Antillen zetten toets van rechten homoparen door

bron: de Volkskrant

De Antillen gaan door met het hoger beroep tegen de beslissing van een rechter dat een in Nederland getrouwd homopaar op de Antillen dezelfde rechten heeft als in Nederland.

Dit in weerwil van de krachtige uitspraken van minister Plasterk en staatssecretaris Bijleveld over de geldigheid van het homohuwelijk op de Antillen.

‘Die zaak is gaande’, bevestigt de beleidssecretaris op het kabinet van Omayra Leeflang, de Antilliaanse minister van Volksgezondheid en Sociale Ontwikkeling.

Bureau Ziektekostenvoorzieningen (BZV) op Curaçao had geweigerd de echtgenote en het kind van een lesbische vrouw in te schrijven als gezinsleden. BZV had daarmee het advies gevolgd van minister Leeflang. Maar de rechter besliste dat BZV het gezin alsnog moest inschrijven. Toen Leeflang zei daar beroep tegen te willen aantekenen, ontstond er een transatlantisch dispuut.

Minister Plasterk van Integratie en staatssecretaris Bijleveld van Koninkrijksrelaties menen dat de Nederlandse wetgeving inzake het homohuwelijk overal in het Koninkrijk tot dezelfde consequenties moet leiden. Maar zowel op de Antillen als op Aruba ziet men het als een principieel punt dat de eigen wetgeving dient te prevaleren.

Zowel in Nederland als op Aruba en de Antillen beroept men zich op Artikel 40 van het Koninkrijksstatuut om zijn gelijk aan te tonen. ‘Vonnissen, door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba gewezen, en bevelen, door hem uitgevaardigd (...) mitsgaders grossen van authentieke akten, aldaar verleden, kunnen in het gehele Koninkrijk ten uitvoer worden gelegd, met inachtneming van de wettelijke bepalingen van het land, waar de tenuitvoerlegging plaats vindt.’

Vooral op basis van dit laatste vindt men op de Antillen dat een hoger rechtscollege een uitspaak dient te doen.