WILLEMSTAD - Het hoofd van de Curaçaose belastingontvanger, Alfonso Trona heeft jarenlang persoonlijk ingegrepen bij de inning van belastingen en het treffen van betalingsregelingen. Dat deed hij zonder schriftelijke motivering en buiten de interne controleprocedures. Ik meldde het vanochtend bij de NOS.
Zijn werkwijze leidde volgens interne audits tot bevoordeling van specifieke belastingplichtigen, waaronder hoge ambtenaren en politici. De rapporten die dat vaststellen werden al op 25 maart 2024 door minister van Financiën Javier Silvania naar het parlement gestuurd, maar bleven buiten de openbaarheid.
Regelingen
De audit-rapporten beschrijven hoe Trona, het hoofd van de dienst die belastingen int, structureel zelf besliste wie wel of geen regeling kreeg. In tientallen dossiers werden beslagleggingen opgeheven of aangepaste betalingstermijnen goedgekeurd “in opdracht van de belastingontvanger”, zonder toelichting in het dossier.
In andere gevallen werden voorschotten uitgekeerd op nog niet vastgestelde aangiften of teruggaven, soms aan ambtenaren of (voormalige) politici, zonder schriftelijk verzoek of berekening. Volgens de accountants kwamen zulke verzoeken “telefonisch of via WhatsApp” binnen.
Minister Silvania bevestigde in zijn aanbiedingsbrief aan het parlement dat Trona regelmatig persoonlijk intervenieerde zonder de vereiste toelichting of draagkrachtmeting. “De audit-rapporten geven duidelijk weer dat er sprake is van bevoordeling van bepaalde belastingplichtigen,” schreef de minister.
Trona verweerde zich met de stelling dat hij handelde op basis van zijn “discretionaire bevoegdheid”, maar juist op dat punt constateerde de overheidsaccountant dat de regels niet gevolgd werden en de ingrepen ook niet gedocumenteerd en daarom “in strijd zijn met wet- en regelgeving”.
De handelswijze van Trona
De audits en de ministeriële correspondentie tonen een ontvanger die de formele invorderingsregels negeerde en beslissingen centraliseerde bij zichzelf. Hij bepaalde persoonlijk welke bedrijven of personen betalingsregelingen kregen en op welke voorwaarden.
Onder zijn leiding werden controle-afdelingen buitenspel gezet: invorderaars kregen mondeling opdracht om beslagleggingen te stoppen of regelingen aan te passen, zonder schriftelijke instructie. Volgens het ministerie werkte dat verlammend binnen de dienst.
Trona verdedigde zijn optreden met het argument dat de wet hem ruimte biedt om in bijzondere gevallen maatwerk te bieden. De auditors erkennen dat er “een zekere discretionaire bevoegdheid” bestaat, maar voegen daaraan toe dat die “niet onbeperkt” is en dat elke afwijking schriftelijk moet worden gemotiveerd en gecontroleerd.
“De gehanteerde werkwijze is in strijd met de vastgestelde procedures en ontbeert formele toetsing,” staat in de audit van 2024. In geen van de onderzochte dossiers werd een dergelijke motivering aangetroffen.
In interne overleggen verwees Trona bovendien naar een zogenoemd laatje: een interne map waarin gevoelige of “persoonlijke” regelingen zouden zijn vastgelegd, uitsluitend door hem te raadplegen. Medewerkers bevestigen dat sommige afspraken nooit digitaal werden geregistreerd, waardoor later niet meer te achterhalen was wie welk voordeel kreeg.
Voorbeeld: Florida Express NV
Een van de dossiers in het bezit van de NOS betreft Florida Express NV, een bedrijf dat door de Douane was beboet voor onjuiste aangiften invoerrechten. De oorspronkelijke schuld bedroeg 2,2 miljoen euro. Nadat de Douane de boete had verlaagd – een besluit binnen haar eigen bevoegdheid – sloot Trona persoonlijk een nieuwe overeenkomst met het bedrijf: betaling van 1.425 euro per maand, zonder borgstelling of rente.
Volgens de overheidsaccountant is die regeling “oneigenlijk”, omdat er geen draagkrachtanalyse of schriftelijke motivering in het dossier is opgenomen. Door de lage maandtermijn zou de schuld pas na ruim dertig jaar zijn voldaan.
Schade en beperkte omvang van het onderzoek
De audits documenteren ongeveer tien miljoen gulden aan regelingen, saneringen en voorschotten waarbij de Ontvanger direct betrokken was. Dat is waarschijnlijk slechts een fractie van de totale schade, want de overheidsaccountant onderzocht ongeveer honderd dossiers, vooral risicogevallen.
De steekproeven zijn niet representatief voor alle invorderingen. Daardoor blijft onbekend hoeveel geld de Curaçaose schatkist werkelijk misliep, maar loopt volgens berekeningen van de NOS in de tientallen miljoenen.
Wat wel vaststaat: in geen van de onderzochte dossiers zijn motiveringen of berekeningen aangetroffen, waardoor de rechtmatigheid van vele betalingen niet meer te verifiëren is.
Bestuurlijke stilte en toezicht
Het Curaçaose parlement ontving de auditrapporten en de brief van Silvania op 25 maart 2024. Ook het College financieel toezicht (Cft) was geïnformeerd. In zijn halfjaarlijkse rapportage stelt het Cft dat de belastinginning op Curaçao “structurele governanceproblemen” kent.
In een persbericht van februari 2025 dringt de toezichthouder aan op versnelling van de reorganisatie en modernisering van de Belastingdienst, onderdeel van het Landspakket dat Curaçao met Nederland afsprak, als onderdeel van de coronasteun aan de Caribische eilanden.
Macht
De Curaçaose Belastingdienst bestaat uit twee onderdelen: de Inspectie, die belastingen oplegt, en de Landsontvanger, die ze int. Juist bij die tweede dienst concentreerde de macht zich onder Trona.
Hoewel het parlement de stukken ontving, bleef publieke bespreking uit. Een geplande Statenvergadering over de inmiddels geëscaleerde ruzie tussen minister Silvania en Trona – de laatste verdedigt zich publiek met verwijzing naar “het laatje dat alleen hij kent” – werd kort voor aanvang door de regering geannuleerd.
De affaire legt bloot hoe de Curaçaose overheid het zicht verloor op miljoenen aan belastingen. Terwijl de regering intern spreekt van “schokkende bevindingen”, bleef voor de buitenwereld onduidelijk wat zich afspeelde binnen het kantoor van de belastingontvanger – en hoeveel geld Curaçao daardoor is misgelopen.
