Amnesty International heeft scherpe kritiek geuit op Nederland vanwege zijn betrokkenheid bij de situatie van Venezolaanse vluchtelingen op Aruba. De mensenrechtenorganisatie stelt dat het non-refoulement-principe is geschonden, wat inhoudt dat niemand mag worden teruggestuurd naar een land waar hij of zij risico loopt op vervolging, marteling of andere mensenrechtenschendingen.
Maar volgens Amnesty gebeurt dit wel, en Nederland zou hieraan hebben bijgedragen. De organisatie wijst erop dat Nederland financiële steun heeft verleend aan deportatievluchten voor Venezolanen, wat volgens hen mogelijk ook een schending van internationale regels inhoudt. De door Nederland geboden hulp was volgens de organisatie vooral gericht op het traceren van Venezolanen en hun detentie en deportatie, in plaats van hun bescherming. Amnesty baseert deze beweringen op documenten van zowel de Arubaanse als de Nederlandse overheid.
Een voorbeeld hiervan is Ricardo, een Venezolaan wiens asielverzoek werd afgewezen en ondanks een lopend beroep op asiel toch werd gedeporteerd. Bij terugkeer in Venezuela werd Ricardo gemarteld en vastgehouden totdat zijn familie een omkoping betaalde voor zijn vrijlating. Zijn advocaat informeerde Amnesty International dat de vluchtelingenorganisatie UNHCR een voorlopige maatregel had uitgevaardigd om zijn deportatie te stoppen, gecommuniceerd via het Koninkrijk der Nederlanden, als verdragspartij onder internationaal recht. Deze boodschap werd zowel Oranjestad als in Den Haag genegeerd.
Amnesty stelt dat de Arubaanse autoriteiten en Nederland zich daarme schuldig hebben gemaakt aan een schending van internationale mensenrechtenverdragen, waaronder het VN-Vluchtelingenverdrag.
Rapport
Deze en nog drie andere ‘vluchtverhalen’ staan in het Amnesty-rapport 'Rules but No Protection' – unveiling gaps in refugee protection of Venezuelans in Aruba, dat vandaag door Dagmar van Oudshoorn is aangeboden aan de Arubaanse regering. Zij is directeur van Amnesty International Nederland. Het is de eerste keer dat de mensenrechtenorganisatie onderzoek deed op Aruba. Eerder was dat al het geval op Curaçao, twee keer zelfs. Ook dat land binnen het Koninkrijk kreeg felle kritiek, net als Nederland.
De situatie op Aruba lijkt ernstiger, mede omdat dat eiland – in tegenstelling tot Curaçao - wel het vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties heeft ondertekend. Amnesty International zegt begrip te hebben voor de moeilijke omstandigheden op een eiland als Aruba, maar ‘Aruba heeft internationale mensenrechtenverdragen geratificeerd die rechten en verplichtingen met zich meedragen op het gebied van vluchtelingen en asiel', zegt Dagmar Oudshoorn.
Eén op de vijf
Aruba, onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden en met een bevolking van ruim 107.000 mensen, is sinds het uitbreken van de crisis in Venezuela een populaire bestemming voor Venezolanen die bescherming zoeken. Het is niet alleen de nabijheid van Aruba, slechts 24 km verwijderd van Falcón in Venezuela, die veel Venezolanen aantrekt, maar ook de decennia aan bestaande sociale, economische en historische banden tussen de landen. Vanaf juni 2023 waren er naar schatting 17.000 Venezolanen op Aruba. Dit betekent dat één op de vijf inwoners van Aruba een vluchteling is of internationale bescherming zoekt.
Een ruime meerderheid van deze Venezolanen is niet bekend bij de Arubaanse overheid, maar leeft ‘ondergedoken’. Dat moet volgens Grislynn Hernandez niet al te letterlijk worden genomen, want wie bijvoorbeeld een rondje langs grote bouwlocaties rijdt, hoort daar alleen maar Spaans. Veel bouwvakkers komen uit Venezuela, verblijven illegaal, ongedocumenteerd, zoals dat op Aruba genoemd wordt, maar werken. “Zolang ze ‘nodig’ zijn worden ze met rust gelaten door de autoriteiten”, zegt Hernandez, die werkt voor Venearuba, een organisatie die zich het lot van Venezolanen op Aruba aantrekt.
Venezolanen die irregulier Aruba binnenkomen maar worden opgepakt wacht vreemdelingendetentie. Hun persoonlijke bezittingen zoals telefoons worden in beslag genomen. Binnen 72 uur beoordeelt een rechter de legaliteit van detentie. Er bestaat de mogelijkheid om in het detentiecentrum asiel aan te vragen, maar dit is volgens Amnesty niet algemeen bekend.
Sommige Venezolanen in vreemdelingendetentie gaven aan onder druk gezet te zijn om deportatiebevelen te ondertekenen. Omdat deze documenten in het Nederlands zijn, begrijpen veel Venezolanen niet wat ze ondertekenen. Daarnaast zijn de omstandigheden in de detentiecentra slecht. Advocaten hebben geen onbeperkte toegang tot de mensen in de centra, en ook mensen met gezondheidsproblemen en zwangere vrouwen zijn vastgezet en uitgezet. Sommige Venezolanen gaven aan op een vernederende en xenofobe manier behandeld te zijn.
Pittig
De Arubaanse regering laat via Oudshoorn weten dat ze het rapport van Amnesty ‘een pittig rapport’ vonden. Ze zegden toe met een plan van aanpak te willen komen. Wat Amnesty betreft moet er specifieke asielwetgeving worden ontwikkeld, met aparte wetgeving voor kinderen. In het geval van kinderen moet Aruba garanderen dat de Voogdijraad wordt ingeschakeld en dat geen enkel kind wordt vastgezet.
Daarnaast moeten Venezolaanse asielzoekers, vluchtelingen en migranten toegang hebben tot eerlijke en doeltreffende asielprocedures, en toegang hebben tot informatie over hun rechten in het Spaans. Verder mag Aruba Venezolanen niet gedwongen terugsturen naar Venezuela. Ook mag Aruba Venezolanen die irregulier binnenkomen, niet automatisch vastzetten.