Meneer Jourdain spreekt proza

door: Fred de Haas
dit artikel verscheen eerder in de Amigoe

De weinig verlichte opvattingen van gezaghebbende lieden uit vroeger tijden met betrekking tot de op de ABC eilanden gesproken Creoolse taal hebben niet nagelaten hun donkere schaduw vooruit te werpen tot ver in de 20ste eeuw en kans gezien om nog in het eerste decennium van de 21ste eeuw de geest te verduisteren van menig verstandig mens.

Reacties op eerder in de Amigoe verschenen artikelen over het Papiamentu en aanverwante onderwerpen laten zien dat begrippen als “Creools”, “taal”, “patois”, “Creoolse spelling”, “uniformiteit”, “taal en politiek” voor een groot aantal mensen weinig betekenis hebben.

Dit artikel wil proberen deze blinde begrippenkaart van een passende invulling te voorzien, waarbij we ook voorbeelden zullen ontlenen aan de geschiedenis van het Kreyòl van de Franse Caraïbische eilanden, een verhaal dat veel overeenkomsten vertoont met dat van Aruba, Curaçao en Bonaire.

Wij beginnen met u voor te stellen aan de heer Jourdain, een eenvoudige Franse koopman uit de 17e eeuw die de ontdekking van zijn leven doet.

Mijnheer Jourdain
In het zeventiende-eeuwse blijspel “De Burger-Edelman” van de Franse schrijver Molière komt de volgende dialoog voor tussen de heer Jourdain, een onontwikkelde, rijk geworden koopman, en een van de leraren die.....

- lees verder -