bron: Cft
De leden van het College financieel toezicht (Cft) hebben de afgelopen dagen de BES-eilanden (Bonaire, St. Eustatius en Saba) voor de tweede keer bezocht. Boven aan de agenda stond de uitvoering van de eilandbegrotingen, oftewel het financieel beleid, dat de tweede fase vormt van het financieel toezicht. “Dit financieel beleid behoeft nog veel verbetering, maar gelukkig tonen de eilanden goede wil”, aldus de voorzitter van het College, de heer Hans Weitenberg tijdens een persconferentie woensdagmiddag.
“Tijdens ons bezoek eind januari hebben we aangeven dat het Cft er is om de vinger aan de pols te houden op het gebied van de overheidsfinanciën. Sindsdien zijn de eilanden voortvarend te werk gegaan. Hoewel het soms wat spannend was, zijn de begrotingen van alle eilanden binnen de beschikbare tijd aangeleverd, vastgesteld en goedgekeurd. Er is reden voor tevredenheid.
“Maar we zijn er uiteraard nog niet. Op papier klopt het financiële plaatje, maar het gaat er nu om dat de eilanden zich ook bij de uitvoering van hun begrotingen blijven bewegen binnen de grenzen van het vastgestelde kader. Conform het Besluit tijdelijk financieel toezicht BES worden de eerste uitvoeringsrapportages nu aangeleverd. Daarin is te zien wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering van de begroting in het eerste kwartaal. Waar nodig, kan dat leiden tot een voorstel tot begrotingswijziging: iets dat tot nu toe niet aan de orde is geweest”, aldus Weitenberg.
Volgens de voorzitter zijn er ook op andere terreinen ontwikkelingen geweest. Zo is besloten dat Bonaire zelf een gedragscode zal opstellen in het kader van corporate governance. Het College zal deze gedragscode vervolgens toetsen. Ook is er inmiddels een afspraak gemaakt met een locale bank voor het uitvoeren van het Geïntegreerd Middelenbeheer - een vorm van elektronisch bankieren door de BES eilanden met en bij het Cft. Per 1 juni 2008 moet deze faciliteit operationeel zijn, wat de monitorsfunctie van Cft zal vergemakkelijken, maar belangrijker nog, de eilandgebieden zelf meer inzicht geven in de stand van de begrotingsuitvoering. Daarnaast lost het het probleem van tijdelijke liquiditeitstekorten op.
Ook moeten de jaarrekeningen over de jaren 2006 en 2007 worden ingeleverd, wat onherroepelijk zal leiden tot een hogere kwaliteit van de begroting 2009, omdat deze dan op basis van meer recente cijfers kan worden opgesteld. De voorbereidingen voor die begroting moeten immers nu al beginnen. Ook moeten er beslissingen worden genomen in de besprekingen die de eilanden met Nederland voeren over het toekomstige voorzieningenniveau en de afhandeling van de schulden die in de jaren 2006 en 2007 zijn opgebouwd. Ook de discussie over wie in de nieuwe staatkundige verhoudingen verantwoordelijk wordt voor de taken die het Land Nederlandse Antillen nu nog uitvoert ten behoeve van de eilandgebieden is nog niet beslecht. Als onafhankelijke partij staat Cft buiten deze besprekingen, maar de resultaten ervan zijn wel relevant voor de financiële situatie van de eilandgebieden en daarmee ook voor het werk van het College. Het College spoort de partijen dan ook aan om zo spoedig als mogelijk is hier afspraken over te maken.
Weitenberg verwees ook naar de besprekingen tussen Curaçao, St. Maarten en Nederland over een Algemene Maatregel van Rijksbestuur voor financieel toezicht voor deze eilanden. Het Cft is gevraagd om vooruitlopend op de resultaten daarvan, een advies uit te brengen over de begrotingen 2008 van deze eilanden, en tevens mee te kijken bij het opstellen van de begrotingen 2009. Zoals bekend is voor Curaçao en St. Maarten financieel toezicht een voorwaarde voor de schuldsanering door Nederland. Vooruitlopend op de uitbreiding van haar taken is het Cft alvast begonnen met het werven van nieuwe medewerkers voor het secretariaat, waarbij de voorkeur uitgaat naar kandidaten die afkomstig zijn van de Nederlandse Antillen, of ervaring hebben met de eilanden.
De vier leden van het College zullen de BES eilanden eind juli weer bezoeken.
