper denkt eerder dat uit de opgevraagde informatie mogelijk het onjuist handelen van betrokkenen zal blijken en dat dat de reden is dat het publiek het niet mag weten.
Informatie bestaat niet
Helemaal bont maakt de regering Rhuggenaath het met haar opmerkingen dat opgevraagde conclusies of bevindingen niet beschikbaar zijn, omdat ze niet bestaan, of omdat de informatie nooit beschikbaar is gesteld.
Ondenkbaar zegt Cooper. Zo is er onderzoek verricht zoals de wet dat voorschrijft, maar zijn er volgens de minister geen conclusies of bevindingen. De vluchtschema’s van Insel Air zijn bij de minister ook niet bekend, terwijl zij die conform de wet behoort te hebben. De vergunning van Insel-Air impliceert ook het tijd maken van diezelfde vluchtschema’s.
Het onderzoeksrapport van toezichthouder ILT zou niet bestaan, volgens de minister. Opmerkelijk, want in de media juist heeft zij juist verwezen naar het bestaan van dat rapport. De reactie van CCAA daarop bestaat ook niet. CCAA zou geen advies hebben gegeven over het verstrekken van een lening aan Insel-Air, ook zou aan CCAA geen advies zijn gevraagd terzake de vliegprojectie van de vliegtuigen van Insel-Air.
Zeer opmerkelijk, want dit is nu precies wat de burgerluchtvaartautoriteit aangaat. Cooper vraagt zich af of de minister hiermee niet bevestigt dat niemand binnen haar ministerie zijn of haar werk heeft gedaan en dat alles dat in het kader van het bestaan van Insel-Air als luchtvaartmaatschappij, had moeten gebeuren, gewoon niet is gedaan?
Insel Air op Hato, in betere tijden |
LOB
De wet Openbaarheid Bestuur, de LOB is ooit bedacht om de transparantie van de overheid een steuntje in de rug te geven. De altijd zo beloofde transparantie in verkiezingstijd - ook bij de verkiezingen van volgende week vrijdag - heeft dat steuntje hard nodig, bestuurders blijken keer op keer de kaarten op de borst te houden. Caribisch Netwerk wist dat in 2015 al te melden.
De LOB veronderstelt niet alleen openbaarheid van bestuur in haar handelen. het betekent in beginsel ook dat de overheid zelf die openbaarheid moet betrachten. De manier waarop de regering Rhuggenaath omgaat met de wet in deze kwestie kan worden gelezen als een verkeerde interpretatie van de wet, maar Cooper denkt dat de minister de wetsartikelen bewust gebruikt voor een ander doel dan waarvoor zij zijn geschreven.
Of anders gezegd, de minister maakt zich schuldig aan détournement de pouvoir, althans aan een schending van het legaliteitsbeginsel. Zij gebruikt de bevoegdheid om stukken achter te houden voor een ander doel, althans zij houdt de stukken achter zonder wettelijke grondslag.
Exact hetgeen de LOB beoogt te voorkomen, wordt nu volgens Cooper in de praktijk uitgevoerd door de minister, met nota bene een beroep op de LOB.
33 miljoen
Vraag die over blijft is, welk handelen van bestuurders en ambtenaren zou zoveel noodzaak kunnen geven tot geheimzinnigheid?
Insel Air verkeerde in financiële problemen. De overheid sprong in met een geldlening van 33 miljoen gulden. Daarmee verkreeg zij een meerderheidspositie middels pand- en vruchtgebruik in de luchtvaartmaatschappij. Insel-Air werd de facto een overheidsentiteit. Later bleek dat de vliegtuigen die middels een lease-contract werden ingehuurd, toebehoorden aan een bedrijf dat van dezelfde aandeelhouders was als de aandeelhouders van Insel-Air.
Aanleiding om de juistheid van het investeren van 33 miljoen gulden in Insel-Air te bevragen. Wisten de bewindslieden destijds of hadden zij niet behoren te weten dat zij een kat in de zak hadden gekocht. Al het vorengaande blijkt uit mediaberichten, maar de onderbouwing ervan middels verifieerbare stukken ontbreekt.
Procederen
Yves Cooper heeft advocaat mr. Achim Henriquez gevraagd om via het gerecht in overleg te treden met de overheid. Hij wil dat het besluit van de minister, om geen inzage in de 22 documenten te geven anders, door de rechter wordt vernietigd en dat de documenten dan alsnog aan hem worden verstrekt.
En mocht de overheid zijn schouders willen ophalen over een gerechtelijke uitspraak, dan moet die met een dwangsom van 10.000 gulden per dag tot maximaal één miljoen maar op andere gedachten worden gebracht.