Rondetafelconferentie op 15 december 2008

Op het politiek overleg tussen Nederland, de Nederlandse Antillen, Curaçao en Sint Maarten is vastgesteld dat de streefdatum 15 december 2008 als invoeringsdatum voor de nieuwe staatkundige verhoudingen feitelijk niet haalbaar is. Wel is het mogelijk op die datum alle benodigde wetgeving gereed te hebben zodat die kan worden ingediend bij het Nederlandse parlement, de Staten van de Nederlandse Antillen en de Eilandsraden van Curaçao en Sint Maarten. Daarom zal op 15 december 2008 een rondetafelconferentie worden georganiseerd om het totale pakket aan wetgeving te toetsen aan de eerder overeengekomen criteria uit de slotverklaring.
Kijkend naar de planning hebben partijen besloten advies te vragen aan de Raad van State van het Koninkrijk hoe een versnelling kan worden gerealiseerd. Dat is wenselijk omdat Land de Nederlandse Antillen feitelijk steeds meer ontmantelt. Ook wordt de Raad gevraagd te bezien hoe het wetgevingsproces kan worden verkort tot januari 2010. Overigens mag daarbij geen inbreuk worden gedaan op een normale parlementaire betrokkenheid en de afspraken uit de slotverklaring.

Op het gebied van de rechtshandhaving is akkoord bereikt over de organisatie van het openbaar ministerie in de nieuwe staatkundige verhoudingen. Nederland, de Nederlandse Antillen, Curaçao en St. Maarten hebben overeenstemming over de inhoud van een nieuwe consensusrijkswet. In de nieuwe staatkundige structuur zal sprake zijn van drie openbaar ministeries: één voor Curaçao, één voor St. Maarten en één voor de BES-eilanden. De openbaar ministeries vallen onder één Procureur-generaal. Er komt een aanwijzingsbevoegdheid voor de ministers van Justitie van Nederland, Curaçao en Sint Maarten en voor de minister van Justitie namens de Rijksministerraad.
Ook is er overeenstemming over het financieel toezicht voor St. Maarten en Curaçao. De afspraken liggen vast in een algemene maatregel van rijksbestuur. Nederland zal deze zo spoedig mogelijk agenderen in de rijksministerraad, zodat nog dit jaar begonnen kan worden met de schuldsanering van de Nederlandse Antillen, Curaçao en St. Maarten. Nederland zal hierbij een groot deel van de schulden (2,2 miljard) van de eilanden saneren, onder voorwaarde dat de financiën en het benoemingsbeleid van de eilanden aan regels zijn gebonden.

Er worden afspraken gemaakt over het aangaan van leningen en de benoemingsprocedures voor overheids-NV's. De financieel toezichthouder die nu al aan het werk is voor de BES-eilanden zal ook toezicht gaan houden op de financiën van Curaçao en St. Maarten. Met de afspraken van vandaag is verder invulling gegeven aan eerder gemaakte afspraken over schuldsanering.