De Arubaanse minister Glenbert Croes kwam vorige week in het nieuws met de mededeling dat hij in het grensgebied tussen Aruba en Curaçao wil laten onderzoeken of er gas te vinden is in de zeebodem. Hij deed dat nadat hij een bezoek had gebracht aan de Spaanse olie- en gasmaatschappij Repsol, waar is gesproken over proefboringen. Hij wil daarbij samenwerken met Curaçao. Niet voor het eerst wordt er op de Antilliaanse eilanden gepraat over olie in de zeebodem.
‘We moeten nog even wachten tot we allemaal sjeiks
zijn’. Het is 2008. Pedro Atacho, voorzitter van het Antilliaanse parlement heeft
net een persconferentie gegeven over mogelijke olie- en gasvoorraden in de
wateren van de Nederlandse Antillen. Een vertrouwelijk rapport geeft aan dat er
een mogelijkheid is op een kans dat er zich misschien wel olie- of gasvoorraden
in de zeeën rond Curaçao bevinden.
Die mogelijkheid op een kans wordt in het
rapport besproken op basis van tweedimensionaal seismisch onderzoek in het
zuidwesten van Curaçao in de richting van de Venezolaanse zeegrens en in het
westen in het stroomgebied richting Aruba.
Hoewel deze gebieden enkele geologische
indicatoren van gaspotentieel hebben, blijven het vanwege de diepte risicovolle
exploratiegebieden zonder dat bewezen is dat er koolwaterstoffen in de zeebodem
zitten. Meer gedetailleerd seismisch onderzoek zal nodig zijn om geologische
modellen te verbeteren en om daadwerkelijke vooruitzichten en boordoelen te
definiëren.
Ondiep
In de jaren daarna blijft het stil en worden
de Nederlandse Antillen in 2010 ontmanteld, waarna Curaçao net als Aruba in
1986 een autonome status krijgt in het koninkrijk. Aruba is dan al verder in
haar zoektocht naar olie of gas onder de zeebodem. Vooral omdat een groter deel
van de Arubaanse territoriale wateren matig tot ondiep zijn. Bovendien waren er
In de jaren ’80 van de vorige eeuw al proefboringen gedaan, hoewel geen enkele
put toen resultaat gaf.
Op Curaçao komt er beweging in de olie-interesse
als de toenmalige premier Eugene Rhuggenaath Clift Christaan vraagt om de
slapende Kompania di Petroli i Gas, KPG, nieuw leven in te blazen. Hij werd
benoemd tot president-commissaris en door de Raad van commissarissen aangesteld
als tijdelijk bestuurder. Doel was om geïnteresseerde partijen naar Curaçao te
krijgen om nieuwe driedimensionale metingen te doen op basis van de
gedigitaliseerde tweedimensionale seismische gegevens. Clift Christiaan, een
bekende in de Curaçaose olie-industrie, wordt de nieuwe directeur van KPG.
“We zijn de markt opgegaan met een zogenoemde prospectivity
report. Om bedrijven zover te krijgen driedimensionale seismische metingen
te verrichten, maar dat leverde in eerste instantie niets op. Een aantal
geïnteresseerde bedrijven luisterde wel naar ons verhaal, maar liet daarna
niets meer van zich horen. Daarna kwam covid en stond alles stil. Vorig jaar
heeft een bedrijf zich aangemeld die mogelijk wel geïnteresseerd is om drie
dimensionale seismische metingen te verrichten of te laten uitvoeren.”
Geen interesse
Christiaan moet dan inmiddels verantwoording
afleggen aan een nieuwe baas. “Maar de regering Pisas schijnt geen interesse te
hebben. Pogingen van mij om in contact te treden met de premier leverde geen
resultaat op.”
Wel zocht Christiaan contact met Aruba over de
mogelijkheid van samenwerking van exploratie in de zeebodem tussen beide
eilanden. Wat je niet wilt is dat wij aan de ene kant van de streep staan te
boren en zij aan de andere kant. Dat wordt ruzie, die je maar beter voor kan
zijn.”
Curaçao heeft net als Aruba, inmiddels een
Petroleum verordening. Daarin is onder andere opgenomen dat de behaalde winst uit
olie- en gaswinningen in een nader te bepalen (en nog op te richten) fonds
moeten worden gestort ten behoeve van de sociaal-economische ontwikkeling van
Curaçao. De wetgeving geeft geen ruimte voor afdracht van winsten aan
bijvoorbeeld Nederland.
De nieuwe wetgeving omvat onder meer ook milieubescherming,
arbeidsomstandigheden, bescherming cultureel erfgoed, de bewaring van
onderzoeksgegevens en de aanleg en toegang tot pijpleidingen die bestemd zijn
voor het transport van olie en gas.
E-mails
“Maar zover is het nog lang niet”, zegt
Christiaan. “Ik heb talloze e-mails en memo’s aan de premier geschreven om hem
te informeren over de ontwikkelingen in het grensgebied tussen Aruba en
Curaçao, maar tot nu toe is er op geen van die mails en memo’s gereageerd. Deze
regering is kennelijk niet geïnteresseerd in het olie en gasverhaal.”
Christiaan neemt daarom in maart van dit jaar ontslag. Er is dan al geen Raad van Commissarissen meer. Overheidsbedrijf KPG is een lege NV, zonder geld, zonder bestuurders en zonder toezichthouders. De registratie bij de Kamer van Koophandel was in 2020 al door de Kamer opgeheven. “Er was zelfs geen geld voor het betalen van die contributie.”
---
- Dit artikel stond eerder in bewerkte vorm in dagblad Trouw