Carmabi klaar voor beheer zoutpannen Curaçao

Dick Drayer sprak met Dolfi Debrot, directeur van Carmabi en vroeg hem of het natuurgebied momenteel onder druk staat:

Begin: “nee, ik denk dat het best...”
Eind: “….om te genieten van het natuurschoon”
Tijd: 3.20 Lagoon.mp3

==================

bron Amigoe 260408
Het lijkt een kwestie van tijd voordat Carmabi het natuurgebied rond de zoutpannen van Jan Thiel in beheer krijgt. “Het enige wat moet gebeuren is dat Apna en belangengroepen het terrein daadwerkelijk beschikbaar stellen”, zegt Carmabidirecteur Dolfi Debrot. “Wij kunnen morgen beginnen.”

De stichting voor natuurbeheer en onderzoek heeft concrete plannen om de bij toeristen en lokale recreanten populaire lagune duurzaam te gaan beheren. Geld daarvoor is er, ook zonder het heffen van entree. “De toeristische projecten eromheen zijn bereid fondsen bij te dragen voor het beheer van deze parel.” Als het aan de vakantieparken op Jan Thiel ligt blijft de achterliggende natuur inderdaad natuur en komen er geen wegen doorheen of andere vormen van aantasting, zoals eerder wel is voorgesteld. “De zoutpannen betekenen juist een enorme meerwaarde voor het toeristische gebied”, beaamt Hans Schellevis van Chogogo. Het beheer door Carmabi zal er juist op zijn gericht om bezoekers in het gebied verantwoord op te vangen.

De belanghebbenden in de buurt benadrukken dat in de omgeving buiten de lagune weinig mooie natuur is en dat toeristen en omwonenden daar juist behoefte aan hebben. Debrot, bioloog, spreekt van ‘een magnifieke natuur’ ter plekke, die bovendien de eenvoudige bereikbaarheid als bijkomend voordeel heeft. Algemeen bekend is dat er tientallen flamingo’s foerageren. Wat bijna niemand weet is dat er ook sterns broeden. “Dat is ook internationaal waardevol en vergt extra maatregelen in het broedseizoen, maar is wel te behappen in het beheersplan.” De pekelvliegen rond het zoute binnenwater lokken trekvogels. De ooit aangelegde dammen door voormalige plantagehouders zorgen daar vlakbij voor een zoetwaterecologie. “Die combinatie vind je eigenlijk nergens”, constateert Debrot, “en zorgt voor een rijk vogelleven.”

De vroegere eigenaarsfamilie Perret Gentil ging zeer behoedzaam met de natuur om. De Carmabi- directeur wijst in dat verband op de bomendiversiteit en -rijkdom. “Zij hadden zeer strikte regels voor houtkap.” De natuur is er relatief onaangetast, maar ook historisch is het gebied bijzonder. De eeuwenoude zoutpannen verkeren nog in goede staat. Aan de kust staat nog een oude kalkoven. “Ook de overheid ziet de toegevoegde waarde”, aldus Debrot die gelooft dat het beheer de overheid niets hoeft te kosten. “Het beheer is niet heel duur en vrij makkelijk als de grote belanghebbenden een mooi bedrag beschikbaar stellen.” Het in beheer geven van dit conserveringsgebied aan Carmabi betekent erkenning voor het belang van groen in en rond bouwontwikkeling.

De laatste jaren werd ook de roep gehoord om een weg aan te leggen door dit gebied omdat de Caracasbaaiweg steeds drukker wordt. Dat idee lijkt definitief van de baan. Er is ook nog een beweging die, om de huidige verkeersdruk te verlichten, een weg langs de kust voorstelt tussen Bapor Kibrá en Jan Thiel. “Dat is een heel ander verhaal”, licht Debrot toe. Een dergelijke weg zou letterlijk buiten het conserveringsgebied vallen, maar evengoed de rust en natuur in ernstige mate verstoren. De Carmabi-directeur ziet het er niet zo snel van komen. “Drov (Ruimtelijke Ontwikkeling) heeft hierover verschillende rapporten laten opstellen. Er zijn veel elegantere oplossingen voor het verkeersprobleem.”