Van Gaal zou zeggen: Ben ik nou
degene die zo slim is of ben jij nou zo dom? Dat gevoel
bekroop me toen ik gisteravond een brief in mijn mailbox vond,
waarin een minister openlijk probeert in te grijpen in een nog lopende
juridische procedure. Wie een beetje juridisch is onderlegd en gevoel heeft
voor de geest van goed bestuur, zou dát wel uit haar hoofd laten. Maar
nee, na Elmer 'Kadè' Wilsoe hebben we nu
een tweede minister die denkt dat je in dat ambt de rechtstaat naast je neer
kunt leggen om je eigen belangen te behartigen: ze heet Dorothy Pietersz-Janga, minister van Volksgezondheid.
Nog los van het feit dat de ook-al-MFK-premier Gilmar Pisas vorige week een
openlijk voorstel aan de Staten deed om het wat lastiger voor het OM te maken
bewindslieden te vervolgen tegen wie aangifte wordt gedaan, baart de actie van
zijn minister van Volksgezondheid, Milieu en Natuur nog meer opzien.
Zij heeft een instructie gegeven aan de vereffenaars van het Bureau
Ziektekostenvoorzieningen, BZV, om de juridische procedure tegen twee
ex-bestuurders en het bedrijf Jourdain en zijn directeur (weet je nog, die van de mondkapjes)
geheel en onvoorwaardelijk in te trekken. Ook wil de bewindsvrouw dat de
conservatoire beslagen worden opgeheven. Bovendien moet BZV uitdrukkelijk
afstand doen van alle rechten die het gevolg zijn van alle gewonnen vonnissen
in deze zaak.
Miljoenen
Het gaat hier om miljoenen aan ontvreemde overheidsgelden uit de periode
2010-2012, toen die andere MFK-er, Gerrit Schotte aan de macht was. De
bestuurders die hij bij verschillende overheidsentiteiten aanstelde wisten als
dan niet zonder hun medewerking enkele honderden miljoenen guldens te laten
verdwijnen. De vereffenaars van BZV kregen destijds de taak om de door de
stichting geleden schade als gevolg van wanprestatie en onregelmatigheden van
de voormalige bestuursleden op hen te verhalen.
En dan krijgen zij nu plotsklaps de ‘instructie’ van de MFK-bewindspersoon
om er mee te stoppen. Volgens minister Dorothy Pietersz-Janga is het doorzetten
van al die juridische procedures niet de geëigende weg om het verleden op een
goede en correcte wijze af te sluiten. Hoe dat verleden dan wel op een correcte
wijze af moet worden gesloten, blijft ongewis.
Pappenheimers
De vereffenaars van BZV kennen in tegenstelling tot minister Pietersz-Janga
wel hun juridische pappenheimers. Verzoeken als die zij gedaan heeft zijn
evident in strijd met het belang van BZV en in flagrante strijd met
het openbaar belang.
In de eerste plaats is Dorothy Pietersz-Janga niet bevoegd om de
vereffenaars van BZV een instructie van deze strekking te geven. De Statuten
bieden daartoe geen grondslag.
Daar komt nog bij, dat vereffening volgens de wet geschiedt, tenzij omtrent
de vereffening bijzondere regels in de statuten zijn opgenomen. Dat is niet het
geval. Op grond van de wet noch de statuten komt de minister enige
instructiebevoegdheid toe ten aanzien van de vereffening.
Ten tweede geldt dat er een doel is om het vermogen van de BZV te
vereffenen met andere rechtspersonen. De procedures tegen de ex-bestuurders en
het kantoor van Jourdain dienen een doel. In deze procedures vordert BZV
namelijk de op onrechtmatige wijze aan de stichting ontvreemde overheidsgelden
terug.
In eerste aanleg is dat ook toegewezen door het Gerecht. In hoger beroep
liggen er voor BZV gunstige tussenbeslissingen van het Gemeenschappelijk Hof.
Goed Bestuur
De minister probeert dat nu voor te zijn. En dat is volgens BZV in strijd
met de Code Corporate Governance. Daarin is het uitgangspunt neergelegd dat
politieke gezagsdragers geen invloed hebben op het bestuur van een
(overheids)vennootschap en stichting, zoals BZV.
In hun repliek aan minister Pietersz-Janga stellen de vereffenaars voorts
dat haar instructie evident in strijd is met het belang van BZV. Het Bureau zou
aanspraken tot terugbetaling van miljoenen aan overheidsgeld verspelen door
opvolging te geven aan die instructie. Dat zou in flagrante strijd zijn met het
openbaar belang, daar het om overheidsgeld gaat.
De instructie is volgens de vereffenaars in strijd met de plicht,
voortvloeiend uit het ministeriele ambt, om het publieke belang te dienen. De
vereffenaars hebben daarom besloten geen gevolg te geven aan haar verzoek.
Vaccinatiegraad
Ik heb ooit geschreven dat ministers op Curaçao en ook op andere voormalig
Antilliaanse eiland het pluche betreden met een gevoel van: nu moet iedereen
doen wat ik zeg. Ambtenaren laten alle ballen die ze in de lucht houden,
vallen, om gedwee ja en amen te zeggen tegen de wil van de minister. Deze
minister, Dorothy Pietersz-Janga is daar kennelijk geen uitzondering op, maar
de tijd dat onze samenleving was geordend in slaaf-bomba-meester is echt
voorbij. Er gelden nu regels van de Trias-politica en de rechtsstaat.
Vervelende is dat de minister nu de verdenking op zich heeft gehaald dat
zij al dan niet in haar eigen belang of dat van haar partij, de MFK, heeft
gehandeld. Zij heeft in ieder geval - om met de woorden van de vereffenaars te
spreken - niet het publieke belang gediend. En daar heeft ze wel een eed op
afgelegd.
Het wordt tijd dat er op haar post weer iemand komt, die die eed serieus
wil nemen en het publieke belang wel wil dienen. Misschien halen we dan ook de
door haar regering zo gewenste vaccinatiegraad...
Lees hier: