bron: Staatssecretaris van Financien Alex Rosaria
Onlangs heeft de Raad van Ministers besloten om de discussie UPG niet nu maar vijf jaar na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen te gaan voeren. De Staatssecretaris van Financien, de heer Alex Rosaria, die voordat hij aantrad als bewindspersoon, een rapport “Notitie inzake Regionale Handelsbetrekkingen in het Westelijk Halfrond: Mogelijke implicaties voor de Nederlandse Antillen” schreef, is blij dat de UPG-discussie op de lange baan geschoven is maar tegelijkertijd heeft hij reserves omdat de discussie kennelijk nog niet van de baan is.
Vanaf het moment dat de UPG-optie te bedde is gebracht, dit nota bene door Nederland, hadden wij moeten vaststellen dat deze optie een dode mus was. Het is jammer dat wij veel tijd en energie gebruikt en verloren hebben aan iets dat wij niet eens zelf op onze agenda gezet hebben. Wij moeten leren om aandacht te besteden aan dingen die voor ons echt belangrijk zijn. Wij moeten onze eigen agenda zoveel mogelijk zelf bepalen en niet laten bepalen door opgelaten proefballonnetjes van anderen.
Het belangrijkste argument van Rosaria is dat een nauwere relatie met de eigen regio, dus het westelijk halfrond, voor ons economisch veel belangrijker is. Feit is dat meer dan 70% van onze handel plaatsvindt met het NAFTA blok (North American Free Trade Agreement bestaande uit de VS, Canada en Mexico) en zelfs meer dan 80% met het bredere westelijk halfrond. Een UPG status zou behoorlijk roet gooien in deze relatie, dit tot economisch nadeel van ons allen. Feit is ook dat onze economie gedollariseerd is en een UPG-status juist als gevolg zal hebben dat de Euro ingevoerd moet worden.
Ook het argument dat de Nederlandse Antillen aanspraak zou maken op bijdragen uit de zogenaamde structuurfondsen is gebleken niet waar te zijn. De meeste fondsen stellen middelen beschikbaar op grond van landbouw en landbouwhervormingen. Voor de andere zo mogelijke fondsen ligt trouwens ons welvaartsniveau te hoog om te kunnen kwalificeren.
Niet onbelangrijk is dat bovendien noch de bevolkingen van Curaçao noch de bevolking van Sint Maarten ten tijde van het gehouden referendum gekozen hebben voor een UPG-status.
Nu deze episode voorlopig voorbij lijkt te zijn moeten wij ons concentreren op wat werkelijk voor ons van belang is. Laten wij hierbij zoveel mogelijk onze eigen agenda en prioriteiten vaststellen. Laten wij meer aandacht schenken aan ontwikkelingen in de eigen regio. Ook Nederland is bezig met haar regio, dus Europa. Dat is logisch gezien vanuit het Nederlandse perspectief. Voor ons is het net zo logisch om goed bezig te zijn met onze eigen regio. In ieder geval, vanuit het fiscaal gebeuren, zullen inspanningen verricht worden om de banden aan te halen met de regio, dit in lijn met de gekozen strategie van de internationale financiële dienstensector om van Curaçao een hub te maken van en naar Latijns Amerika.
Onlangs heeft de Raad van Ministers besloten om de discussie UPG niet nu maar vijf jaar na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen te gaan voeren. De Staatssecretaris van Financien, de heer Alex Rosaria, die voordat hij aantrad als bewindspersoon, een rapport “Notitie inzake Regionale Handelsbetrekkingen in het Westelijk Halfrond: Mogelijke implicaties voor de Nederlandse Antillen” schreef, is blij dat de UPG-discussie op de lange baan geschoven is maar tegelijkertijd heeft hij reserves omdat de discussie kennelijk nog niet van de baan is.
Vanaf het moment dat de UPG-optie te bedde is gebracht, dit nota bene door Nederland, hadden wij moeten vaststellen dat deze optie een dode mus was. Het is jammer dat wij veel tijd en energie gebruikt en verloren hebben aan iets dat wij niet eens zelf op onze agenda gezet hebben. Wij moeten leren om aandacht te besteden aan dingen die voor ons echt belangrijk zijn. Wij moeten onze eigen agenda zoveel mogelijk zelf bepalen en niet laten bepalen door opgelaten proefballonnetjes van anderen.
Het belangrijkste argument van Rosaria is dat een nauwere relatie met de eigen regio, dus het westelijk halfrond, voor ons economisch veel belangrijker is. Feit is dat meer dan 70% van onze handel plaatsvindt met het NAFTA blok (North American Free Trade Agreement bestaande uit de VS, Canada en Mexico) en zelfs meer dan 80% met het bredere westelijk halfrond. Een UPG status zou behoorlijk roet gooien in deze relatie, dit tot economisch nadeel van ons allen. Feit is ook dat onze economie gedollariseerd is en een UPG-status juist als gevolg zal hebben dat de Euro ingevoerd moet worden.
Ook het argument dat de Nederlandse Antillen aanspraak zou maken op bijdragen uit de zogenaamde structuurfondsen is gebleken niet waar te zijn. De meeste fondsen stellen middelen beschikbaar op grond van landbouw en landbouwhervormingen. Voor de andere zo mogelijke fondsen ligt trouwens ons welvaartsniveau te hoog om te kunnen kwalificeren.
Niet onbelangrijk is dat bovendien noch de bevolkingen van Curaçao noch de bevolking van Sint Maarten ten tijde van het gehouden referendum gekozen hebben voor een UPG-status.
Nu deze episode voorlopig voorbij lijkt te zijn moeten wij ons concentreren op wat werkelijk voor ons van belang is. Laten wij hierbij zoveel mogelijk onze eigen agenda en prioriteiten vaststellen. Laten wij meer aandacht schenken aan ontwikkelingen in de eigen regio. Ook Nederland is bezig met haar regio, dus Europa. Dat is logisch gezien vanuit het Nederlandse perspectief. Voor ons is het net zo logisch om goed bezig te zijn met onze eigen regio. In ieder geval, vanuit het fiscaal gebeuren, zullen inspanningen verricht worden om de banden aan te halen met de regio, dit in lijn met de gekozen strategie van de internationale financiële dienstensector om van Curaçao een hub te maken van en naar Latijns Amerika.