Vijf vragen aan...

bron Defensiekrant

Vijf vragen aan Matroos 1 Guy Salomé uit Groede (Zeeuws-Vlaanderen), bemanningslid van het ‘stationsschip’ Hr.Ms. Van Galen dat vorige week in Den Helder terugkeerde van een uitzending van vijf maanden naar de Nederlandse Antillen.

Hoe was na maanden op zee je thuiskomst?
“Omdat ik bij vertrek nog niet klaar was met de Elementaire Vakopleiding, werd ik anderhalve maand later ingevlogen. Ondanks dat ik dus niet heel lang ben weggeweest, vond ik het leuk mijn ouders weer te zien. Die stonden bij aankomst in Den Helder op de kade. Het eerste wat ik trouwens deed toen ik thuiskwam, was naar het Journaal kijken. Aan boord ontvingen we voornamelijk Zuid- Amerikaanse zenders met veel storing. Ook heb ik nog even flink gezapt. Om de schade in te halen.”

Wat overheerste tijdens de ‘stationsperiode’: verveling of sensatie?
“In het begin vooral sensatie. Ik zit pas sinds 2006 bij de marine en dus is alles nog nieuw. Daarna wordt het gewoon werk. Er zijn momenten dat je niets te doen hebt, maar die duren niet lang. De ene keer was er een boarding en gaat de RHIB het water in; de andere keer gaat de heli van dek en is de vliegrol van kracht. Omdat ik zowel bij operationele als de nautische dienst werk, moest ik vaak hand- en spandiensten verrichten.”

Is het werk van het stationsschip nuttig?
“Dat dacht ik toch wel. We hebben negentien kilo cocaïne onderschept. Die zaten aan boord van een zeilbootje dat met een Italiaans vlaggetje in de nok rondvoer. Dat was op de dag dat we voor het Europees kampioenschap tegen Italië moesten spelen. Wij meteen roepen dat het 1-0 voor Nederland was. De pakketjes waarin de drugs waren verpakt, bleken ook nog oranje van kleur.”

Op welke taken heeft de Van Galen zich nog meer toegelegd, behalve counterdrugsoperaties?
“Grensbewaking. We hebben ook twee illegalen onderschept, die vanuit Zuid-Amerika naar de Antillen wilden oversteken.”

Hebben zich nog andere opmerkelijke dingen voorgedaan tijdens de uitzending?

“We hebben een bootje opgehaald dat voor de kust van Curaçao was losgeslagen. We vonden de ‘Shanty’ op een afstand van zo’n tachtig mijl uit de kust. Het was een tweemotorige sloep met een klein dakje erop. De eigenaar was meer dan gelukkig toen hij zijn boot weer terug zag.”