'Het parlement van Curaçao is een Country Club'​



Transparency International schreef het al eens in 2013: Curaçao heeft een uitermate zwak ontwikkeld parlement. De laatste publicatie van de Algemene Rekenkamer toont aan dat er sindsdien weinig gebeurd is om dat probleem aan te pakken. Of althans, er is geen zichtbaar resultaat. Nog los van het langdurend karakter van het probleem is acute verbetering juist nu vereist vanwege de noodzaak van het land Curaçao om na de pandemie kansen die zich aandienen effectief te benutten.

Een bijna dramatische bestuurscultuuromslag lijkt nodig. De vraag is of COHO die gaat brengen. Het aantreden van nieuwe, serieuze en goedbedoelende leden van de Staten op 11 mei aanstaande is in ieder geval moeilijk als nieuwe start te kwalificeren.

Ik kan legio voorbeelden geven van hoe het misgaat. Alleen al het feit dat milieuorganisaties naar de rechter moeten stappen om gehoord te worden en moeten procederen tegen de overheid over milieunormen is een teken aan de wand. Had PAIS niet ooit een hoorzitting gehouden in het parlement over het milieuvervuilingsvraagstuk op Curaçao? Wat deden de Staten?

Zo ook de economie: er is een aantal redelijke plannen opgesteld om de economie op te krikken. De Staten laten desondanks toe dat bij het aantreden van een nieuw kabinet die plannen in de prullenbak verdwijnen.

Er is kennelijk sprake van een fundamenteel disfunctionerend systeem van checks and balances, waaraan het ambtelijk apparaat, en waar het subsidies betreft, ook private stichtingen deelnemen.  

Ondertussen heeft de burger maar lijdzaam toe te zien hoe met de openbare financiën wordt omgesprongen en hoe zijn belastinggeld verdwijnt in een schier bodemloze put, waarover Staten noch Regering verantwoording wensen af te leggen. 

De Staatsregeling schiet kennelijk tekort, omdat wij geen instantie hebben waar het disfunctioneren van het parlement als instituut kan worden aangekaart. Want de kans dat de kiezer de individuele Statenleden ter verantwoording gaat roepen is - zo blijkt telkens - verre van groot.

Statenvragen

Een echte mannetjesputter in het parlement - wat vragenstellen betreft - is Statenlid Curtley Obispo van de PAR. Hij houdt onder meer bij hoeveel van zijn vragen en brieven onbeantwoord blijven. Sinds zijn aantreden in 2017 tot en met de maand september 2020 heeft het Statenlid nog diverse brieven met antwoorden van de regering te goed. Het gaat onder meer om zeven vragen aan de minister van Volksgezondheid, 28 aan de minister van Financiën en vijf aan de minister van Verkeer en Vervoer.

De gewoonte om vragen onbeantwoord te laten lijkt er lang geleden te zijn ingeslopen. En het gebeurt andere parlementariërs ook. Echter, ik zou ook kunnen beweren dat het betrokken Statenlid - andere instrumenten die hij tot zijn beschikking heeft ten spijt - heeft gedoogd dat zijn brieven sinds 2017 onbeantwoord bleven. 

Daardoor hebben hij en zijn collega's onbewust bijgedragen tot de bevestiging van deze anti- staatsrechtelijke gewoonte. Dat is hun goed recht als Statenlid, want slechts parlementariërs zelf bepalen op grond van hun moverende redenen hun optreden als parlementariër. 

Maar daardoor vormen deze parlementariërs samen wel het profiel van tandeloze tijgers, die niet bijten. De dwaas die meer vragen kan stellen dan honderd wijzen kunnen beantwoorden. Dat laatste is de gedachte die bij mij opkwam bij het horen van het bagatelliserende antwoord van de minister van Financiën naar aanleiding van een recente rappelbrief van dezelfde Obispo. Kenneth Gijsbertha antwoorde letterlijk: "Ik heb nu urgentere dingen te doen dan jouw vragen te beantwoorden."

Obispo laat het mompelend rusten, terwijl hij om wille van zijn verantwoordelijkheid veel meer druk had kunnen zetten door te dreigen met een motie tegen de minister van Financiën. Samen met de oppositie had hij Kenneth Gijsbertha weg kunnen sturen als signaal. Het is niet gebeurd. En alle andere leden van de PAR hebben ook geaccepteerd dat Gijsbertha Obispo zo heeft behandeld. Toen ik hier met een goede vriend over sprak, zei hij: het is geen parlement, het is een Country Club.

