Rodney Bos: "Je moet ze bij kop en kont beetpakken en niet meer loslaten"

bron: nieuwsbrief NICIS Institute

Er is al veel gezegd en geschreven over de aanpak van Antillianen. Rodney Bos, bestuurskundige en al vijftien jaar werkzaam bij de politie, schreef er een boek over. In zijn boek 'Antillianen, crimineel of gewoon anders' beschrijft Bos hoe je als professional Antillianen het beste kunt aanpakken. "Je moet ze bij kop en kont beetpakken en niet meer loslaten. Goede begeleiding is heel hard nodig. Je kan ergens een servicepunt maken en tegen Antillianen zeggen dat ze zich daar moeten melden als het slecht met ze gaat. Maar ze hebben trots en die trots zetten ze daarvoor niet opzij. Dus je moet ze echt beetpakken en naar zo’n steunpunt toebrengen en ze ook intensief begeleiden." Bos geeft wel aan dat dat heel lastig is, omdat hulporganisaties zo’n grote caseload hebben. Toch is die intensieve begeleiding nodig omdat Antillianen hun trots hebben en dus niet uit zichzelf komen met hun problemen.

Bos wil professionals handvatten bieden. "Waar het eigenlijk op neer komt is dat hulpverleners in de omgang met het werk in de multiculturele samenleving voor 75-80% gewoon het werk moeten doen zoals ze het normaal doen. Voor de overige 25% moeten zij er rekening mee houden dat degene die tegenover hun zitten 'anders' kunnen zijn. 'Anders zijn' is per definitie niet verkeerd. 'Anders' houdt in dat je je jezelf nog wat moet verdiepen in die ander om te begrijpen waar hij vandaan komt. Voor Antillianen geldt bijvoorbeeld dat zij heel erg emotioneel zijn en dat zij handelen en vervolgens niet de consequenties van hun handelen overdenken. Als professional is het belangrijk dat je dat soort dingen kan plaatsen en dat ook kan verklaren en daar ook op kan ingrijpen. Een politieman zou een geweldspiraal naar beneden moeten kunnen buigen in plaats van dat het alleen maar erger en erger wordt. Een onderwijzer zou moeten kunnen ingrijpen bij escalaties in zijn klas," aldus Bos, tegenwoordig ook directeur TREF Consultancy & Training.

Bos geeft in de eerste plaats aan dat hij vooral een boek schreef voor professionals: onderwijzers, politiemensen. In principe gaat het om een ieder die in zijn werk omgaat met jeugdige probleemgroepen. "Ik wilde vooral hun kennis verbreden. Door de jaren heen heb ik heel wat presentaties en trainingen gegeven. Het kennisniveau over het verleden van de Antillen was heel erg laag. En er bleek ook heel weinig kennis te zijn over de oplossingen in de praktijk. Daar wilde ik graag wat aan doen." In de tweede plaats vond Bos het na vijftien jaar een mooi moment om zijn kennis op te schrijven en dat ook te delen. "Bij het politiekennisnet hebben we een mooie slogan: 'kennis hebben is macht, kennis delen is kracht.' Ik dacht laat ik eens iets opschrijven en misschien krijg ik wel wat reacties los en zijn er meer mensen die hun kennis willen delen." Bos geeft ook aan dat het feit dat er maar een hele kleine groep Antillianen voor problemen zorgt ook een reden was om zijn boek te schrijven. "Er is een hele grote groep waar het prima mee gaat. Dat heb ik in het boek naar voren laten komen".

"In de communicatie moeten professionals er rekening mee houden dat Antillianen heel sterk non-verbaal georiënteerd zijn. Daardoor kunnen ze iemand heel goed plaatsen en ze kunnen bij politiemensen het bloed onder de nagels vandaan halen door gewoon dat non-verbale gedrag te gebruiken". Bos noemt respect als iets waar professionals echt rekening mee moeten houden. "Respect is een heel groot woord. En dat als je respect geeft, krijg je dat ook terug en kun je dat tenminste terugeisen." Het betrekken van ouderen. en met name de moeder en oma’s in de preventieve aanpak is volgens Bos ook heel belangrijk. "Dat wil overigens niet zeggen dat mensen die de wet overtreden niet keihard repressief moeten worden aangepakt." Maar het is belangrijk om aan repressie ook preventie te koppelen. En Bos merkt bij Antillianen dat het resultaat heeft wanneer ze bij kop en kont worden beetgepakt en wanneer er een sociaal vangnet om hen heen wordt gebouwd.

Zoals Bos eerder al noemde is de rol van moeders erg belangrijk. "Vaak komen de Antillianen die overlast en problemen veroorzaken uit een één-ouder gezin. De vader is vaak afwezig en daarom is het belangrijk om de moeders te betrekken bij de aanpak. De mannelijke Antilliaan heeft een vrij negatief beeld over vrouwen. Dit kun je ook heel sterk terug zien in allerlei hiphop video clips: schudden met de billen in een leuke bikini". Je moet echter niet aan hun moeder komen. Hulpverleners moeten daar gebruik van maken. De moeder staat op een voetstuk en als ze daar niet op staat moet je zorgen dat ze daar weer op komt. "Maak dus gebruik van de positieve invloed van de moederrol."

Bij de aanpak van Antilliaanse jongeren is het van groot belang dat instanties informatie uitwisselen. "Antillianen zijn heel mobiel en reizen door heel het land. Door politieregio’s met elkaar in contact te brengen hebben we beter zicht gekregen op de achtergronden van dat soort jongens." Daarnaast kunnen expertmeetings helpen om de aanpak te verbeteren. "Ik heb ook landelijke expertmeetings georganiseerd de afgelopen zeven jaar. Vanuit het veld en de gemeenten kwamen experts bij elkaar om te praten wat nu wel en niet werkt." Ook vanuit het politiekennisnet is informatie vastgelegd. Deze kennis is gebundeld en aan alle politiekorpsen in het land voorgelegd.

Naast informatie-uitwisseling vindt Bos het ook belangrijk dat het Antillianenbeleid op een andere manier wordt vormgegeven. Bos geeft aan dat op dit moment nog te veel gedacht wordt in problemen. "Er zijn zeker Antillianen die zich schuldig maken aan het veroorzaken van overlast. Maar het is overbodig dat deze constatering steeds weer wordt gedaan. We weten het al. We kunnen ons beter focussen op oplossingen in plaats van op de problemen." Bos stelt voor om de aanpak te veranderen. Tot nu toe bestond het beleid vooral uit losse projecten. In zijn boek pleit Bos vooral voor een landurige aanpak in plaats van projecten die steeds drie jaar lopen. "Ik pleit er ook voor dat er vijf of zes projecten komen die landelijk gaan lopen met een plan van aanpak. Elke gemeenten voert deze uit en er wordt ook onderling gebenchmarkt."