’Antillen kunnen Europees recht beter selectief gebruiken’

bron: Trouw

Juristen raden volledige invoering van het Europees recht op de Nederlandse Antillen en Aruba af. Dat zou de eilanden onnodig economisch op achterstand zetten.

Het is voor de Nederlandse Antillen en Aruba niet verstandig om volledig over te stappen op Europees recht. Wel kunnen de Antillen en Aruba delen van dat recht overnemen om het bestuur en de marktwerking op de eilanden te verbeteren. Inwoners van Curaçao, Aruba, St. Maarten , Bonaire, St. Eustatius en Saba kunnen daar profijt van hebben.

Dat stellen onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen. Zij hebben in opdracht van het ministerie van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties onderzoek gedaan naar de relaties tussen de Nederlandse Antillen en de Europese Unie. De Nederlandse Antillen en Aruba hebben nu nog de status van ’landen en gebieden overzee’ (lgo). Als Curaçao en St. Maarten –in navolging van Aruba– de status krijgen van land binnen het koninkrijk en de BES-eilanden (Bonaire, St. Eustatius en Saba) een soort Nederlandse gemeente worden, zouden ze kunnen kiezen voor de status van ’ultraperifeer gebied’. Het eiland Madeira en de Canarische Eilanden hebben zo’n upg-status. Hoewel de onderzoekers geen uitspraak doen over de meest gewenste status, maken zij wel duidelijk dat die van ultraperifeer gebied voor de Antillen en Aruba veel nadelen kent. Het strafrecht zou moeten worden aangepast, inclusief de strenge Europese richtlijn voor het witwassen van crimineel geld. Ook komen fiscale voordelen op losse schroeven te staan die de eilanden nu nog aantrekkelijk maken voor bedrijven en toeristen. Voor levensmiddelen uit de Verenigde Staten en Venezuela moeten hogere invoerrechten worden betaald. Strengere EU-eisen aan milieu en arbeidsomstandigheden kunnen het voortbestaan van de economisch belangrijke olieraffinaderijen op Curaçao en Aruba in gevaar brengen. De status van ultraperifeer gebied heeft ook voordelen. De eilanden komen dan in aanmerking voor geld uit de EU-structuurfondsen en worden onderdeel van de gemeenschappelijke markt. Dat heeft Madeira en de Canarische Eilanden aantrekkelijker gemaakt voor bedrijven. Volgens Paul Comenencia, de gevolmachtigd minister van de Nederlandse Antillen, stelt de huidige status van ’landen en gebieden overzee’ niet veel meer voor. Op het Europees Ontwikkelingsfonds na is de status „uitgehold door privileges te schrappen of door die ook toe te kennen aan andere landen’’, aldus Comenencia eerder bij de Wereldomroep. De keuze tussen het handhaven van de huidige status of het aanvragen van de upg-status komt aan de orde tijdens de besprekingen tussen de Nederlandse regering en die van de Antillen en Aruba. Eind 2010 moet de staatkundige structuur zijn aangepast.