De leden van het College financieel toezicht (Cft) hebben de afgelopen dagen de BES-eilanden (Bonaire, St. Eustatius en Saba) voor de tweede keer bezocht. Boven aan de agenda stond de uitvoering van de eilandbegrotingen, oftewel het financieel beleid, dat de tweede fase vormt van het financieel toezicht. “Dit financieel beleid behoeft nog veel verbetering, maar gelukkig tonen de eilanden goede wil”, aldus de voorzitter van het College, de heer Hans Weitenberg tijdens een persconferentie woensdagmiddag.“Tijdens ons bezoek eind januari hebben we aangeven dat het Cft er is om de vinger aan de pols te houden op het gebied van de overheidsfinanciën. Sindsdien zijn de eilanden voortvarend te werk gegaan. Hoewel het soms wat spannend was, zijn de begrotingen van alle eilanden binnen de beschikbare tijd aangeleverd, vastgesteld en goedgekeurd. Er is reden voor tevredenheid.
“Maar we zijn er uiteraard nog niet. Op papier klopt het financiële plaatje, maar het gaat er nu om dat de eilanden zich ook bij de uitvoering van hun begrotingen blijven bewegen binnen de grenzen van het vastgestelde kader. Conform het Besluit tijdelijk financieel toezicht BES worden de eerste uitvoeringsrapportages nu aangeleverd. Daarin is te zien wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering van de begroting in het eerste kwartaal. Waar nodig, kan dat leiden tot een voorstel tot begrotingswijziging: iets dat tot nu toe niet aan de orde is geweest”, aldus Weitenberg.
Volgens de voorzitter zijn er ook op andere terreinen ontwikkelingen geweest. Zo is besloten dat Bonaire zelf een gedragscode zal opstellen in het kader van corporate governance. Het College zal deze gedragscode vervolgens toetsen. Ook is er inmiddels een afspraak gemaakt met een locale bank voor het uitvoeren van het Geïntegreerd Middelenbeheer - een vorm van elektronisch bankieren door de BES eilanden met en bij het Cft. Per 1 juni 2008 moet deze faciliteit operationeel zijn, wat de monitorsfunctie van Cft zal vergemakkelijken, maar belangrijker nog, de eilandgebieden zelf meer inzicht geven in de stand van de begrotingsuitvoering. Daarnaast lost het het probleem van tijdelijke liquiditeitstekorten op.
Ook moeten de jaarrekeningen over de jaren 2006 en 2007 worden ingeleverd, wat onherroepelijk zal leiden tot een hogere kwaliteit van de begroting 2009, omdat deze dan op basis van meer recente cijfers kan worden opgesteld. De voorbereidingen voor die begroting moeten immers nu al beginnen. Ook moeten er beslissingen worden genomen in de besprekingen die de eilanden met Nederland voeren over het toekomstige voorzieningenniveau en de afhandeling van de schulden die in de jaren 2006 en 2007 zijn opgebouwd. Ook de discussie over wie in de nieuwe staatkundige verhoudingen verantwoordelijk wordt voor de taken die het Land Nederlandse Antillen nu nog uitvoert ten behoeve van de eilandgebieden is nog niet beslecht. Als onafhankelijke partij staat Cft buiten deze besprekingen, maar de resultaten ervan zijn wel relevant voor de financiële situatie van de eilandgebieden en daarmee ook voor het werk van het College. Het College spoort de partijen dan ook aan om zo spoedig als mogelijk is hier afspraken over te maken.
Weitenberg verwees ook naar de besprekingen tussen Curaçao, St. Maarten en Nederland over een Algemene Maatregel van Rijksbestuur voor financieel toezicht voor deze eilanden. Het Cft is gevraagd om vooruitlopend op de resultaten daarvan, een advies uit te brengen over de begrotingen 2008 van deze eilanden, en tevens mee te kijken bij het opstellen van de begrotingen 2009. Zoals bekend is voor Curaçao en St. Maarten financieel toezicht een voorwaarde voor de schuldsanering door Nederland. Vooruitlopend op de uitbreiding van haar taken is het Cft alvast begonnen met het werven van nieuwe medewerkers voor het secretariaat, waarbij de voorkeur uitgaat naar kandidaten die afkomstig zijn van de Nederlandse Antillen, of ervaring hebben met de eilanden.
De vier leden van het College zullen de BES eilanden eind juli weer bezoeken.