bron: Antilliaans Dagblad
Door Michael Willemse
Willemstad - De jaarrekening 1964 van het Land is de laatste die, zoals de wet voorschrijft, is goedgekeurd door de Staten. De afgelopen 42 jaar zijn de jaarrekeningen van de Nederlandse Antillen niet behandeld, laat staan dat ze parlementaire goedkeuring kregen. Formeel betekent dit dat alle ministers al die jaren geen decharge is verleend.
Geprobeerd wordt nu om door middel van een 'indemniteitswet' - zoals in het verleden in Nederland is toegepast - een inhaalslag te maken. Een initiatief hiertoe is gekomen van de Financiële Commissie van de Staten, die dit verzoek heeft neergelegd bij de Centrale Commissie, waarop de Statenvoorzitter de minister van Financiën heeft aangeschreven. Het verzoek is om een speciale commissie samen te stellen gevormd door de Algemene Rekenkamer, Directie Financiën en Directie Wetgeving en Juridische Zaken (DWJZ). Die commissie moet tijdens het reces van het parlement met voorstellen komen hoe op praktische wijze de achterstand weggewerkt kan worden, legt Statenlid Faroe Metry (PNP) uit. Hij licht ook toe dat bij wet geregeld is dat 'de Staten het slot van de jaarrekening goedkeuren'. Dat is het einde van de begrotingscyclus, dat begint met de voorbereiding van de begroting en de parlementaire behandeling ervan. ,,Met de begrotingen zijn we bij," zegt Metry, zelf minister begin jaren negentig. Maar ten aanzien van de jaarrekening gaapt dus een aanzienlijk gat. De jaarrekening wordt na het verstrijken van het jaar opgemaakt door Directie Financiën, waarna de Rekenkamer zijn 'bemerkingen en bevindingen' geeft aan de minister van Financiën met een kopie van de Staten. Wat blijkt? 1965 is helemaal niet te vinden; dan komt er een aantal jaren die wel zijn opgemaakt, maar nooit zijn afgehandeld; en tot slot zijn er jaren die wel door de Rekenkamer zijn bestudeerd en van commentaar voorzien, maar daar bleef het bij. Op de website van de Rekenkamer www.gov.an/arna blijkt dat op 25 juni 2007 het rapport bevattende de bedenkingen en opmerkingen bij de jaarrekeningen 1999 tot en met 2002 van de Nederlandse Antillen werd gepubliceerd. Dit betreft de situatie van het Land. Formeel dient de Staten ook de begrotingen en jaarrekeningen goed te keuren van de eilandgebieden Bonaire, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba in. Ook hier bestaat een geweldige achterstand. Voor het eilandgebied Curaçao geldt dat de Eilandsraad dat zelf doet. Mogelijk dus dat een zogeheten indemniteitswet soelaas biedt. Met zo'n wet geeft het parlement alsnog goedkeuring aan een uitgave, los van of de Arna oordeelt dat die onrechtmatig is geweest. In het kort komt het erop neer dat het besluit tot dechargeverlening niet kan worden genomen, voordat het voorstel tot vaststelling van de indemniteitswet is aangenomen.
Door Michael Willemse
Willemstad - De jaarrekening 1964 van het Land is de laatste die, zoals de wet voorschrijft, is goedgekeurd door de Staten. De afgelopen 42 jaar zijn de jaarrekeningen van de Nederlandse Antillen niet behandeld, laat staan dat ze parlementaire goedkeuring kregen. Formeel betekent dit dat alle ministers al die jaren geen decharge is verleend.
Geprobeerd wordt nu om door middel van een 'indemniteitswet' - zoals in het verleden in Nederland is toegepast - een inhaalslag te maken. Een initiatief hiertoe is gekomen van de Financiële Commissie van de Staten, die dit verzoek heeft neergelegd bij de Centrale Commissie, waarop de Statenvoorzitter de minister van Financiën heeft aangeschreven. Het verzoek is om een speciale commissie samen te stellen gevormd door de Algemene Rekenkamer, Directie Financiën en Directie Wetgeving en Juridische Zaken (DWJZ). Die commissie moet tijdens het reces van het parlement met voorstellen komen hoe op praktische wijze de achterstand weggewerkt kan worden, legt Statenlid Faroe Metry (PNP) uit. Hij licht ook toe dat bij wet geregeld is dat 'de Staten het slot van de jaarrekening goedkeuren'. Dat is het einde van de begrotingscyclus, dat begint met de voorbereiding van de begroting en de parlementaire behandeling ervan. ,,Met de begrotingen zijn we bij," zegt Metry, zelf minister begin jaren negentig. Maar ten aanzien van de jaarrekening gaapt dus een aanzienlijk gat. De jaarrekening wordt na het verstrijken van het jaar opgemaakt door Directie Financiën, waarna de Rekenkamer zijn 'bemerkingen en bevindingen' geeft aan de minister van Financiën met een kopie van de Staten. Wat blijkt? 1965 is helemaal niet te vinden; dan komt er een aantal jaren die wel zijn opgemaakt, maar nooit zijn afgehandeld; en tot slot zijn er jaren die wel door de Rekenkamer zijn bestudeerd en van commentaar voorzien, maar daar bleef het bij. Op de website van de Rekenkamer www.gov.an/arna blijkt dat op 25 juni 2007 het rapport bevattende de bedenkingen en opmerkingen bij de jaarrekeningen 1999 tot en met 2002 van de Nederlandse Antillen werd gepubliceerd. Dit betreft de situatie van het Land. Formeel dient de Staten ook de begrotingen en jaarrekeningen goed te keuren van de eilandgebieden Bonaire, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba in. Ook hier bestaat een geweldige achterstand. Voor het eilandgebied Curaçao geldt dat de Eilandsraad dat zelf doet. Mogelijk dus dat een zogeheten indemniteitswet soelaas biedt. Met zo'n wet geeft het parlement alsnog goedkeuring aan een uitgave, los van of de Arna oordeelt dat die onrechtmatig is geweest. In het kort komt het erop neer dat het besluit tot dechargeverlening niet kan worden genomen, voordat het voorstel tot vaststelling van de indemniteitswet is aangenomen.