Zomaar een greep

Het duurste ziekenhuis ter wereld is door de regering van Curaçao gebouwd. Het parlement heeft vier jaar lang alleen intensief lippendienst bewezen aan een parlementaire enquête ter verduidelijking en verheldering van de exorbitante kosten en verheldering van de verantwoordelijkheid daarvoor. Covid was/is het excuus om de enquête ver vooruit te schuiven.

In de Landsverordening Basisverzekering Ziektekosten staat dat de minister binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze landsverordening - dat was in 2014 - telkens binnen vijf jaar aan de Staten een verslag dient te zenden over de doeltreffendheid en de effecten van deze landsverordening, in het bijzonder ook met betrekking tot het functioneren van de uitvoeringsorganisatie. Je raadt het al.

De Ombudsman is een andere hoeksteen in onze Staatsregeling. Hij liet onderzoek doen naar de reden voor het uitblijven van reacties van bestuursorganen op klachten van burgers. De overheid reageert structureel niet. De Ombudsman meldt dit vervolgens aan de Staten, maar die reageren hier ook niet op. Geen aanmaning geadresseerd aan de minister verantwoordelijk voor het bestuursorgaan.

Verser in het geheugen zijn de kwesties Elhage en Capriles, twee door het volk gekozen Statenleden die via de rechter en via een ingreep van Nederland uiteindelijk hun zetel in kunnen nemen in het Curaçaose parlement. 

Uit de partij!

Door taakverwaarlozing - en niet alleen voor wat betreft de jaarrekeningen - hebben de Statenleden hun plichten structureel verzaakt. Hiermee schieten ze niet alleen tekort in hun verantwoordelijkheid richting het volk, maar ook in hun eigen voet omdat ze in het systeem van checks and balances hun rol hebben geminimaliseerd.

De Staten vertegenwoordigen het gehele Curaçaose volk, ze zijn een hoeksteen van de Curaçaose democratie en dragen bij tot die noodzakelijke checks and balances. Een minachting eigenlijk voor de Staatsregeling, die een doordacht systeem is om een evenwichtige staat in te richten en te onderhouden, waarin de rechten en plichten van de burgers gewaarborgd zijn. 

Er zijn veel mildere vormen, maar de uiterste vorm waarin de Staten uiting kunnen geven aan hun rol is door corrigerend op te treden en het vertrouwen in een minister op te zeggen. Maar zelfs dat gebeurt niet. Het wordt kennelijk ook als een doodzonde binnen de partij gevoeld. Wil je als Statenlid je minister ter verantwoording roepen, dan betekent dat bijna automatisch: uit de partij!

Constitutioneel Hof

Curaçao kent geen Constitutioneel Hof. De constitutionele toetsing wordt op Curaçao overgelaten aan de wetgever: de regering en de Staten. Zij moeten erop letten dat de wetten die zij maken niet in strijd zijn met de Grondwet.

Door het structureel falen van de Staten, dat ook nog eens niet door de burger wordt gecorrigeerd, is de roep om een Constitutioneel Hof meer dan gerechtvaardigd. Immers verkiezingen geven onvoldoende zegkracht aan het volk.

Maar een Constitutioneel Hof kan alleen tot stand komen indien het wordt opgenomen in de Staatsregeling. En ja, daarvoor zijn de falende Staten aan zet! Een patstelling.

Koninkrijk

Het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden stelt dat elk der landen zorgdraagt voor de verwezenlijking van de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van het bestuur. 

In het Statuut staat ook dat het waarborgen van deze rechten, vrijheden, rechtszekerheid en deugdelijkheid van bestuur een aangelegenheid is van het Koninkrijk.

Er is mijns inziens na 2010 nogal wat redres. het toverwoord dat in de Officiële toelichting op artikel 43 Statuut wordt aangehaald: () Het is echter in het belang van het Koninkrijk, dat deze taak inderdaad wordt vervuld. Het Koninkrijk moet de daarvoor geëigende maatregelen kunnen nemen, indien in een land deze rechten en vrijheden, deze rechtszekerheid en dit behoorlijk bestuur niet bestaan. () Slechts wanneer in het land zelf geen redres van een ontoelaatbare toestand mogelijk zou blijken te zijn, kan het nemen van een maatregel in overweging worden genomen.

Me dunkt, we zitten er - los van COHO - heel dicht bij.

---------

Geraadpleegde literatuur