The unbearable lightness of being: Amigoe en de strijd om relevantie


Om eerlijk te zijn: ik heb nooit veel begrepen van de strategie van mediabedrijven op Curaçao. Maar wat Amigoe nu presteert, is heel opmerkelijk. In een krampachtige en wellicht wanhopige poging te behouden wat de krant ooit was, worden alle mediaconventies uit het digitale tijdperk opzij gezet. 

Dat de krant daarbij het risico loopt haar relevantie te verliezen, als dat al niet het geval is, betreur ik ten zeerste. Niet in de laatste plaats omdat dat journalistieke banen kost en die zijn al schaars op Curaçao. Bovendien heb ik vrienden op de redactie daar.

Ter verduidelijking ik schrijf niet voor de Amigoe, maar lever wel vier of vijf keer per jaar een lange bijdrage in hun zaterdagbijlage, de Ñapa. Afgelopen zaterdag nog met een bijdrage over mijn reis en verblijf op Sint Maarten voor en na de passage van orkaan Irma (ook op deze blog te lezen). Misschien wel mijn laatste, na dit artikel. Maar ik wil als journalist wél relevant blijven.

Website
Het zal volgers van het nieuws op ons eiland niet zijn ontgaan: Amigoe heeft haar website grondig aangepast. Niets nieuws onder de zon voor grote gerenommeerde kranten. Die hebben hun businessmodel en masse aangepast om de tegenvallende krantenverkopen op te kunnen vangen. Er werden aparte onlineredacties opgezet en er kwamen nieuwe eindredacteuren.

Niet bij Amigoe. Tot ontsteltenis van veel lezers - inclusief mijzelf - hebben ze een flipbook geïntroduceerd (waar zie je dat nog?) en mag je als abonnee maar liefst driemaal (!) per dag inloggen om hetzelfde te lezen als wat er in de papiereneditie staat gedrukt, die een uurtje later in mijn bus valt. Die mag ik dan gelukkig wel weer honderden keren per dag op mijn schoot leggen om te lezen, al zal ik dat aantal waarschijnlijk nooit halen. Wie drie keer heeft ingelogd moet helaas tot morgen wachten om verder te lezen. Mind you: lezen van artikelen, waarvoor je betaald hebt! Leve de klant, leve de lezer!

Corebusiness
Gerenommeerde kranten hebben begrepen - of zijn dat door schade en schande wijs geworden - dat niet de krant de reden van hun bestaan was, maar nieuws. Net als CD- en DVD-makers - overigens ook nogal laat - doorhadden dat het niet de gegevensdrager, maar de gegevens zelf waren, die de reden van hun bestaan vormde. Het is immers de stand van de technologie die bepaalt waar je je corebusiness op afstemt.

Door je krant integraal op internet te zetten, heb je kennelijk niet begrepen wat de corebusiness eigenlijk is. Helemaal als blijkt dat je het archief ook nog eens weghaalt. Als je al relevant wilt zijn, dan zeker niet langer dan tien edities, moeten ze op Scherpenheuvel hebben gedacht.

Nou weet ik uit vertrouwelijke bron dat de vraag 'waartoe zijn wij op deez' aard', onderwerp was van een speciale vergadering bij de Amigoe. De meeste journalisten wisten het antwoord wel, maar de hoofdredacteur/eigenaar had een verrassing voor zijn personeel in petto: 'wij maken een krant omdat we geld moeten verdienen'.

Een typisch antwoord van een eigenaar/uitgever die met de verkeerde pet op een redactievergadering voorzit. Want als hoofdredacteur had ik dan gezegd: zullen we hamburgers gaan verkopen? Verdient beter en is in lijn met onze corebusiness!

Facebook
De keuze om 'geld verdienen' bovenaan het lijstje te zetten, zie je dan ook terug in alle manieren waarop de krant zijn - blijkbaar precaire financiële - hachje probeert te redden. Het meest stuitende voorbeeld om relevantie te verliezen en te focussen op geld verdienen is wel wat mediaonderzoekster Renske Pin deze week meemaakte.

Screenshot Amigoe-artikel
Zij maakte met haar telefoon een screenshot van een artikel uit de krant van maandag. Daarin werd aangekondigd dat de Boeli van Leeuwen-prijs dit jaar naar een journalist gaat. Geen eigen nieuwsgaring van de krant, nee, een persbericht van de minister over 10-10-10, de dag dat die prijs wordt uitgereikt. Pin plaatst de foto op Facebook, arceert het relevante gedeelte voor haar volgers en genereert daarmee een relevante discussie: hebben wij wel journalisten op Curaçao, die zo'n prijs verdienen?

Voor Pin een relevant gegeven. Zij leidde het grote mediaonderzoek van Unesco en onderhoudt nog steeds een besloten media-Facebook pagina om ons journalisten met elkaars meningen en beroepsmatige observaties te confronteren. Ook Amigoe-journalisten doen daar overigens aan mee, al kostte dat wat moeite.

Onvermurwbaar
Ze is dan ook verbaasd als een uur later haar Facebookpagina is geblokkeerd en ze een bericht krijgt dat ze de auteurswet heeft overtreden. Althans, dat Amigoe aangifte heeft gedaan bij de beheerder van Facebook.

Maar erger nog, is dat Pin voor straf drie dagen niet kan reageren en gebruik kan maken van haar account. Bovendien dreigt Facebook haar hele account voor altijd (!) te blokkeren als het nog een keer gebeurt.

"Oh dat wisten we niet, echt", is de reactie van de Amigoe. Maar de krant is desondanks onvermurwbaar.

Het moge duidelijk zijn, dat er helemaal geen sprake van schending van welk recht dan ook. Pin is geen journalist of media-eigenaar en publiceert helemaal niets. Daar waar gerenommeerde kranten icoontjes aanbieden om hun content te delen (om uiteindelijk hun relevantie te vergroten), doet Amigoe het omgekeerde en vergeet haar huisadvocaat te consulteren.

Het probleem onderling oplossen, zoals Facebook suggereert, is ook niet mogelijk; het voorstel van Renske Pin om haar account weer te deblokkeren, waarna ze het bericht beloofd weg te halen, is onbespreekbaar. "Wij nemen schending van auteursrechten serieus." is het malle antwoord:


Afijn, het is duidelijk. De focus van Amigoe ligt op hun papieren krant. Internet is een noodzakelijk kwaad, dat alleen maar geld kost en geen cent oplevert. Kom daar maar eens om in 2017.

Daarom was ik vanochtend zo aangenaam verrast dat een andere kwaliteitskrant, de Vigilante (zie foto) gewoon wel relevant wil zijn en een mooi artikel publiceerde en liet delen op sociale media over mijn vriend Sem Klein. Van wie ik niet wist dat-ie zo goed kon voetballen.

Had je maar een krant moeten kopen, hoor ik ze op Scherpenheuvel zeggen....